Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 juni 2025


"Dit geluk duurde verscheidene jaren; doch de Walvisschen, eindelijk kundig geworden van de gevaren welke hen omringden, begonnen zich allereerst van de kusten van Smeerenburg en van de Hollandsche baai te verwijderen; en daar zij zich voorheen als weerlooze schepsels, rondom de schepen spelende, lieten dooden, werden zij zoo schuw, dat men genoodzaakt werd, hen gedurende de vlucht met grooten arbeid na te roeien eer men hen kon bemachtigen, en dit zelfs werd weldra ondoenlijk, wijl de Visschen zich verder zeewaarts begaven, en maar al te vaak de hoop der zeelieden teleurstelden. Men besloot derhalve naar de Noordbank te varen, gelegen aan den mond van de Noordbaai, omstreeks twee mijlen van de schepen, die onder Smeerenburg voor anker lagen, alwaar toen nog visch genoeg was, dewijl hij van daar niet zoo sterk verjaagd was geworden." De hier gevangen visch werd naar de schepen geboegseerd, waarmede veel tijd verloren ging. Nadat men op deze wijze, aanvankelijk met voordeel gewerkt had, werd ook dit bedrijf wegens het schaarsch worden van den buit opgeheven. Om op andere, meer afgelegen gedeelten van de kust te visschen, moest men afwijken van het oorspronkelijk plan om de schepen voor Smeerenburg te laten liggen, totdat zij volgeladen waren. Weldra echter kwamen er geen visschen meer aan de kust en schoot er niets anders over dan ze op zee te vervolgen en ze ook daar te "flensen" en "af" te "maken"; de op deze wijze verkregen stukken spek of "vinken" werden (evenals het balein) in vaten gepakt en naar de traankokerijen in Nederland vervoerd. Daar door zulk een wijze van vangst de op Spitsbergen aanwezige inrichtingen overbodig werden, geraakten deze in verval en werden eindelijk gesloopt; de voorheen zoo vischrijke eilanden, de twistappel van zoovele volken, werden hoe langer hoe minder bezocht, en vervielen weer tot hun vroegeren staat. Reeds vóór het midden van de 17e eeuw begon de "zeevisscherij" de "kunstvisscherij" allengs te vervangen, om zelf, toen de nog schuwer geworden visch naar de minst toegankelijke gedeelten van de Poolzee de wijk nam, voor de "ijsvisscherij" plaats te maken, waarbij de buit tusschen het ijs moest worden opgezocht. Dit vereischte schepen van veel solieder maaksel dan de vroeger gebezigde. De kosten werden dus steeds grooter en de vangst wisselvalliger. Dat ook in deze minder gunstige omstandigheden de zoogenaamde "kleine" visscherij met veel ijver werd beoefend, kan blijken uit een mededeeling van Zorgdrager in zijn werk over de Groenlandsche Visscherij. Daar de walvischvangers in 1697, wegens den oorlog met Frankrijk, bescherming noodig hadden, verzamelden zij zich in een baai van Spitsbergen, waar weldra 9 Nederlandsche en 2 Hamburger oorlogschepen kwamen om gedurende de terugreis de kapers te weren. De rijk geladen vloot, waarvan Zorgdrager's schip "de Vier Gebroeders" met een lading van 7 visschen deel uitmaakte, bestonden uit 121 Nederlandsche schepen, beladen met 1252 visschen, 54 Hamburger schepen met 515 visschen, 15 Bremer schepen met 119 visschen en 2 Embder schepen met 2 visschen. Onder al deze schepen was er niet één, dat niets gevangen had; onder de Nederlandsche schepen was er geen met minder dan 3 visschen; vele waren geheel gevuld. Deze vloot, te zamen 192 schepen, bracht 1888 visschen thuis. Gedurende een groot deel van de 17e en van de 18e eeuw werd de walvischvangst in de zee tusschen Spitsbergen en Groenland voornamelijk door de Nederlanders uitgeoefend. In sommige jaren zonden zij met dit doel 200

De onderneming van Lodewijk XIV om de protestanten te bekeeren of uit te roeien biedt meer overeenkomst met de Poolsche vernietiging. Wij vinden, als in Rusland, een reusachtig wetboek, saamgesteld uit wetten ter verbanning en vogelvrijverklaring. Toch is het onderscheid groot.

Toch zullen we zoo hard mogelijk moeten roeien, anders halen ze ons toch nog in. In de grootere booten kunnen ze met zes of acht man roeien. Ook is er mogelijkheid, dat ze de rivierbochten afsnijden." Marti keek eens naar de oevers. Het was waar! de oeverlanden stonden hier en daar diep onder water, tengevolge der vele regens.

Eindelijk begon hij te preeken uit een stichtelijk boek, dat zij bij het godsdienstonderwijs op school voor de zevende of achtste maal weer doorwerkten. Marius lachte nu eens en smeekte hem dan weer om op te houden: maar Abraham was in een uitgelaten stemming: hij slingerde alle boeken op zijn bed en riep: "Kom laten we gaan roeien en visschen." Ja kleine Marius was zwak.

"Het wordt pikdonker, en daar is ook heel wat in, als ik het zoo wist uit te drukken." Beatrice daalde wijselijk uit de sfeer der poëzie weer neder tot de werkelijkheid. "Er komt een storm opzetten, mijnheer Bingham," zeide zij: "gij moet zoo hard roeien als ge kunt.

De kleine kano werd te water gelaten, wij namen hartelijk afscheid van den flinken kapitein Johannsen en den stuurman, en lieten ons naar land roeien door drie matrozen, die wij met een ruime fooi, welke zij met hun andere makkers moesten deelen, voor hun moed en volharding in de gelukkig doorstane gevaren der laatste weken, beloonden.

Toen dit schip den 27sten December van dat jaar ten anker lag op eenigen afstand bewesten den 141sten lengtegraad, dus dicht bij de grens van ons gebied, maakten eenigen van de Europeesche bemanning het plan om te trachten eene ontmoeting te hebben met de inboorlingen. Op hun verzoek, en onder aanbeveling van de noodige omzichtigheid, gaf de gezagvoerder daartoe vergunning, zooals ook wel vroeger enkele malen iets dergelijks vergund was. Des voormiddags te 8 uur lieten zich de 1ste en de 2de officier en de 2de, 3de en 4de machinist, ieder met een revolver gewapend, door een 4-tal inlandsche schepelingen naar den wal roeien. Ter hoogte van de negorijen Jouberika en Bouterika (beter: Baderike) ging de sloep in 4

"Wat roeien wij samen gelijk, vind je niet," vroeg Amy, die op dat oogenblik liever geen nieuwe pauze zag intreden. "Zoo gelijk, dat ik wou, dat wij altijd in hetzelfde schuitje konden varen. Wil je, Amy?" vroeg hij op teederen toon. "Ja, Laurie!" heel zachtjes.

Te Nice had Laurie zijn tijd verbeuzeld, en Amy moeten knorren; te Vevey was Laurie nooit lui, maar altijd druk bezig met wandelen, rijden, roeien of studeeren, terwijl Amy, al wat hij deed, bewonderde en zijn voorbeeld volgde, voor zoover dat kon.

Zij zouden den stroom wel hebben willen oversteken, in plaats van hem af te roeien, om Texar tot binnen Jacksonville te gaan opzoeken en hem in het wit der oogen te zien.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek