Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 oktober 2025
Immers: "Waar zou de schoorsteen van rooken, als wij niet wat geduld oefenden?" heeft hij gezegd terwijl hij zich gereedmaakte om nu na het koffiedrinken, weer zoo spoedig mogelijk naar die nare aptheek te gaan.
Zij is nog in het eenvoudig paarsche ochtendjasje, want het is vroeg in den morgen, het ontbijt is afgeloopen en zij zit wat te fantaseeren voor hare piano. De heer Verburg zit in een gemakkelijke voltaire zijne pijp te rooken voor een der opengeschoven ramen, waardoor de geur der resida en geraniums naar binnen kamt, die in het ijzeren bloemenrek staan te bloeien.
Nog lang bleven wij rooken en praten in de heerlijk koele avondlucht, totdat vermoeidheid ons naar bed dreef. En zoo brak dan de laatste dag van mijn verlof aan, een donkere, trieste morgen. Het motregende af en toe. Wij lieten ons daardoor evenwel niet afschrikken en zaten om half zeven al weer in de ricksja, teneinde nog zooveel mogelijk te kunnen zien.
De verdere weg is niet minder afwisselend in grondgesteldheid en natuurschoon dan het eerste gedeelte, en van uit onze eerste klasse coupé, welks frischheid het best is te vergelijken bij een hollandsche derde klasse wagen, rooken, op een marktdag, zien wij het grootsche panorama aan ons voorbij glijden.
Een neger kan maar niet begrijpen, dat er voor het bekleeden van een ambt zekere voorbereiding, om niet te zeggen een natuurlijke aanleg, noodig is. Een ambt is voor hem niets anders dan een vrijbrief om naar hartelust te kunnen rooken, stil te zitten, onbeschofte antwoorden te mogen geven, en vooral een goed salaris te ontvangen. Het ambt is om den mensch, en niet de mensch om het ambt.
Artilleristen dreven het stuk voort; het was zonder voorstel; twee artilleristen hielden het affuit opgeheven; vier waren bij de wielen; de anderen volgden met de kruitkist. Men zag de brandende lont rooken. "Vuur!" riep Enjolras.
Een voor een lieten zij in hun duo's van herinneringen al die vervlogen uren aan hun geest voorbijgaan; en zij eindigden gewoonlijk hun tweegesprek met te zeggen, dat zij per slot van rekening nog gelukkig waren, daar zij gezellig samen met hun voeten op het haardkleedje zaten, het houtvuur konden oppoken en hun pijp rooken en zij elkander hadden, om al die dingen hardop te zeggen, welke zij tot zichzelf zeiden, als zij alleen waren: n.l. dat zij van die schepseltjes, die bij haar verdwijning een stuk van hun jeugd hadden medegenomen, veel gehouden hadden en dat zij ze misschien nog lief hadden.
Ook den volgenden morgen bleek Verster nog niet voor rede vatbaar te zijn en weigerde beslist zijn werk weer op te vatten, ik had daar naast me een man, die van aanleg werkzaam en flink was geweest, doch wiens gestel door een funest Indisch leven van veel reizen en zwerven en rooken en drinken en veel te veel praten, geheel ondermijnd was geworden.
"Zijn wij hier te Passangan?" vroeg ik aan den huisbewaarder, die rustig voor de deur zijne pijp zat te rooken. "Gij hebt sedert die pleisterplaats drie en een halve farsak afgelegd, antwoordde hij. Hoe komt gij hier in deze streek, die door de inwoners verlaten is en die geen drinkbaar water meer oplevert?
"Hebje nog altijd dat strooien soortje?" zei hij, de punt van degene, die hij genomen had, met het ongeloovigste gezicht van de wereld afbijtende, en toen zijn vroeger onderwerp weer opnemende, daar hij nog niet genoeg van had: "Jongens, ik vind dat het zoo mal staat als iemand niet rooken kan. Hij zit altijd met zijne vingers ergens aan.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek