Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juni 2025


Toe dan, kom! en tot de menschen, die het geval aangapen, zegt ze schreiend: Hij is pas dertien jaar en moeder is weduwe, en dat's nou al de tweede keer van de week, kom Piet, toe jongen! hou je maar aan me vast. Blijf jelui van m'n lijf af, gemeene rakkers, toe Piet!... is d'r dan niemand die me 'reis helpen wil?

"Ik vond het wel vreemd," antwoordde de jongen. "Maar ik wist immers wel, dat u altijd een goede reden hebt voor wat u doet." "Je denkt goed over mij," zei Akka, "maar ik vrees, dat je dat nu wel eens zou kunnen tegenvallen, want 't is best mogelijk, dat we deze reis tevergeefs hebben gemaakt."

"Heeremijntijd ja, je moet strak stellig reis reciteeren, lieve mevrouw!" zei mijn tante met eenige ongerustheid, en op het woord strak zooveel kracht leggende als zij in bescheidenheid doen kon. "Och toe, mevrouw!" zei Koosje met een allerliefste uitdrukking van gelaat. " ja!" zei Mietje met de kalfsoogen. "We moeten mevrouw niet overhaasten", zei mijn tante.

Zij moesten dienen om hem bij zijn waarnemingen behulpzaam te zijn. Zijn kijkers waren uitmuntend en bepaald voor deze reis vervaardigd. Zij vergrootten de voorwerpen 100 maal. »Hebt gij ooit de Maan gezien?" vroeg eens een leermeester schertsend aan een zijner leerlingen. De gevatte leerling antwoordde, »neen mijnheer, maar ik heb wel eens van haar hooren spreken."

Weet je, nog een dertien, veertien, vijftien minuutjes. Waor gaat de reis heen?" "Noar Amsterdam," antwoordde Meeuwsen. "Amsterdam derde klasse?" vraagde de klerk. "Darde klas, wat zou dat?" zei Gerrit. "Drie klassen, vrindje," hernam de klerk: "Eerste, tweede en derde; de eerste is het duurst, de tweede middelmatig en de derde het goedkoopst."

Wij vertrokken op een reis van vele maanden naar weinig bekende landen, die zeer belangwekkend waren, en waarvan de bewoners nog boosaardige, woeste menscheneters heetten, die een zekere beruchtheid hadden gekregen door veel aanvallen op Europeanen.

Ik verkreeg gemakkelijk van mijn chef verlof, eenige dagen op reis te gaan, en zoo ben ik op een stralenden lentemorgen op weg naar den Piraeus, waar ik de boot zal nemen, die mij naar Korinthe zal voeren.

Zij wilde, om Jozef niet onaangenaam te zijn, er niet op aandringen de reis te bekorten, maar zij verlangde eigenlijk onophoudelijk naar huis. Het scheen haar, dat zij Jozef niet meer zoo lief had als vroeger. Er was als een verwijdering tusschen hen gekomen.

Des anderen daags stond men zoo laat op als nog nimmer gedurende de reis was gebeurd. De vermoeienissen van den vorigen dag en het bewustzijn volkomen veilig te zijn, deed ieder de zoo hoog noodige rust volop genieten. Wat zag er die landstreek uit, toen men eens ging rondzien, wat verschriklijke verwoestingen hadden de orkaan en het water aangericht.

Wel is de weg ver, dien Dagdrager moet gaan om bij Goudvreugde te komen: de winter is lang; en moeilijk is de reis, want koude en felle vorst en stormen heerschen in den winter, en een wijze reus houdt de wacht op de wegen die tot Goudvreugde voeren, maar Dagdrager zal zijn doel bereiken, zal Goudvreugde vinden. Eens zal 't weer lente worden op aarde.

Woord Van De Dag

zingenden

Anderen Op Zoek