Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 oktober 2025
Slechts nog één trek, welke der afzigtelijke wereld toebehoort, die mij niet minder walgt dan u; slechts nog één trek, en ik zal uwer verfijnde zenuwen geen geweld meer aandoen: Hanna was in het Huis gelukkig, schier bij uitzondering gelukkig te prijzen, daar de onnoozele ten minste in geen ziekelijk ligchaam de onverdiende straffe droeg der uitspattingen, der losbandigheid van hen, wier lust, niet wier liefde, haar in het leven riep.
Zij herinnerde zich de eindelooze goedheid van vrouw Damhout voor haar, de onverdiende vriendschap, die Bavo gedurende geheel haar leven haar had gegund, en zij sprak van weldaden, van edelmoedigheid en medelijden voor een arm verstooten kind; zij noemde bazin Damhout hare goede moeder en Bavo haren leermeester en haren broeder. Dit alles ging zij verliezen.
Het leek den dokter toe alsof hij een zacht, schril gejank vlak bij zich hoorde. Een oogenblik lang was hij klaar wakker. Hij zeide een paar onverdiende verwijtingen tegen zijn paard en keek om zich heen. Hij trachtte zichzelven gerust te stellen. 't Zou 't verwijderde geblaf van een vos wel zijn, of misschien een jong konijn dat door een fret gepakt was. "Rikke-tikke-e-tik-tik-tik...."
Zoo zij Cosette niet had gehad, is het zeker, dat haar dochters, hoe zeer zij die ook beminde, het een met het ander zouden ontvangen hebben. Nu kregen haar dochters alleen de liefkoozingen. Cosette kon zich niet verroeren, of een hagelbui van onverdiende hevige bestraffingen viel op haar hoofd neder.
Geen maatschappelijke dienst wordt toegestaan. Terwijl de macht van de vrouw om te produceeren belemmerd wordt, neemt haar macht om te consumeeren onevenredig toe door den gullen toevoer van onverdiende gaven van den man. Eerstens heeft men de vrouw niet toegestaan vrij te produceeren en ten tweede bestaat er geen verhouding tusschen wat zij voortbrengt en wat zij verbruikt.
"Wie u Sakser noemt, ridder," hernam Cedric, beleedigd door een spreekwijze, waarmede de Normandiërs dikwijls hun gewone verachting jegens de Engelschen uitdrukten, "zal u een even groote als onverdiende eer aandoen." Front-de-Boeuf wilde antwoorden; maar de moedwilligheid en lichtzinnigheid van Prins Jan kwamen hem voor.
Was nu haar gedragslijn jegens hem verre van zuiver: het blijft haar onverdiende verdienste, in den dichter die bezig was zich tot een hooger levensplan op te werken, gevoelens en strevingen te hebben gewekt, die den omkeer in zijn ziel verhaast en over zijn verdere carrière beslist hebben. Ze was geen onervaren maagd: ze was een rijpe vrouw, die haar minnaar, hoezeer ze hem martelde, wist te boeien; ze spaarde hem geen leed maar dwong hem door heur aantrekkelijkheden: iedere nieuwe kwelling tot het einde toe te doorleven, zoodat hij er zijn intellectueel weerstandsvermogen aan vormde. Zij bracht hem telkens in de hoop, dat ze nog eens geheel de zijne kon worden, maar hield zich toch op een afstand, zoodat hij haar zag "zooals men de sterren ziet" of als "een Madonna die ten hemel vaart" en die slechts door een bovenmenschelijke daad zich zou laten verteederen. Met het ideaal van deze bovenmenschelijk schoone daad in zich, moest hij tot diep nadenken komen te midden van de ordinaire vermakelijkheden en de désillusies die hij te Weimar vond. Haar eisch, dat hij haar slechts broederlijke genegenheid zou toedragen, dwong hem tot steeds grooter zelfbeheersching; doch hier schuilt de kiem der ontbinding dit ook jegens den wijn, de andere vrouwen, de woeste geneugten die hij met den hertog een oogenblik had nagejaagd. En ontwarend wat geweldige driften daar in zijn binnenst te temmen bleven moest hij het beeld van de vrouw die hij hoopte te winnen steeds voor oogen houden, en sterker vereeren, naarmate de vereischte krachtsinspanning grooter scheen. Zij had te weinig eerbied voor zijn inborst om ook maar in de verte te vermoeden w
Ik schaamde er mij wel wat over, maar wat zoude ik doen? de man had mij zulke onverdiende loftuitingen op rijm vereerd, dat ik hem wel met gelijke munt in proza diende te betalen.
Verachting en onverdiende schande bij menschen; geen werk, wellicht eerlang geen brood; geen voorspoed hier op aarde, wat was het, wat was dat alles met de bewustheid der blijvende liefde Gods, in tegenstelling met het wandelen in de zinbedwelmende genietingen des levens, welks einde rampzaligheid is. Rijke Frans! Arme Willem!
In een rijkversierd vertrek hooren wij daar vroede oude mannen spreken over het nut der wijsheid, over dwazen die dat nut niet inzien, over het onrecht door de grooten bedreven, de minachting der kunst, de geldzucht, de breede klove tusschen rijk en arm, de onverdiende geringschatting van den arme.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek