Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 mei 2025
"Dat is waar," antwoordde Don Rebiera, "laten we ons derhalve toerusten, want reken er maar op, dat Don Silvio zulk een mooie gelegenheid om wraak te oefenen niet zal laten voorbijgaan. Hij zal nog hedennacht hier zijn; het verwondert me zelfs, dat hij niet reeds met zijn bende gekomen is." "Nu dienen we na te gaan wat voor middelen tot verdediging we hebben," zei Philip.
't Is den eenigen keer geweest dat hij zijn kind harde woorden heeft toegevoegd, maar ze moest het gevoelen, dat de generaal Van Barneveld, van elk ander dan zijn pleegkind, bloed zou hebben geëischt voor zulk een smaad, en gevoelen ook dat men door het zoeken van zijn minderen, zooals Philip had gedaan met dat trouwen ver beneden zijn stand, tot alles instaat raakt, zelfs tot het verguizen, het beleedigen van hen aan wie men het meest is verschuldigd.
Kobus heet hij, doof is hij, Dorus-Kobus, Kobus-Dorus, 't heeft allemachtig veel van mekaar, hij zal evengoed op den roep "Dorus!" luisteren. Hè, hè, hè! oude Philip, dat is een buitenkansje. Met de papieren van den "krates" maken we van Kobus Juttner Dorus Makko... Hè, hè, hè, hè! Dan worden we voogd en dan krijgen we geld, hè, hè, hè, hè!"
"Ik zie geen uitkomst," zei Don Philip met een zucht. "Wat te doen?" "Ik weet 't niet," antwoordde Jack. "Als we nog maar touwen hadden." "Is 't zeker, Massa Rustig, dat al die boeven beneden weg zijn?" vroeg Mesty. "Ja," antwoordde Rustig, "kijk maar; ze liggen daar allen gekneveld onder bewaking der soldaten." "Dan is 't hoog tijd dat we wegkomen." "Dat vind ik ook, Mesty; maar hoe?" "Hoe?
Zeer stellig heeft hij nog onlangs verklaard daar nooit op terug te komen, en bovendien bleef hij onverzettelijk bij zijn besluit om je nooit meer, noch bij zijn leven noch na zijn dood, iets van het zijne te doen genieten, maar...." "Wie heeft hem dat gevraagd? Wie? Wat meent hij wel de...." "Zacht Philip! bedenk dat ik hem liefheb, en dat hij van der jeugd afaan onze weldoener is geweest."
De jongere Helmond ziet zijn vrouw eenige oogenblikken met gefronste wenkbrauwen aan: "Laat mij den brief nog eens zien Virginie." "Als je hem verscheuren wilt, anders NEE!" Na een oogenblik van inwendigen strijd zegt Philip: "Hij zal hem niet lezen. Geef hier."
En, meer dan zeker was het ook dat zijn pleegzoon, dokter Helmond, de schuldige moest wezen; immers Piet heeft hem onder andere zelf hooren zeggen:, Spreek zacht Philip; als men ons hoorde!" en later heel duidelijk, ofschoon van verre, nog de woorden: "O God!", en "moordenaar." De reiziger, die zulk een haast had, was woedend, maar zou in allerijl op een andere manier worden geholpen.
Laat er geen kloof zijn tusschen ons, al loopen onze wegen wat uiteen. Mij gaat het goed in mijn praktijk; jij hebt het niet breed. Weiger mij niet Philip, om je van tijd tot tijd metterdaad te toonen dat ik je broer ben. Neem vast dit bagatel. Kom Flip, pak aan, eer je je vrouwtje roept. Je waart immers altijd mijn goede opbruisende maar eerlijke kameraad. Neem aan Philip!"
"Zeg eens, je noemt me goed August; maar weet je wel dat ik me zelf vervloekt laag zou vinden als ik je aanstonds die hand gaf?" "Nog eens Philip, zulk een ontvangst had ik niet verwacht; wanneer ik die had kunnen voorzien...." "Dan zou je niet hier zijn gekomen, 't Ware misschien beter geweest." "Philip, goeje kerel! wat heb ik gedaan dat je mij...." "Wat je gedaan hebt August?
Was het geen heerlijke uitredding voor den armen jongen; geen gelukkige wederoprichting van den naam, dien Philip tot heden maar al te weinig had geteld, en die toch het erfdeel was van een geslacht waaruit, in de laatste twee eeuwen, zelfs zonen tot de hoogste waardigheden mochten opklimmen!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek