United States or Aruba ? Vote for the TOP Country of the Week !


De vorst weigerde nog altijd den Kerels met geweld het juk der dienstbaarheid op te leggen; maar nu zou zijne gramschap in hunne vernedering wraak zoeken voor den hoon hem heden aangedaan. Toen de paarden bijgebracht waren en de kamerheer Gervaas Van Praet den vorst had verwittigd dat alles gereed was, daalde deze met zijn gansch gevolg van de trede.

Van eenen gekwetsten ridder, dien Hacket goed kende, vernam hij de ware macht en de inzichten des vijands. Wel met zesduizend sterk, de wapenlieden er onder begrepen, hadden de ridders Atrecht verlaten. Hier, voor Brugge, waren zij ongeveer drieduizend sterk, onder bevel van den kamerheer Gervaas Van Praet. Het andere gedeelte had zich over St-Omaers gericht om in Veurne-Ambacht te vallen.

"Het is waar, daaraan hadden wij niet gedacht", mompelde Tancmar. "Beter ware het dat de heer graaf, door een besluit van zijnen vorstelijken wil, den schuldigen Kerel tot de galg verwees." "Even onvoorzichtig ware dit", wedersprak hem Gervaas Van Praet. "Wilt gij heden nog de Kerels, die in Brugge zich bevinden, tot gewelddaden aandrijven?

De koning van Frankrijk heeft boden aan mher Gervaas Van Praet en aan de schepenen van Brugge gezonden, om hun te gebieden, zonder uitstel tot het kiezen van eenen nieuwen graaf over te gaan. De stad Gent heeft insgelijks zulk bevel ontvangen." "Wat beteekent dit?" riep Eggard spottend. "Meent de koning van Frankrijk nu dat hij zich met de zaken van Vlaanderen te bemoeien heeft?"

Zij kunnen niet ontvlucht zijn; de uitgangen der kapelle waren bezet; zij zijn dus verborgen. Doorzoekt alle hoeken en kanten; en, vindt gij iemand, brengt hem hier voor mij. Wie mij Walter Van Lokeren levert, of Gervaas Van Praet, of den schrijver Frumold, dien geef ik drie marken zilvers!"

De volgende maand gaf zekere doctor Agileus twee gulden aan Uilenspiegel en brieven voor Simon Praet, die hem zou zeggen wat hij te doen had. Uilenspiegel kreeg bij Praet eten en slapen. Zijn slaap was goed, zoo goed als zijn tronie; Praet, daarentegen, was schraal en droevig, altoos in naargeestige gedachten verslonden.

"Mher Van Praet", zeide een hunner, nog zeer door toorn ontsteld, "de Tancmars zijn de schuld van des graven ellendigen dood en van al de ongelukken die ons arm Vlaanderen daarom bedreigen. Zij hebben onophoudelijk den vorst aangeraden den Kerels en tevens den poorters der steden hunne vrijheden te ontnemen.

De Kerel blijve dus in de gevangenis ..." "Gelieft de heer graaf mij nog eene bemerking toe te laten?" vroeg Gervaas Van Praet. "Indien men den Kerel in de gevangenis houdt heeft men hetzelfde kwaad te vreezen.

Ik liep in de gelederen der vijanden, huilde tegen de Kerels en veinsde hen te bevechten. Na den slag vleide ik de Isegrims, spuwde venijn tegen onze arme broeders, en won zoo het vertrouwen van mher Gervaas Van Praet, den veldheer. Wat zal daarvan voor mij het gevolg zijn? Door de Kerels als een verrader verfoeid, door de Isegrims als een lafaard veracht.

In de meening dat het Brugsche volk, tegen de Franschen en tegen de Isegrims in opstand was gekomen, om hen te verlossen, moedigden zij de strijdenden aan en riepen zelfs de poorters bij hunnen naam, hen met vurige woorden tegen de Tancmars en tegen de wapenknechten ophitsende. Eensklaps verscheen de veldheer Gervaas Van Praet met eenige Vlaamsche ridders op den burg.