Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 juni 2025
Maar de cavea waardeerde juist die pracht, ingeweven in de oude komedie; en de delicati, de sierlijke jongelui met de zómerringen reeds aan de vingers, in de ridderbanken, tusschen de matronen, de ontzenuwde patricische vrouwen, den kristallen koelbal tusschen de warme palmen bewegend, waardeerden, met Grieksche woorden nuffig emailleerend hunne waardeering, dat dit spel met Grièksche tint was vertoond, dat de twee Bacchides zelve zoo "Grieksch" waren geweest, omdat "Grieksch" toch eigenlijk voornaam was, de mode....
"Piet wordt er Weger bij," vervolgt de schipper: "je kunt er de teekening van zien; 't zou al lang ingevoerd wezen, me lieve juffrouw! maar 't het motten wachten totdat die wije mouwen uit de mode waren. Pietje, 't wordt koud, man! je hebt je jaren. Wees niet nuffig omdat er een juffer in de schuit is; trek je schanslooper an, maat; en geef mijn me zuidwester, want 'et begint te regenen."
Zij bemerkte het, zette een nuffig gezichtje tegen hem op, en liet hem een minuut lang haar rug zien. Toen zij voorzichtig nog eens omkeek lag er een perzik voor haar. Deze werd weggeduwd. Tom legde de vrucht zachtjes weder voor haar; zij werd nogmaals weggeduwd, maar dezen keer op minder heftige wijze. Tom legde geduldig de perzik ten derden male voor het meisje en de vrucht bleef liggen.
Als ik dat geweten had, had ik me ook niet zoo uitgesloofd met het plukken van eikebladeren!" "Stil maar, ik begin al weer!" lachte Elsje vroolijk. "Zal ik er dan eerst maar een voor u maken, grootmama?" "Dank je kind, ik ben over die ijdelheid heen." "Nu, ik eigenlijk ook," zei Elsje met een wijs gezicht. "Lieve tijd, wat een aanstellerij!" riep Frits uit. "Alsof niet alle meisjes nuffig waren!
Zij was dan ook alleen vriendelijk tegen hem en tegen Paul, die op was gestaan, gebogen had, en "juffrouw!" gezegd, toen ze binnenkwam. Maar vooral met Louis was ze nuffig lief; zij ging dicht bij hem zitten, keek hem telkens coquetjes lachend aan, zei: "Malle jongen, hou toch op!" of "och, plaag, schei toch uit!" en lachte dan weer, dol proestend. Van Annie nam ze volstrekt geen notitie.
Lidewyde, redeneerde hij, was juist eene vrouw om gestadig hare toevlugt te nemen tot de medische fakulteit; die vreemde heer met zijn brieschend tweespan en zijn nuffig rijtuig was de M'sche mode-dokter; niets natuurlijker dan dat de gezelschapsjufvrouw, of welke andere naam haar dan ook voegde, last bekomen had om den volgeling van Hippokrates, die hier welligt iederen dag een morgenbezoek kwam afleggen, als naar gewoonte uit te laten.
Die kladschilder, die bedelaar! Ik weet niets van hem. Ik dacht, dat mijnheer de kapitein zijn kennissen had onder den adel!" Nu Guy het huis even wijs verlaat, als hij het is binnengegaan, ziet hij nog, dat juffer Schwartz haar neusje in de lucht steekt en met haar klein voetje, met een roode kous en een nuffig schoentje bekleed, spottend op den grond stampt.
Ziehier Robbers eersten stoot: Somtijds meent men de beschouwing bij te wonen van een monumentaal beeldhouwwerk door een liefhebbend verzamelaar van fijn-artistieke bibelots, ziet men den snuffelaar om het reuzenwerk heensluipen, loupe in de hand, zijn opgetogenheid over détails, zoowel als zijn misprijzen op delikaten schertstoon van de brute ruwheid der hakkerij, uitende met overvloedig 'gebruik van nu eens wat nuffig, dan weer bedrukt, vaak vooral plagerig klinkende bevestigingswoordjes als: "waarlijk," "heusch," "inderdaad"....
Frits zou er stellig wel niet meer om vragen, maar in ieder geval zou ze het toch zeker niet doen. Zij wilde niet nuffig en coquet worden evenals Cécile en o misschien, misschien was ze wel te vrij geweest en te familiaar, maar grootmama en Frits hadden er toch niets van laten blijken dat ze dat vonden en ze was hier zoo innig gelukkig geweest.
Het scheen er op toegelegd, op-nieuw voedsel te geven aan de zonderlinge verwarring tusschen Femke en Sietske, die in z'n gemoed ontstaan was. Zeer duidelyk hoorde hy Vrouw Claus zeggen: Ja, Siet, maar... wat doet-i op zoo'n paard! Als ik z'n moeder was... En hoe Sietske nogal nuffig antwoordde: Nicht, ik denk dat z'n moeder er niets van weet.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek