Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 juni 2025


Bij de twee soorten, die nu aan de beurt komen, is de kop, en meer bepaaldelijk de schedel, onevenredig groot; de zeer kleine oogen staan dicht bijeen; de rand van den oogkas verheft zich tot een soort van lijst. Aan weerszijden van den neus bevindt zich een overlangsche verhevenheid, die sterk opzwellen kan.

Zijn spoor zou alleen door iemand zonder eenige ervaring op dit gebied met dat van een ander dier verward kunnen worden; wegens de onevenredig groote teenen is het zeer groot, grooter dan dat van een flinken Wolf; het is in 't oogloopend rond en, omdat de indruksels van de nagels ontbreken, van voren stomp: de stap is betrekkelijk kort.

Bij nader inzien betwijfelde hij een weinig of hij wel verstandig gehandeld had en zijn feestmaal van morgen hem niet onevenredig veel zou kosten, want het stond vrij vast dat hij zijn harddraver niet zou terugzien.

Toen ze nu weer wetend zich zooiets nooit te verbeelden opkeek en rondzag, bemerkte ze in een hoek van het zaaltje, een glazen vitrine met kunstpoppen; in 't midden, als hoofdfiguur een Pierrot; en zoodra ze naderbij kwam en deze trieste pop bekeek, wist ze dat het deze was, die haar heimelijk had aangeraakt: Bevallig, het óver-slanke figuur in wijd Pierrotpak met onevenredig groote knoopen, leunde hij tegen een houten zuiltje in de vitrine.

Uw benoeming tot een eervolle staatsbetrekking, waaraan een zeer ruime bezoldiging verbonden is, ligt gereed en is geheel overeenkomstig uw talenten en aspiratiën. "Bedank mij niet. Ik heb mijzelf de onevenredig groote belooning voor dezen geringen dienst reeds verzekerd; uw dochter Katina zal u hedenavond bij haar thuiskomst wel mededeelen waarin deze bestaat.

De hoornen zijn aan de achterste hoeken van den schedel aangehecht en aan den wortel meestal onevenredig verdikt, richten zich eerst naar onderen en achteren, daarna naar buiten en ten slotte naar boven, in sommige gevallen ook weder een weinig naar voren of zijn met een flauwe bocht naar onderen gekeerd en eindelijk zwak naar buiten gekromd.

Wat de uitwendig waarneembare verschijnselen betreft, onderscheidt het Nijlpaard zich van de overige Zoogdieren meer door den kop dan door eenig ander lichaamsdeel. Eigenaardig zijn de bijna vierhoekige vorm van den kop, de kleine oogen en ooren, alsmede de scheef aan den elkander tegenovergestelde, groote, op boogvormige spleten gelijkende neusgaten, die met de ooren en de oogen de hoogste punten zijn van een vlak, waaronder het voorhoofd en het daarvóór gelegen deel van 't aangezicht trogvormig afdalen. Voorts is hij gekenmerkt door den wanstaltigen snuit, welks glad en dik, van achteren bovendien tamelijk smal bovenste gedeelte zich naar voren verbreedt en verheft, vervolgens echter in de gedaante van een dikke bovenlip langs de zijden steil afdaalt, om den ontzaglijken muil aan alle kanten te bedekken en te sluiten. De hals is kort en krachtig, de romp hoewel langwerpig toch bovenmatig dik en daarom buitengewoon plomp, de rug in 't kruis hooger dan in de schoft, in het midden benedenwaarts gebogen, de buik vol en rond, in 't midden zoo diep afgezakt, dat hij den bodem aanraakt bij 't gaan op den slijkerigen grond; de staart is kort en dun, bij de spits zijdelings samengedrukt; de onevenredig korte, vormelooze pooten hebben breede, vierhoekige voeten, welker teenen door korte zwemvliezen verbonden en alle naar voren gericht zijn. Alleen aan de spits van den staart staan korte, op draden gelijkende borstels; overigens bemerkt men op de meer dan 2 cM. dikke huid, die vooral aan den hals en voor aan de borst eenige diepe plooien vormt, slechts hier en daar eenige borstelvormige haren. Door groeven, die elkander kruisen, wordt de huid in velden verdeeld die op schubben gelijken, en nu ééns grooter dan weer kleiner zijn. Hun kleur is koperbruin en heeft een eigenaardige tint, die aan de bovenzijde in vuil donkerrood, aan de onderzijde in licht purperbruin overgaat. Tamelijk regelmatig geplaatste, bruinachtige en blauwachtige vlekken geven aan de overigens eenvormige massa een zekere afwisseling. De kleur van het Nijlpaard verandert trouwens, al naar de huid droog is of nat. Wanneer het dier zoo juist uit het water komt, zijn de bovendeelen bruinachtig blauw en de onderdeelen bijna vleeschkleurig; daarentegen is het, wanneer de huid droogt, donkerder, bijna zwartbruin of leikleurig, of, als de zon op zijn rug schijnt, gelijkmatig blauwachtig grijs. De totale lengte van een volwassen mannetje bedraagt, met inbegrip van den 45 cM. langen staart, 4.2

Redwood zei overtuigd te zijn dat experimenteele physiologen een grooten misslag begingen met proeven te doen op noodeloos-kleine dieren. Het stond precies gelijk met experimenteeren in de scheikunde met een onvoldoende hoeveelheid materiaal; fouten in opmerking en behandeling worden onevenredig groot.

Dat zijn verstand op een lagen trap staat, blijkt reeds uit zijn onevenredig kleine hersenen, nog duidelijker echter uit de gebaren, die hij maakt, als hij in gevaar of nood verkeert. De meest opmerkelijke eigenschap van den Yak is zijn traagheid. Des morgens vroeg en des avonds gaat hij grazen; het overige deel van den dag wijdt hij aan de rust, brengt hij liggend of staande door.

Geen maatschappelijke dienst wordt toegestaan. Terwijl de macht van de vrouw om te produceeren belemmerd wordt, neemt haar macht om te consumeeren onevenredig toe door den gullen toevoer van onverdiende gaven van den man. Eerstens heeft men de vrouw niet toegestaan vrij te produceeren en ten tweede bestaat er geen verhouding tusschen wat zij voortbrengt en wat zij verbruikt.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek