Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 juni 2025


Wel zeker en ik zal hem wat papier daarbij geven; en gij moogt dit beeldje van uwe dochter behouden. Nu dank ik u, moeder, voor uw frisschen dronk, de lage zon waarschuwt mij terug te keeren. Vaartwel en leeft samen gelukkig. Toen ik een eind verder eens omkeek, zag ik het meisje, de hand boven de oogen houdend, mij staan nastaren.

Ieder oogenblik dacht ik, dat het dood neer zou vallen, en juist toen ik het wilde grijpen, vloog het, roef! naar boven in een boom. En toen ik omkeek, zag ik Hans in den plas liggen. Ik heb hem toen dadelijk aan zijn arm er uit getrokken." "Dat vogeltje was een kleine grappenmaker," zei vader. "Dat heeft jou leelijk gefopt, meisje; want het was zoo gezond als een visch.

Zij bemerkte het, zette een nuffig gezichtje tegen hem op, en liet hem een minuut lang haar rug zien. Toen zij voorzichtig nog eens omkeek lag er een perzik voor haar. Deze werd weggeduwd. Tom legde de vrucht zachtjes weder voor haar; zij werd nogmaals weggeduwd, maar dezen keer op minder heftige wijze. Tom legde geduldig de perzik ten derden male voor het meisje en de vrucht bleef liggen.

Wat zou Frits graag even afgestapt zijn, om het kasteel te bekijken; maar daar kon nu niets van inkomen. Appelsteeltje had veel te veel haast. Toen Frits nog even omkeek, waren ze al weer een heel eind verder en was het kasteel al weer in de duisternis verdwenen. Maar het bosch werd al dichter en dichter, en nu moesten de veulens wel wat langzamer loopen.

Ik ken zijn bellen wel," jammerde de oude Ulrika. 't Geluid kwam steeds nader. Nu en dan klonk 't zoo onnatuurlijk sterk, dat Anna omkeek om te zien of 't paard van Sintram de kop ook in haar slee stak, dan weer stierf het weg. 't Is of alleen de bellen hen vervolgen. 't Is als wanneer men 's nachts van een feest naar huis rijdt.

Dadelijk klauterde hij vergenoegd bij een zilverspar omhoog en scheen goed tevreden te zijn, hoewel hij telkens naar mij omkeek. Toen ik weggaan wilde, liet hij zijn loktoon hooren, vloog mij na en klemde zich aan mij vast. Telkens als ik hem wegwierp en hoe ver ik dit ook deed, altijd wist hij mij terug te vinden, zoodat ik eindelijk wel genoodzaakt was hem weer mede naar huis te nemen.

Voor zich uit keek hij in den woedenden kop van een kerel, rugs-òm kijkend naar hem toe, op den loggen kop van een half-naakten neger, die voortsjokte achter een ezel met vaten aan weêrskanten van zijn bast; een loopenden zwarten vent, die telkens omkeek, uitscheldend uit zijn lippensnoet een bui van schorre geluiden, de gebalde vuist schuddend voor zijn raaskallend schonkengezicht.

Deze deden dit en toen Jurrie daar zoo lag, zeî Marten: "Was hij je vriend, Huib?" "Neen," antwoordde ik, "ik was bang van hem!" Marten zeî niets, maar legde een zeil over den gesneuvelde. Toen hij dit gedaan had en opkeek riep hij: "Huib, kijk, kijk!" En wat was er te kijken? Toen ik omkeek was het haast niet meer te zien. Een vijandelijk vaartuig, dat in brand stond, vloog in de lucht.

Mevrouw Katawassow, een kleine, magere vrouw, was opgestaan en sloeg, terwijl zij Anna den rug toekeerde, haar sortie om, waarbij haar man haar behulpzaam was. Haar gezicht zag er rood en toornig uit en zeer opgewonden zeide zij iets. Katawassow, een zwaarlijvige kaalkop, trachtte zijn vrouw te kalmeeren, terwijl hij voortdurend naar Anna omkeek.

Plotseling maakte Ari een dwaas gebaar, met zijn hand aan zijn veldmuts. Hemel dacht ik bij mezelf als die divisie-commandant eens omkeek! Ari greinsde, trotsch op zijn moed. De divisie-commandant had niets gezien, »gaf geen sjoege« zooals Ari en ik dat noemen, en rookte rustig een sigaar. Ari was gered! Branie was het tòch geweest.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek