Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juli 2025
Het dennenbosch, dat men niet verlaat vanaf Pampilhosa heeft nu plaats gemaakt voor platanen, en te midden van rhododendrons en rozen komt te Luso het rijtuig aan. Sierlijke villa's liggen aan den weg, met mooie bloemperken ervoor, en dan splitst zich de weg in tweeën. De linksche, de kortste, gaat naar Bussaco door dicht bosch.
Weer hooger klommen jasmijn en clematis en rozen tegen de boomen op en hingen in bogen boven onze hoofden als in berceaux.... Ik weet wel dat zoo iets ook wel elders te vinden is; maar nergens kan het liefelijker, zangeriger, geuriger en frisscher wezen.
Nu zet de vroolijke, joelende stoet zich in beweging, en in Noord-Brabant wordt hierbij gezongen: Te N. willen wij niet wonen, Daar zijn de wijven te kwaad, Maar te N. willen wij wonen, Daar zijn ze beter van aard. Of wel: Te N. willen wij niet wonen, Daar is 't een arrem land, Maar te N. willen wij wonen, Daar zijn rozen geplant.
Herinnert gij u den weelderigen zomeravond, dien gij zoo zeer genoot? De dag was drukkend geweest en benauwd. De zon, krachtig tot het laatst toe, was ondergegaan te midden van purper en rozen. Nog zongen de vogelen niet. Er lag eene zwaarte op de geheele natuur. Alles was stil. Maar daar ontwaakte een zacht gerucht, het suizen van een liefelijk koeltje.
"Hoe kunt gij verlangen, dat ik een huis van rouw met bloemen en groen zal versieren?" zei zij. "De rozen zullen haar bladeren laten vallen, indien ik ze wilde gebruiken om de rampen te bedekken, die dit huis vervullen." Maar donna Elisa dacht aan niets anders dan aan het feest en verwachtte veel goeds van het vieren der heiligen, gelijk in vroegere dagen.
De rana, op zijn olifant gezeten, verlaat zijn paleis, omstuwd door een koor van barden, die toepasselijke liederen aanheffen en groote palmtakken, met rozen versierd, zwaaien.
Weinige oogenblikken later keerde Theopompus terug, en riep: »Hoort eens, waarde gasten, als gij onbekend wenscht te blijven, dan moet gij u hier, te Naucratis, niet zoo aanstellen, als gij reeds gedaan hebt! Gij hebt gekheid gemaakt met de bloemenmeisjes, en haar een paar rozen betaald, niet als ontvluchte Lydische hekatontarchen, maar als groote heeren, gelijk gij ook zijt.
Ik ga door de groene weiden en aanschouw De witte en gele en roode bloemen, De rozen op de struiken en de blanke leliën, En allen ga ik vergelijken Met het gelaat van hem, die mij beminde, En mij nam en mij altijd zal houden als haar, Die geen andere gedachten heeft dan zijn genoegens.
Hoe komt dat in de kamer van het adellijk kasteel?» En al de drie musschen wilden over de rozen en den schoorsteen wegvliegen, maar zij vlogen tegen een vlakken muur aan. Alles was een schilderij, een groot, prachtig schilderij, dat de schilder naar een schets vervaardigd had. «Piep!» zeiden de musschen, «het bestaat niet! Het ziet er maar uit, alsof het iets was. Piep! dat is het schoone!
Toen sprong ze tegen den kant op; en na een klein knikje verdween ze tusschen de wilde rozen. En het zwarte rad weefde voort zijn webben van zilver water, en het beekje gleed het dal in, en de prins zag droomerig toe. En het beekje vertelde van het blonde meisje, en van den prins, en van den verloren sleutel, en van den hemel waar moeder wachtte.............
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek