Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juli 2025
Zij waren drie broederkens en drie zusterkens, en schenen elkander vurig te beminnen; want een zoete en lieftallige glimlach zweefde op hunne aangezichten, en hunne handekens ontmoetten elkander zeer dikwijls.... Ik heb menigmaal zulke tafereelen geschilderd gezien, waarop een zestal engelen zinnebeeldigerwijze een zuiver en nog onnoozel vermaak voorstellen.... Ja, het was wel zoo: die fijne kinderwezens, dit helder gelaat, door achterdocht nog niet gerimpeld, die blonde haren, door ouderdom nog niet verzwart, door het vuur nog niet gezengd, die poezelige armkens en losse leden, door arbeid of overdaad nog niet verstramd.... de menschelijke natuur in al hare frischheid, zoo groen en zoo lief als de eerste kruiden, de eerste bloemen der Lente!
Jean Valjean legde hem een menigte belemmeringen in den weg; hij veranderde het uur, verwisselde van bank, vergat zijn zakdoek, kwam alleen in het Luxembourg; Marius liep blindelings in al deze strikken; en op al de vraagteekens door Jean Valjean op zijn weg geplant, antwoordde hij onnoozel: ja.
Laten we dus naar dat logement gaan; het is maar een uitstel van een paar dagen; meer niet. Dat had die oude vrouw met haar schuddend hoofd mij ook gezegd, maar in den mond van Mattia kregen die woorden voor mij eene geheel andere beteekenis; ontegenzeggelijk was het maar een uitstel van een paar dagen. Hoe dom en onnoozel van mij, dadelijk alle hoop en moed op te geven.
"Zeg maar: morgen bij de grootvorstin," en toen in haar gesprek voortgaande, zeide zij: "Voor de geloovigen is er geen zonde...." "Ja, maar het geloof zonder de werken is een dood geloof," merkte Stipan Arkadiewitsch aan, die zich dit gezegde uit den catechismus meende te herinneren en steeds glimlachte, hoewel hij gevoelde, dat het een onnoozel lachen was.
Hij gleed voortdurend uit en struikelde, zijn dikke, grove pooten schoten van onder hem weg, hij viel op zijn achterste, krabbelde met moeite weer overeind, gleed nogmaals en viel opnieuw, als een onnoozel sukkelkind, dat zijn allereerste schreden waagt.
Omdat hij een onnoozel man was en van grof maaksel, prevelde hij zijn paternoster, liep naar de preeken, woonde de missen bij en ontbrak nooit bij de lofzangen, die de leekebroeders zongen en hij vastte, geeselde zich zelf en trompette, daar hij tot de flagellanten behoorde.
Men heet ze de koeienschieters: want eens waren ze zoo onnoozel naar weerlooze koeien te schieten, die zij voor vijandelijke soldaten aanzagen. Wat ons betreft, wij schieten naar de Spaansche bokken, hun vleesch stinkt als de pest, maar hun vel is goed om trommelen van te maken. En die van Thienen? Weet gij het? Ook al niet? Zij hebben den glorierijken naam van kwekkers.
Daar op landen zy op Ter Schelling, en staken een onnoozel weerloos visschers dorpje in den brand: roemende in Engeland als of zy de geheele waereld gedwongen hadden. Maar Gods wraak vervolgde hen al te spoedig, alzo het beste gedeelte van de vermaarde stad Londen in vyf dagen, door een byna onuitblusbaare brand, in de assche wierd gelegt, tot een onwaardeerlyke schade van veele gegoede lieden.
Ik waag hem nauw in de oogen te blikken al zijn die zachte: hij is zoo hoogelijk verheven boven mij en hij is zoo trouw als een ridder niet en ooit was: de vinders hebben in zijne jeeste zijn trouwe boven alle lof verheven; hoe zoude ik, o Gawein, Lancelot gaan beminnen! Of mijn dood, Ysabele, zal komen van dat zelfde maagdelijn, zoo onnoozel en schamel, zoo zij Gwinebant beminnen gaat!
Ik had hem eerst als onzen spion bij Akbar willen gebruiken; maar 't is mij gebleken dat hij er niet voor deugt; hij is te onnoozel en te veel in de begrippen van dien Koelloeka opgevoed om de rol behoorlijk te spelen; en daarenboven pakt Akbar hem ook telkens op zijne bekende manier weer in, als hij hem soms ontmoet; 't is dus maar beter dat hij den Keizer niet al te dikwijls ziet.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek