Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 juni 2025


Ik heb geen kracht om u tot hier te trekken. MARCIUS. En ik niet, om alleen omhoog te klaut'ren. QUINTUS. Nog eens uw hand: ik laat die niet meer los, Eer gij hierboven zijt, of ik beneden. Gij komt niet op tot mij; ik kom tot u. SATURNINUS. Volg mij; zelf wil ik zien, wat kuil hier is, En wie het was, die er zoo even insprong.

Voorts is het de wil van onzen keizer, dat gij onmiddellijk een honderdtal der best drieriemige galeien afzendt tegen de roovers, die zich in de Egeïsche zee vertoond hebben, en dat aan Quintus het bevel over die vloot worde opgedragen. Aan u, Caecilius, wordt de bezorging van een en ander overgelaten.

Het slot, waarvan wij de bouwvallen overzien, dagteekent uit later tijd, toen de feodaliteit bereids ten ondergang begon te neigen en de ridder maar al te vaak in den roover opging. Maar, spreekt de overlevering waarheid, dan heeft deze rotsheuvel heugenis van nog ouder dagen, en zou hier eenmaal Quintus Cicero zijn kamp hebben opgeslagen, waarvan de sporen eeuwen lang bleven bewaard.

Quintus Arrius de duumvir dat klinkt nog mooier dan Quintus Arrius de tribuun. Dank, hartelijk dank! antwoordde Quintus. Hadt gij lantaarnen bij u, ik zou u auguren noemen. Ja, ik ga nog verder: ik zal u bewijzen dat gij meesters in het raden zijt. Ziet en leest.

Daarboven stond in gulden letters geschreven: Veroverd op de zeeroovers in de golf van Euripus, door Quintus Arrius Duumvir. Wij zijn in de maand Juli van het jaar onzes Heeren 28, en wel in Antiochië, de koningin van het Oosten, en na Rome de machtigste, zoo niet de volkrijkste stad der wereld.

Dientengevolge vertrekken heden nog van Ravenna een honderdtal galeien, en van Misenum hij zweeg even, alsof hij de nieuwsgierigheid zijner vrienden wilde prikkelen van Misenum één galei. Gelukkige Quintus, wij wenschen u van harte geluk! Deze opdracht is de voorloopster van een bevordering. Wij begroeten u als duumvir, niet minder.

Neen, Quintus, zeide een van hen tot den bekranste, het staat Fortuna niet mooi u zoo spoedig aan ons te ontrooven. Eerst gisteren van de reis teruggekeerd, gaat gij ons nu reeds weder verlaten. Bij Castor, zeide een tweede, waartoe dat klagen? Onze Quintus gaat slechts herwinnen wat hij van nacht verloren heeft.

Onder de eerzuchtigen, die hem wenschen te vergezellen, bevindt zich een zoon van den overleden duumvir Quintus Arrius. Ik had aanleiding om nauwkeurig onderzoek naar hem te doen. Toen Arrius uittoog om de zeerovers te tuchtigen, wier vernietiging hem in hoog aanzien bracht, had hij geen familie. Toen hij van dien tocht terugkeerde, bracht hij een erfgenaam met zich mede.

De Kommandeur Van den Rijn, die een der beide branders aanvoerde, zeilde er met zulk een geweld tegen aan, dat de zware ijzeren ketting doormidden brak, waarna hij zich terstond aan den daarachter liggenden "Matthias" hechtte, welken hij in brand stak. De andere branders kwamen nu ook door de gemaakte opening heen en trachtten den "Carolus Quintus" in brand te steken.

Wat had zelfs Quintus Arrius, als hij hier bij hem was geweest, meer kunnen zeggen, dan waar hij hem gevonden had en dat hij voor zich overtuigd was den zoon van vorst Hur voor zich te zien? Maar, zooals wij straks zullen zien, de dappere Romeinsche krijger was niet meer.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek