Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 mei 2025
De eerste reis te water, en daarby toevallige kustontdekking, was by eenen veel onwetender staat van het menschdom toch niet verloren; en ik verbeeld my niet, dat deze luchtreis en planeetaandoening het zou moeten zijn. Ten minste heb ik haar, voor zoo veel het van my afhing, niet onnut willen maken, en dit is al wat ik vermag.
Bij het beheer der gemeente- of Staatsgelden zou zij ongetwijfeld goed en practisch werk verrichten, vooral dáár, waar, door het in acht nemen van een gepaste zuinigheid, veel onnut gelduitgeven kan worden voorkomen.
Grootvader Wessels keek zoo triestig en sprak bitter weinig. Bart was in den tabak um slekke te stêken en 't onnut te hakken. "Oangriepen zou ie zich," dat had hij gezegd, en nu het op scheiden aankwam nou had ie 'r ook spiet af dat Frerik de deur uitgoeng.
Bij den casuaris zijn de vleugels teruggebracht tot een onnut deel, dat onder de veeren verborgen ligt, omdat het dier niet langer vliegt, maar loopt. Zoo heeft men bij watervogels, zooals de vetganzen, gezien, dat de vleugels in vinnen veranderd zijn, en omgekeerd bij de vliegende visschen, dat de borstvinnen zóó wijd zijn, dat de dieren zich eenigen tijd in de lucht in evenwicht kunnen houden.
Terwijl W. Jansz. met zijn vloot in 1622 voor Manila lag, was de toestand, waarin zich de Spanjaarden bevonden, oogenschijnlijk verre van rooskleurig. De inwoners van Cagayan in het noorden van Luçon en Zanbales op de westkust van dat eiland waren tegen hen in opstand; in Manila waren de levensbehoeften tot ongekend hoogen prijs gestegen, hoofdzakelijk, omdat wij de haven geblokkeerd hielden , en over hun gouverneur Fajardo hadden zij volstrekt geen redenen om tevreden te zijn. Integendeel, de Audiencia van Manila had reeds in 1621 herhaaldelijk haar beklag over hem ingediend bij den koning en om een nieuwen gouverneur verzocht. Zij verweet hem in drie jaar tijds drie millioen onnut te hebben verspild, zonder dat hij iets tegen den vijand had uitgericht en daartegenover één millioen als particulier eigendom naar Nova Spanje had gezonden . Toch hadden de Spanjaarden en de Portugeezen tot het jaar 1622 nog geen reden tot klagen. Hoeveel hun handel met China en Japan alleen nog beteekende, leeren wij uit de berichten van Coen aan bewindhebbers. Den 20en Dec. 1621 schreef hij , dat zes fregatten dat jaar van Macao naar Japan waren gegaan met een waarde van ± drie millioen gulden, terwijl wij uit een volgend bericht van hem vernemen, dat den 2en Aug. 1621 twee schepen van Manila naar Nova Spanje waren vertrokken, waarvan er een te Mindoro was gestrand. Het verlies hiervan werd geschat op vijf millioen. Die van Macao, verhaalt hij in denzelfden brief, zonden jaarlijks een kapitaal van 4
Ook dien grijsaard werd het te machtig toen het reeds mat geworden oog hem voor 't laatst zoo smeekend aanzag, en zijn woorden nog bijna onhoorbaar klonken: "Dank vader! Uw vloek.... gold de zonde! Uw gestrengheid was liefde.... Onnut en zwak.... mijn leven.... Verzoening mijn sterven.... O, voor allen vergiffenis vader?" En de oude generaal?
"Dat zullen wij mettertijd zien. Bovendien kunnen wij er niets aan doen, en wij verpraten daarover onnut onzen tijd. Als je mij kwaamt zeggen, Ned: 'er bestaat kans om te ontsnappen, dan zou ik er eens met je over praten; maar zoover is het nog niet, en om ronduit te spreken, geloof ik ook niet dat de kapitein zich ooit in de Europeesche zeeën waagt."
Wonderen te verrichten is reeds lang verouderd en geheel uit den tijd: het volk te onderwijzen is moeilijk; de Heilige Schrift te verklaren schoolvossenwerk: bidden onnut: tranen te storten vervelend en verwijfd: gebrek te lijden onfatsoenlijk: zich door anderen den loef te laten afsteken schandelijk en weinig in overeenstemming met de waardigheid van hem, die ternauwernood zelfs de aanzienlijkste vorsten tot het kussen zijner zalige voeten toelaat: eindelijk sterven onaangenaam: aan het kruis geslagen te worden schandelijk.
"Menschen!" riep ik, met een krachtige stem: "gelooft dien man niet: hij is een schelm, een straatroover, van wien gij u verzekeren moest. Ik ben hier gekomen, toen zij beiden op den grond lagen: dit mes behoorde aan den doode, doch verliest geen tijd in onnut gepraat: de Heer Blaek is misschien nog te redden."
Eer hij zich inmiddels ter ruste begaf dacht hem niet onnut, nog eene enkele vraag tot den trouwen dienaar te rigten, die hem in de woning van den vriend van Parviz afwachtte om te vernemen of zijn meester nog iets te bevelen had. Vatsa! zeide hij, gij hebt mij laatst in het park van Allahabad betuigd, dat gij evenmin als Koelloeka's dienaar daar een priester of boeteling hadt gezien.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek