Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 oktober 2025


De "Zoölogische philosophie" is niet anders dan een omgewerkte verbeterde en zeer vermeerderde uitgave mijner "Onderzoekingen over levende Wezens". Zij is verdeeld in drie deelen, en elk daarvan weer in verschillende hoofdstukken.

Poëzij, philosophie, het ligt gelukkig in den aard der menschelijke natuur, die overal meê te dragen, die onder allerlei omstandigheden aan te kweeken: wie oogen heeft om te zien, merkt beide alom op. Volontairs vallen eigenaardig in twee klassen te verdeelen, inheemsche en uitheemsche. De kantoorbediende haat beide met een' fellen haat. "Het zijn heertjes, die voor een' beenen knoop werken!"

Er kwamen nog andere personen, die mij werden beschreven. Ook onze meesteres vergat hij niet. De beschrijving van haar beviel mij nogal. "Ze heeft geen lastig humeur, ondanks de philosophie, en men heeft, als men bij haar in betrekking is, niet veel grillen te verdragen. Zij is een verstandige, redelijke vrouw en heeft geen hartstochten. Ze heeft geen lust in spelen, ook niet in galante avonturen; ze houdt alleen van conversatie. Voor de meeste dames zou een leven als het hare te vervelend zijn." Eenige dagen later echter begon ik te vermoeden, dat de markiezin de liefde niet zoo vijandig gezind was als Molina had gezegd en ik zal meedeelen welken grond ik had voor mijn vermoeden. Op een ochtend, terwijl zij bezig was met haar toilet, meldde zich een klein gebocheld mannetje aan van ongeveer veertig jaar met een onaangenaam uiterlijk. Hij zei me, dat hij mevrouw de markiezin wilde spreken. Ik vroeg hem namens wien hij kwam. "Namens mij zelf," antwoordde hij trotsch. "Zeg, dat ik de heer ben, over wien ze gisteren met dona Anna de Velasco heeft gesproken." Ik liet hem binnen en ging mijn meesteres zeggen, dat hij er was. De markiezin deed een uitroep van vreugde en zei, dat ze hem zou ontvangen. Zij bepaalde zich er niet toe, om hem vriendelijk te ontvangen, de meisjes moesten de kamer verlaten en ze bleef alleen met den kleinen bochel. Wij lachten om dat mooie tête-

Zij hebben wel altijd zoogenaamde philosophen gehad, zij hebben zelfs, waarop zij zich beroemen, eene philosophische eeuw gehad, en toch heeft bij hen de philosophie nooit zoo diep wortel geschoten, nooit zoo welig gebloeid als bij de Duitschers, die Voltaire reeds "de grijsaards van Europa" noemde, terwijl hij zijne eigene landgenooten als "kinderen" betitelde.

Archiv, für Geschichte der Philosophie d. 7, blz. 67. Die Philosophie des Rechts, 1830, B. 1, blz. 68. Cfr. V. Cathrein, Moralphilosophie, 1899, B. 1, blz. 323 e. v. Gest. 1604. Disquisitiones methaphisicae 1, 2, disp. 150 c. 3 no 22-25 Zie over Vasquez' stelling Dr. Praxmarer. Philosoph. Jahrb. 1888 blz. 421.

Na eenig zwijgen riep Fameuil: "Listolier en ik hadden zooeven een woordenstrijd, Tholomyès." "Een woordenstrijd is goed," antwoordde Tholomyès, "maar een twist is beter." "Wij disputeerden over de philosophie." "Zoo." "Aan wien geeft gij de voorkeur, aan Descartes of Spinoza?" "Aan Desaugiers," zei Tholomyès. Na deze uitspraak dronk hij, en hernam: "Ik wil leven.

Eene nauwkeurige bekendheid zijner numerieke sterkte op verschillende tijden, zou van groot belang zijn voor de philosophie der geschiedenis. Toen in 1722 Peter de Groote eene volkstelling in zijn rijk liet houden, telde het geheele toenmalige Europeesch Rusland slechts 12 millioen zielen.

"Ik merk uit hetgeen ge zegt, dat gij de man zijt, dien wij noodig hebben," zei ik. "Hoeveel rekent ge per maand?" "Vier dubbele pistolen," hernam hij, "dat is de vaste prijs en ik geef twee lessen per week." "Vier dubbele pistolen!" riep ik. "Dat is veel!" "Hoezoo veel!" antwoordde hij op verwonderden toon. "Ge geeft wel een pistool per maand aan een onderwijzer in de philosophie."

Het is zeer aardig! ik zeg dit niet ten uwen opzichte, mijnheer de senator; 't is mij evenwel onmogelijk u geen geluk te wenschen. Gij, groote heeren, hebt, zooals ge zegt, een philosophie op uw eigen hand, een keurige, verfijnde alleen voor de rijken genietbare philosophie, die voor alle gerechten geschikt is en de wellusten des levens voortreffelijk kruidt.

In den Hemel wordt deze Allegorie nader uitgewerkt, maar Beatrice is hier wel degelijk, behalve de gestorvene geliefde ook de verpersoonlijking van Theologie en Philosophie. 94 Eene edele vrouwe, d. i. Maria. 100 Lucie, de verlichtende genade, die der blindheid der stervelingen te gemoet komt en hen tot de redding brengt.

Woord Van De Dag

arasbesken

Anderen Op Zoek