Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 juli 2025


Toen Kees zijn plan kenbaar maakte, naar het land der Sibaoe's te willen gaan, werd dit door allen met teekenen van schrik en afkeuring ontvangen. Ook hier ontwaarde hij dezelfde gezindheid, als bij de Dajaks, die hij den vorigen avond had gesproken. Na eenig zwijgen zei Petinggi Datoek: »Heer, ik weet niet, waarom u naar het land der Sibaoe-dajaks wilt gaan, maar w

Reeds den volgenden dag kwamen de verkenners melden, dat de bala der Sibaoe's naderde en den dag daarop reeds verwacht kon worden uit de richting van een dorp, genaamd Seboeloeh. Onmiddellijk toog Kees met Petinggi Datoek en anderen er op uit, om langs dit pad een geschikte plek voor een hinderlaag te zoeken. Op ongeveer twee uren afstands van Tapang vond men een uitstekende plaats.

De gewone toestand heerschte weer in Tapang. Nu de kalmte weergekeerd was, wilde Kees nog enkele dagen rust nemen, om zich voor te bereiden voor de thuisreis. »Blijft u toch nog eenigen tijd, heer!" noodde Petinggi Datoek. Hij koesterde groote dankbaarheid voor Kees en zou wel altijd zoo'n goeden raadsman bij zich willen houden.

Dadelijk moeten de verkenners er op uit. Wie biedt zich daartoe aan?" Een aantal jonge mannen trad naar voren. Met behulp van Petinggi Datoek zocht Kees er een viertal uit. Deze kregen nog eenige aanwijzingen en maakten zich gereed om op staanden voet te vertrekken. Vervolgens wist Kees het stamhoofd te overtuigen, dat het beter was, dat alle strijdbare mannen zich naar Tapang begaven.

»Naar een plek in de wildernis, die zeer moeilijk te vinden is, heer. Dáár bouwen we hutjes en afdaken en blijven er zoolang wonen, tot de Sibaoe's ons land weer verlaten hebben," sprak Petinggi Datoek na eenig overleg. »En moeten de bewoners der andere dorpen dan niet gewaarschuwd worden?" »Zeker, heer, morgenochtend zend ik boodschappers uit.

Het was een opschudding, alsof de gehate vijand reeds in de onmiddellijke nabijheid was. Ook Petinggi Datoek was zijn hoofd kwijt en riep maar: »We moeten vluchten! Maak u zoo snel mogelijk gereed, om te vertrekken." Kees trachtte olie op deze golven van onrust te gieten. »Laat ons eerst eens rustig nadenken en plannen beramen.

Maar ik vind toch ook, dat we Petinggi Datoek moeten waarschuwen; dat is onze plicht! De Kenjaoe's hebben ons vriendelijk ontvangen en flink geholpen. Wij mogen hen niet in den steek laten." Marti betuigde zijn ingenomenheid met dit besluit. »En nu gaan we slapen," zei Kees. »Gevaar zal hier wel niet zijn; we zullen dus maar geen wacht houden."

»Dat moèt toch wel, Petinggi; je vertelt zelf, dat ze hier komen snellen." »Misschien zult ge me niet gelooven, heer, en toch is, wat ik u nu zal vertellen, de zuivere waarheid. De Sibaoe's komen nooit door het gebergte heen! Niemand weet eigenlijk, hoè ze hier komen. Wij weten alleen, dat ze bedreven zijn in allerlei tooverijen, waardoor ze de hulp krijgen van hun antoe's en geesten."

Maar wat is nu uw wensch?" »Mijn wensch is, dat de Kenjaoe's een paar Sibaoe's sparen, indien wij in gevecht komen, en dat ze de gevangenen aan mij afstaan." »O, dat is goed, heer! Die kunt u krijgen! Wij krijgen koppen genoeg, als we de huizen overvallen. U kunt wel een paar Sibaoe's krijgen. Bovendien kunnen we ze later altijd nog snellen." »Neen, Petinggi, dat wil ik niet!

Kees vernam ook, dat het pad naar het dorp van Petinggi Datoek zeer slecht begaanbaar was en men gemakkelijk zou kunnen verdwalen. Toen Marti het maal gereed had, gingen beiden eten en daarna legde Marti zich op zijn mat, om te slapen. Kees echter had nog geen haast. Hij wilde nog wat met de Dajaks praten.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek