Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 juni 2025


Terwijl men hem bij de leuning der gaanderij bracht, en de beulen hem aankondigden dat zijn laatste uur gekomen was, deed Disdir Vos de maagd op eenige stappen blijven staan. Dakerlia, nu de akelige stond nader was, liet zich geknield nedervallen en, alsof zij terugschrikte van het ijswekkend gezicht van Robrechts dood, sloeg zij de handen met eenen versmoorden kreet voor de oogen.

Nadat ik bijna twee weken nevens haar bed had gewaakt, haar had getroost en verpleegd, werd zij eensklaps beter, en een paar dagen daarna gevoelde zij zich reeds tot zooverre hersteld dat zij van den bedde opstond en met mij in den hof wandelde...." "Hoe? Uwe moei is genezen!" kreet Robrechts zuster verwonderd. "Maar neen, Witta. Laat mij toch voortgaan.

En gij hebt aan deze onchristelijke plechtigheden deelgenomen, Dakerlia?" "Ik moest wel, mijn vader gebood het mij. En toch, wat kwaad bestaat daarin, Witta? Het zijn onze voorouderlijke gewoonten." Robrechts zuster schudde afkeurend het hoofd.

"Welnu, neen, hij zal niet sterven!" riep Robrecht met kracht. "Uw afschuwelijk opzet wil ik beletten. Morgen vroeg reeds zal de proost van St-Donaas weten wat hier is beraamd ... en, moest ik zelf tot graaf Karel gaan om hem te waarschuwen, ik zou niet terugtreden voor zulke daad!" Isaac Van Reninghe was opgestaan en legde nu den arm over Robrechts schouder.

"O, mijn God!" zuchtte Robrechts zuster, "ik beef! Het koude zweet staat mij op het voorhoofd! En gij zijt niet van schrik gestorven, Dakerlia?" "Het is dan, Witta, dat ik Onze-Lieve-Vrouwe van Brugge mijn gouden kruis met de groene smaragden heb beloofd op te dragen, indien zij mijnen vader en mij geliefde tegen dezen akeligen dood te beschermen. Zij heeft mijn gebed verhoord.

Ik ken het wel: toen mher Robrechts moeder en ik nog kinderen waren, heb ik dikwijls op Ravenschoot gespeeld. Wie hadde dan kunnen denken dat mijne dochter, mijne lieve Placida, eens daar als meesteresse den sleutelbosch zou dragen! Zijt gij niet vroolijk daarom, Placida?" "Ja, moeder", antwoordde de jonkvrouw.

Op die noodkreten kwamen twee nonnen binnen, en ontvingen de zwakke Machteld uit de armen van de gulden ridder; deze zoende zijn dochter met pijnend medelijden, en wilde de stervende Adolf gaan bezoeken, maar de Jonkvrouw, die de ogen opende en zijn inzicht verstond, rukte zich uit de handen der nonnen, en zich aan Robrechts lichaam vasthechtende, riep zij: "Laat mij met u gaan, o vader!

Als gebuurkind en vriendinne was Dakerlia, om zoo te zeggen, met Robrechts zuster opgevoed geworden. Van hare eerste stappen in het leven had zij Robrecht aan hare zijde gezien, en zij was allengs gewoon geworden hem als eenen broeder te beschouwen. Ofschoon eenige jaren ouder dan zij, had hij gedurende hare kindsheid wel dikwijls hare spelen gedeeld.

Dakerlia alleen, met hare rijzige gestalte, hare bekoorlijke wezenstrekken en reine, nette kleeding scheen eene koningin tusschen eenen hoop noodlijdenden. Zij stapte aan Robrechts zijde en verbaasde elkeen door den stillen, zoeten glimlach en door den glans van fierheid die haar schoon gelaat verlichtte.

Een tweede ridder, die met Robrecht in de zaal was getreden, legde hem de hand op den mond en brak zijn gekerm af. "Peter, waar is Dakerlia? Waar is mijne zuster?" vroeg Robrecht. De schalk verhaalde hem hoe Disdir Vos met een bende Isegrims was gekomen, en hoe dezen de beide jonkvrouwen hadden weggeleid. Een sombere kreet van angst en afgrijzen bonsde op uit Robrechts borst. "Waar?

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek