Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juli 2025
Na zulke oogenblikken bleef zij met angstig starende oogen roerloos liggen, als verwachtte zij, dat er elk oogenblik eene verpletterende catastrofe zou gebeuren, als zouden de gelaatstrekken der beelden, de figuren der schilderijen en platen om haar heen plotseling levend worden en een grijnzenden lach uitstooten, hard en onmeêdoogend als van duivels...
En de bloem nemend die in haar mond stak, wierp ze mij die met een beweging van den duim toe, vlak tusschen de oogen. Het was alsof ik door een kogel werd getroffen, meneer.... Ik wist niet waar mij te bergen en bleef roerloos als een paal.
Bijwijlen steeg in de boomen de asem van den wind, en rijzekens werd ze den gang gewaar der stonden, die overhand wegzijpelden in 't verleden, achterwaarts. De volle nacht, geheimzinnig en zwijgend en roerloos, begon in huis.... Maar meteen merkte Goedele een varende klaarte in bewegende vlekken loopende van heester tot heester over den hof, dichtbij de woonste.
Terwijl het moedige meisje den reus dwingt, haar naar de zottenkamer te volgen, staat de fourier nog altijd met de sabel in de hand, verstomd en roerloos te midden van het vertrek. Hij gevoelt het belachelijke van zijnen toestand en is neerslachtig en beschaamd.
Hij voelde nu z'n onmacht diep, was er geslagen door, bleef langen tijd, stil, werkloos, roerloos zitten. De schemering spookte al langs den planken-muur, en spon zich webben in de hoeken, terwijl hij daar nog zat; hij merkte niet dat 't middaglicht verging, dacht dat alleen die teekening aldoor matter werd.
Toen de laatste van de rij uit het oog geglipt was tusschen de struiken van het uitstekende kreupelhout vóór me, snelde ik haastig door 't bosch, zonder gerucht in de zachte sneeuw te maken, en dook roerloos onder de sparren, waar het vooruitspringende hout wat lager was, in de hoop de geslepen jagers weer te zien. Ik hoefde maar even te wachten.
Ongelukkig is 't om te kunnen denken en niet te mogen; om te kunnen voelen, te kunnen, te willen, en 't niet te mogen. Blijf maar dom". Er lag een wanhoopskreet in die woorden. Op een keer dat ik overweldigd van moreele pijn roerloos tegen den muur leunde, met wijdopen oogen, die niets zagen, starende in de lucht, trof een smartkreet mijn oor, die mij tot de werkelijkheid terugbracht.
Achter het Flavische Paleis strekten de wijde tuinen en parken van den Palatinus waar een eeuw later Septimius Severus zijn eigen paleizen zoû bouwen zich onder den drukkenden nachthemel uit. Geen sterren drongen dien zwoelen mist door. De laurierbosschages stonden roerloos, geruischloos, met donkere massa's op, stapelden hunne schaduwen om de hier en daar verspreide woningen van hofbeambten. Geen geluid, geen lach, geen stem klonk. Het was de somberheid, die, om de zielsziekte van den Keizer, van uit het paleis zelve zich scheen te spreiden over geheel den Palatinus. Het groote gesloten paleis ginds was geheel donker, met nauwelijks den glimp van de lamp aan de paleiswacht der Prætorianen. Sinds jaren waren geen feesten gegeven, hadden geen banketten meer plaats gehad in het Triclinium met de beide nymfea de twee sierlijke vijverzalen , was Domitianus meer en meer versomberd, zweeg hij, verborg zich en barstte dan plotseling uit in blinde woede, onverwachte wraak.... En die ziekte van achterdocht, van vervolgingswaanzin, vol spoken van wroeging, vol angstverwekkende larven en lemuren, vol aanhitsende demonen, die de Keizer zag kronkelen om zijne, hem verpletterende, wereldmacht, drukte met een angst op alles, op allen, die hem omringden. Dat sloop in den nacht door het paleis, uit het paleis, als een wijd-uit zich spreidend spooksel, dat dreef de tuinen door, dat steeg vaal in de lucht en vermengde zich met den laag hangenden mist.... Dat hing om de woningen, de kleine vill
Des anderendaags, bij het eerste licht der rijzende zon, waren de baanwachter en zijne vrouw in den waggon gezeten en hielden roerloos en zwijgend het hoofd op de borst gebogen. Gedurende den nacht hadden zij waarschijnlijk met stille stem zoolang en zooveel over het droeve voorval gesproken, dat zij nu elkander niets meer te zeggen wisten. Beiden zagen er zeer bedrukt en neerslachtig uit.
Onophoudelijk hoorde Fulco hem kreunen van de pijn. Maar hij verloor zijn geduld niet. Roerloos lag hij op zijne legerstede en door eene rustige en diepe ademhaling trachtte hij Coenraad in den waan te brengen, dat hij sliep. Eindelijk werd zijn kamergenoot rustiger en korten tijd daarna scheen het Fulco toe, dat hij sliep.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek