Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 mei 2025


Daarom begon hij bij Eva met een gesprek; lokte haar tot een uiting der lippen; en heeft van die ure af steeds in die lippen zijn kracht gezocht. Hoor maar, hoe de heilige apostel het van de kinderen der zondaren zegt: »Slangenvenijn is onder hunne lippen en hun keel is een geopend grafOf, zooals er in Psalm 140 nog scherper staat: »Heet addervergift is onder hun lippen

Heilige sieradiën voor Koning Jezus zijn nooit anders dan stralen uit zijn genade, die gij opvingt. En nu komt in Psalm 110 de vraag aan u, welke heilige sieradiën u sieren, zoo dikwijls ge optrekt in den strijd uws Heeren op den dag zijner heirkracht. En dan, helaas, wat ziet ge dan om u heen? Wat speurt ge dan telkens aan uzelven?

Steeds heeft hij den psalm op de lippen: "mijn ziele dorst naar God, de levende bron; wanneer zal ik komen en verschijnen voor het aangezicht van mijn God." Heugenissen der kindsheid komen op in zijn geest; het beeld zijner moeder verschijnt hem, zij onderricht hem van zijn sterfdag. Die dag kwam in December 1381. Met den blos des levens op het gelaat, scheidt hij uit dit leven .

"Omdat..." Maar verder kwam de burgemeester niet. De gemeente, die begreep dat ze zóó wel den ganschen dag tot speelbal van kleinzielige willekeur kon dienen, hief Psalm 68:14 aan: "Israël, Godt geeft u dat gy Syn Koninckryck aenschouwet vrij, Hij regeert al u wercken; Wilt doch, Heer, gij die ons bemint, 't Werck dat gij nu in ons....." Maar verder kwam de gemeente op haar beurt niet!

De weg liep vlak voorbij de kerk, het orgel speelde en de menschen zongen zoo mooi! Nu zette de groote Klaas zijn zak met den kleinen Klaas er in dicht bij de kerkdeur neer en dacht, dat het niet kwaad zou zijn, de kerk in te gaan en een psalm aan te hooren, voordat hij verder ging. De kleine Klaas kon er immers niet uit komen, en al de menschen waren in de kerk: zoo ging hij er dan in.

Wij zijn tot den mond der rivier genaderd; de scherpe noord-westenwind dringt verstijvend door merg en been. In een dikken en zwaren mantel gewikkeld, staat Vader Johannes op het dek, met kalme zekerheid den gang van zijn schip besturende. Zijne monniken tarten den al feller en feller woedenden wind, door een aanheffen van een psalm, waarmede pelgrims en soldaten aanstonds instemmen.

Terwijl hij verbleekt, kijkt hij om zich heen en wacht het einde van den ernstigen psalm af. Verstomd zijn gezang en gebed. Door de rijen gaat een fluisterende vraag. De prior, een eerwaardig grijsaard nadert den binnengetredene. Op zijn hoofd rust de tachtigjarige sneeuw. "Hoe is uw naam, vreemde broeder?" vraagt hij op vriendelijken, welwillenden toon.

Wanneer ik hetgeen ik heb verdiend vergelijk met hetgeen de Heere mij thans oplegt, och, wat heb ik dan nog stof tot danken. Tot danken aan Hem, van Wien de dichter van den 103en psalm jubelt, en van Wien mijne ziel 't meejubelt: »Hij doet ons niet naar onze zonden, en vergeldt ons niet naar onze ongerechtigheden."

Psalm éen heft dies aan met het: »Welgelukzalig is de man, die niet wandelt in den raad der goddeloozenen Psalm twee sluit eveneens met een: »Welgelukzalig zijn allen, die op Hem betrouwenZoo is alles in den Psalmbundel schoon geordend. Eigenlijk zijn het vijf bundels in éen bundel, en zijn elk dezer bundels door een bijna gelijkluidend refrein van elkaar gescheiden.

Deze ving aan met de voorlezing van den 90sten Psalm: »Heer, gij zijt een toevlucht van geslachte tot geslachtenz., en sprak daarna de aandachtig luisterende schare ongeveer als volgt toe: »Er zijn in ons leven van die oogenblikken, waarin alles rondom ons schijnt neergedrukt, van die gebeurtenissen waarvan de ontroering ons doet denken aan niets anders dan aan dat ééne schrikkelijke, waardoor alles voor ons wordt ter zijde geschoven.

Woord Van De Dag

meisjesschaar

Anderen Op Zoek