Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 november 2025
Don Quichot zette het dadelijk op een galop en deelde de onderaardsche ontdekking aan den hertog en de hertogin mede. Terstond werden de noodige orders aan de dienaren gegeven; men trok, toereikend van ladders en touwen voorzien, naar het hol, en Sancho Panza werd, hij en zijn ezel, met behulp van veel volk en niet zonder groote moeite en inspanning uit zijn onderaardschen kerker opgetrokken.
Desniettemin moest hij op Don Quichots vragen antwoorden geven; doch hij richtte die in, zooals zij best in zijn kraam te pas kwamen. "Nu, Sancho Panza," begon Don Quichot, nadat hij zich languit op zijne legerstede had uitgestrekt, "waar en hoe hebt gij de aanbiddelijke Dulcinea aangetroffen? Wat deed zij, wat zeide zij? Hoe dacht zij over mijn brief?
"Dat hoop ik!" zeide Sancho Panza, terwijl hij zijn ridder overeind en weer op Rocinante hielp, die bijna de ruggegraat had gebroken. Hierop vervolgden beiden hunne reis en richtten zich naar den bergpas van Lápice, waar Don Quichot, daar het eene druk bezochte plaats was, eene menigte avonturen hoopte te beleven.
"Ik ben bedaard genoeg," antwoordde Sancho Panza, "maar hoe zou ik mijn geduld niet verliezen, als uwe edelheid verlangt, dat ik midden in den nacht een huis weerom zou vinden, dat ik nog maar eens bij helder daglicht gezien heb? Waarom zoekt gij zelf het dan niet? Gij moest het toch, dunkt mij, in een ommezien kunnen vinden, daar gij het meer dan duizendmaal moet gezien hebben."
"Evenwel moet gij op zijn minst nog drie dagen in mijne tegenwoordigheid blijven, om aan mijne uitverkorene te kunnen berichten, wat ik al niet tot hare verheerlijking gedaan heb." "Zal ik nog meer razende dolligheden zien, dan ik nu al gezien heb, heer?" vroeg Sancho Panza verwonderd.
Na afloop daarvan bekroop hem de lust om eens iets van het eiland te zien, en ging hij dus met den hofmeester, den secretaris, den kroniekschrijver en een talrijk gevolg van gerechtsdienaars en schrijvers op weg. Sancho Panza met den staf, die zijne waardigheid aanduidde, stapte in het midden en wel met zooveel deftigheid, dat tot de kleinste kinderen eerbied en ontzag voor hem kregen.
De monniken, hoewel zij dienzelfden weg gingen, behoorden niet tot het reisgezelschap van de dame en schenen zich ook maar weinig om haar te bekommeren. Nauwelijks had Don Quichot de naderenden in het oog gekregen, of hij zeide tot zijn schildknaap: "Hoor, Sancho Panza, dat is een avontuur, als den besten ridder nog niet fraaier bejegend is.
Beschaamd en neerslachtig trok deze met zijn schildknaap zijns weegs; maar Don Quichot en Sancho Panza vervolgden met fiere harten hun tocht, en de Ridder van de Droevige Figuur bleef onverzettelijk bij zijne meening, dat hij een vijand had geveld, dien een vijandig gezind toovenaar naderhand, om den overwinnaar te ergeren en den overwonnene te redden, in den persoon van Sanson Carrasco had veranderd.
Op dit oogenblik schreeuwde Sancho Panza, die hijgend aan kwam loopen, den overwinnaar toe, den gevallene te ontzien en hem verder geen kwaad meer te doen. Don Quichot was een arme behekste en verbijsterde ridder, die niet wist, wat hij deed, en derhalve het medelijden van alle verstandige menschen verdiende.
Hij zette zich eerst behoorlijk in den zadel terecht, trad vast in de stijgbeugels, schoof het vizier van zijn helm op, gaf Rocinante de sporen en zette het toen in galop, om der hertogin de genadige handen te kussen. Deze had inmiddels haar gemaal laten roepen en dien de door Sancho Panza overgebrachte boodschap medegedeeld.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek