Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 juli 2025


Petinggi Datoek was echter druk aan 't feestvieren, en een feestvierende Dajak is er moeilijk toe te brengen, zijn belangstelling aan andere zaken te wijden. Toch gelukte het Kees ten slotte hem even alleen te spreken. Nu bleek echter, dat Petinggi Datoek zelf reeds met andere hoofden over de vervolging der Sibaoe's had gesproken.

»Maar Petinggi," hernam Kees, »als dat zoo is, hoe kunnen dan de Sibaoe's hier komen om te snellen? Die moeten toch ook over den Goenoeng Lawit. Waar de Sibaoe's langs kunnen, daar kan ik ook langs. En als de antoe's hèn geen kwaad doen, zullen ze mij ook wel met rust laten." Petinggi Datoek maakte een ontkennende beweging, doch talmde met zijn antwoord.

Een eind verder zat de verkenner verscholen in het struikgewas. De bala hield halt en Kees en Petinggi Datoek begaven zich naar den verkenner. »Wat nieuws?" vroeg Kees haastig. »Slecht nieuws, heer!" »Hoe zoo? Waar zijn de Sibaoe's?" »Verdwenen, heer! Ze zijn in de lucht verdwenen." Kees stampte op den grond. Petinggi Datoek stiet een kreet van bijgeloovige angst uit.

De Dajak schrok en riep beschaamd uit: »Neen, heer! Dat hebben we vergeten. U moet niet denken, dat de Kenjaoe's ondankbaar zijn; doch het genot, eindelijk eens wraak te kunnen nemen, doet ons alles vergeten." »Dus krijg ik geen gevangenen?" vroeg Kees scherp. »Den volgenden keer zult u ze hebben! Ik sta er voor in, heer!" »Ik moet het eerst zien, voor ik het geloof, Petinggi!"

»Dat zei ik je al: ik vraag een tiental mannen, om mij te vergezellen. Over een paar dagen vinden we elkaar dan weer bij het rotshol door het gebergte." »Ik geloof, dat u gelijk heeft, heer. Ja, de bala moet maar terugkeeren. Onze buit is rijk en de Sibaoe's zullen nog langen tijd met schrik aan ons denken.... Ik zal er met de mannen over spreken." »Goed, Petinggi! Leg het hun duidelijk uit."

Ze moesten de thuisgeblevenen al vast waarschuwen, om alles voor de festiviteiten in orde te brengen. »U blijft toch, heer, om onze groote feesten mee te vieren?" vroeg Petinggi Datoek. »Het was mijn plan, zoo spoedig mogelijk naar de benedenlanden af te zakken en dan naar mijn land terug te keeren," antwoordde Kees. »Zooals u wilt, heer!" zei de Dajak teleurgesteld.

»Dat moet wel, heer, maar waar is hun weg!" riep Petinggi Datoek uit. Marti had intusschen met den anderen Dajak nauwkeurig den bodem onderzocht. Eensklaps riep hij: »Hier is een gat, alsof er een paal heeft gestaan." Werkelijk was de grond daar ter plaatse losgewoeld. »En hier heeft men de paal langs gesleept," riep Petinggi Datoek opgewonden.

Na de verhalen der Tapangers over de koppensnellende Sibaoe's was hij niet erg verlangend naar een kennismaking met dien stam. »Zou je denken, dat het gebergte zoo ontoegankelijk is als Petinggi Datoek vertelde, of zou hij uit angst voor de antoe's hebben overdreven?" vroeg Kees aan Marti.

Tot groot genoegen van Kees kwam ook Petinggi Datoek met een gevangene bij hem. »In het huis ligt er nog een vastgebonden, heer!" zei de Dajak, zeer voldaan, dat hij nu woord had kunnen houden. Kees prees hem en vervolgde: »Mooi, nu heb ik er drie!" »Misschien kunt u van deze mannen alles vernemen, wat u weten wilt." »Ik hoop het.

Deze bekeek de beide wapens op een afstand met belangstelling en eerbied en zeide: »Ja, heer, dat zijn zeker geweldige wapens, maar de Sibaoe's zullen ook niet met u vechten. Zij zullen u overdag een vriendelijk gelaat toonen en u 's nachts dooden." »Ik zeg je nog eens, Petinggi, ik ben niet bang." »Goed, heer, maar er is nog meer," vervolgde de Dajak weifelend. Kees werd ongeduldig.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek