Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 juni 2025
Anders gaat onze kop er af!" Maar het roeien hielp niet veel. Ze hadden hun handen vol met sturen. Toch naderden de Dajaks nu niet dichter. Waar zaten ze nu? Hadden ze zich aan den oever begeven? Waanden ze zich zeker van hun prooi en zouden ze deze door het bosch heen den pas afsnijden? Neen, ze waren toch nog op de rivier. Af en toe kreeg men ze in 't vizier.
Dat was goed en mooi, een schoone opbloei van zijn beste neigingen.... Dat niet trachten uit te roeien, noch te ontvluchten. Geen angst, geen laf, vreesachtig schuilgaan. Blijven. Zien. Leven in hoogheid en bewondering.... Maar als 't geen opbloei was, maar brand, een martlend en verterend vuur?... Dan zou hij dat trotseeren. Hij was sterk en groot. 't Kon jaren duren....
Hier en daar op het strand wijzen boschjes kokospalmen nog de plek der vroegere dorpen aan. Als ik zulke streken zie, zoo mooi en zoo woest, krijg ik lust, mij naar land te laten roeien, aan wal te gaan op die smalle zandige kust, die een gordel vormt om het woud heen en mij op goed geluk diep in het bosch te wagen.
Stroeve en ik plaagden het Dajaksche hoofd Anji Poei wel eens en zeiden dan tegen hem: "Die Papoea's, die kunnen best roeien." Nu waren de Dajaks in hun element; met een prauw vol menschen staken zij voorzichtig over; wanneer zij echter leeg terug gingen, roeiden zij stroomop en gingen door de zwaarste kolken en versnellingen terug.
Het eerste kan de gunst des keizers u bezorgen, als soldaat hebt gij op niet te hopen. Gij zijt geen Romein. Ga! Twee minuten later zat Ben-Hur weder op zijne plaats. Het zwaarste werk wordt gemakkelijk als het hart luchtig is. Het roeien viel Juda niet meer zoo hard. Een straal van hoop was in zijne ziel gevallen.
Op Zondagavond gebruikten zij dat gewoonlijk te negen uur; nu was het half tien. "Wel, wel," zeide de oude heer, "wij begonnen al te denken dat gij samen uit roeien waart gegaan, en dat gij ditmaal voorgoed verdronken waart. Waar zijt gij al dien tijd geweest?" "We hebben een lange wandeling gedaan," antwoordde Geoffrey; "ik wist niet dat het al zoo laat was."
Zij lachten ons uit, toen wij hen vraagden, of ze bij zulk dik weer den weg wel konden vinden en voeren vlug weg. Ofschoon wij drie kwartier moesten roeien, kwamen we precies bij hun landingsplaats aan. Om zonder een spoor van zonneschijn en bij volstrekte windstilte met zooveel zekerheid voorwaarts te komen, moesten deze menschen werkelijk met een zesde zintuig begiftigd zijn.
Tegen zulk een sterken stroom op te roeien of te zeilen was natuurlijk volstrekt onmogelijk; daarom werden de drie booten met boeg aan achtersteven gekoppeld; en nadat in elk een man was achtergelaten, gingen de overigen aan land om te trekken.
Ik volgde en zette mij naast hem neder; hij keek mij vreemd en onverschillig aan; ware hij in zijne gewone stemming geweest, ongetwijfeld zou hij mij in eene der andere sloepen gezonden hebben. Wij hadden een heel eind te roeien, vóór wij het voorwerp van onzen aanval bereikten, terwijl het zoo dicht mogelijk onder den wal geankerd lag en gereed was ons te ontvangen.
Alleen zij, die blijven moesten om te roeien, waren nog in de boot en wachtten op den kapitein, dien zij niet ver van het strand in diepe gedachten verzonken op en neer zagen wandelen. Een oogenblik later zagen de Boekaniers, dat Thomas naar hem toe kwam om een gesprek met hem te beginnen. Uit de driftige bewegingen van Van Halen maakten zij op, dat zij oneenigheid kregen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek