United States or Guam ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dus praatten ze over Louis en zijn trouwen, de cadeau's die hij gekregen had en de pretjes die er zouden zijn, en over de bruid en haar familie; met de ouders scheen mevrouw Holman niet zeer ingenomen ofschoon ge het niet direct liet merken o nee! lieve menschen, beste menschen! en Paul slaagde er in zijn aandacht aldoor gespannen te houden.

Mathilde en Jozef kwamen naar hem toe om hem te helpen. Emilie begon hard te lachen en de anderen praatten luider, met schuine blikken naar Louis. Emilie ging gauw naar de piano en juist was zij in een trillenden hoogen toon een lied van Schubert begonnen te zingen, toen Louis van de keuken te-rug-kwam, met een groote bruine vlek op zijn overhemd en verslagen gezicht.

Dien achtermiddag tijd te mijner beschikking hebbende, bezocht ik een zaal, waar een man met een eigenaardige gave aan twee honderd ongeleerde boeren de beginselen van den godsdienst ontvouwde en kwam tehuis heerlijk verfrischt en toen lazen wij weer en praatten en mijn gezin en ik werden heel innig, omdat wij tijd hadden en omdat het Zondag was.

Hij drukte ons aan het hart, dacht aan den doop en sprak van het kind alsof het reeds drie of vier jaar oud ware geweest. En de maanden verliepen onder eene plechtige teederheid. Wanneer wij zamen zaten, praatten wij heel zacht, als wachten wij iemand af. Ik had Babet niet langer lief, ik vergoodde haar van ganscher ziele, ik beminde haar voor twee, voor haarzelve en voor den kleine.

Zij lazen, zij praatten, zij zongen met elkaar: hij was zeer muzikaal, en hij las voor met al het gevoel en het vuur, waaraan het Edward helaas had ontbroken.

Een oogenblik praatten zij op familiaren toon over allerlei onbeteekenende feiten. Daarop deelde president hem mede, dat hij door den Keizer gezonden was om eens te informeeren of hij de portefeuille van financiën zou aannemen, zoo deze hem werd aangeboden en zoo ja, met welk program? Hij stelde zijn condities.

Ze was heelemaal op en onwel van vermoeienis. 's Avonds, toen ze samen in de waranda zaten, praatten Bernard en Lucie over haar moeder. "Ze schijnt wel héél zwak te zijn," zei hij. "Dat is 't," antwoordde Lucie, "de minste inspanning pakt haar zoo aan. En ik weet zeker dat ze nu weer een paar dagen zal hebben van die akelige slapte en droefgeestigheid.

Vier oude vrouwen praatten met elkander op de stoep van een huis. Schotland heeft tooverkollen, maar Parijs heeft nog meer babbelaarsters; en het "gij zult koning zijn," zou even vreeselijk klinken, als het Bonaparte op het plein Baudoyer wierd toegeroepen, als het Macbeth klonk op de heide van Armuyr. 't Zou bijna hetzelfde gekras zijn.

Ze zag, dat de Laplanders en Söderberg al ernstiger werden, hoe langer zij samen praatten, en dat de Laplanders het hoofd schudden en zich op 't voorhoofd klopten, alsof ze over iemand spraken, die niet bij zijn volle verstand was. Toen werd ze zoo ongerust dat ze het niet langer kon uithouden, zoo stil te zitten wachten, maar Söderberg vroeg, wat de Laplanders van haar vader wisten.

De wijven praatten allemaal, met driftige, harde schokking der bovenlijven, hoofden en armen. Op eens was de aandacht afgeleid, sloop een man met bruine overjas en bruinen fantasiehoed de trap af. Het dikke wijf, dat zich in 't begin zoo druk had gemaakt, schoot op hem toe, hield hem tegen, dreigde met haar rooie vuist bij z'n neus. De andere kwamen er bij, redeneerend, schreeuwend, tierend.