Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juli 2025


't Is in allen gevalle zeer edelmoedig van hem; want dat lieve brokje van een Lodewijk zal zeer rijk worden, en zijn nicht heeft niets en hangt alleen van ooms goedertierenheid af."

Zijn bezoek was slechts kort; hij groette mijnheer en mevrouw Kegge allerhartelijkst, "juffrouw, ik wil zeggen nicht Henriette" zeer eerbiedig, en maakte ook een buiging Voor Van der Hoogen, die hem met een hooghartig "goeden dag" betaalde.

Linares was op dat oogenblik aan 't praten met Maria Clara, Sinang en Victoria, en daar hij niets van de oneenigheid wist, maakte hij zich niet weinig ongerust, toen hij zijn neef en nicht ontwaarde. Maria Clara, die tusschen kussens en dekens in een armstoel lag, was niet weinig verwonderd de nieuwe gelaatsuitdrukking van haar dokter te zien.

Aan nicht Jeanne te denken ging heelemaal niet meer. Zijn beenen waren strengen katoen geworden, en zijn voeten van lood. Hij verwonderde er zich over of er iemand in Hickleybrow hun koffie zou kunnen verschaffen. Hij was gedurende drie en dertig jaren nooit een heelen nacht opgebleven.

Ik hield mij echter in, bedenkende, dat onze vrouwen zeker zouden beginnen te schreeuwen en dat misschien don Raphaël of een ander verdediger van het schoone geslacht op dit geschreeuw zouden toeschieten. Ik bedacht dus bijtijds, dat het maar beter was te huichelen en er eens met Fabricius over te beraadslagen. Ondertusschen drong de oude vrouw mij haar te zeggen, waaraan hare nicht lijdende was.

Papa en mama waren er eerst wel wat tegen, omdat wij neef en nicht zijn, maar eindelijk hadden zij toch toegestemd, en de dag van ons huwelijk was reeds vastgesteld, toen papa al opeens heel leelijke dingen over Armand heeft hooren vertellen. Verbeeld u toch, Rozeke, er werd verteld dat hij zoo schrikkelijk veel geld verteerde met andere vrouwen! maar het zijn leugens, leugens!

"Wel, Nicht, wat zal het abolitie-genootschap daarvan denken?" zeide St. Clare. "Zij zullen een vastendag uitschrijven voor zulk een afval, dat gij eene slavenhoudster wordt." "Dat is maar gekheid. Ik zou willen dat zij de mijne was, om het recht te hebben haar naar de vrije staten te brengen en haar heur vrijheid te geven, opdat al wat ik beproef te doen niet weer verijdeld worde."

Pacheco wierp zich aan de voeten van zulk een goede tante om haar te bedanken voor haar vriendelijkheid. Don Felix vroeg daarop of zijn nicht reeds bij de hand was. "Neen," antwoordde de duenna, "zij rust nog en gij kunt haar thans niet spreken, maar komt vanmiddag terug." Dit antwoord was koren op den molen van don Louis, die den morgen verder zeer lang vond.

Hij scheen er werkelijk op gesteld, hun een dienst te bewijzen, en de geheele toon van zijn brief was zoo vriendelijk, dat zijne nicht zich niet anders dan aangenaam erdoor getroffen kon gevoelen; te meer op dit oogenblik, nu zij pijnlijk gegriefd was door het onhartelijk en ongevoelig gedrag harer nadere familieleden. Tijd voor overleg of navraag had zij niet noodig.

U zelve niet sparen en eindelijk bezwijken van smart over het leed dat gij u zelve en anderen hebt aangedaan," voegde ik haar toe. "Niemand heeft zich meer om mij te bekommeren; ik ben immers vrij!" "Maar niet om uw naam en afkomst schande aan te doen en u zelve dus weg te werpen." "Ik ben de laatste van mijn naam, en wat mijne afkomst betreft: ik ben de nicht van master Smithson."

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek