United States or Western Sahara ? Vote for the TOP Country of the Week !


7 Om de nieuwe dingen wel duidelijk te maken zeg ik dat wij aan een vlak land kwamen, dat alle kruid van zijne bedding weert. 10 Het droeve woud is omgordeling van dat vlak land, gelijk de nare gracht het van het woud is: hier zetteden wij de voeten vlak langs den rand. 13 De bodem was een droog en dicht zand, van geen andere soort dan dat hetwelk door de voeten van Cato eens werd gedrukt.

De nacht was duister en de regen, die by afwisselende vlagen nederstortte, had de nare straten der stad Antwerpen tot menigvuldige waterplassen gemaekt. Geen ander licht deed zich in het verschiet op, dan de weinige flikkerende keersjens, welke de inwooners voor de beelden ontstoken hadden.... De nachtwaker alleen, met piek en lanteern, doorkruiste de stad."

Doch ze leerde nu ook levensomstandigheden kennen waar geen zonnetje in scheen: het werd haar een gewoonte, voor zulke omstandigheden eenvoudig het oog te sluiten. Ze ontweek overbodige emoties; ze negeerde, als ze kon, ongeluk of verdriet totdat ze er mede was verzoend. Later zou ze haar bedienden uitdrukkelijk last geven, haar iedere nare tijding zoolang mogelijk te verzwijgen.

Een waterval, gestremd in ’t vallen, boomen, Verstijfd bij ’t wortlen in de holle schacht, En schepselen van duizend nare droomen.... ’t Is alles dood en steen en ijs en nacht.

Evenals een mens die uit een sluimering ontwaakt, en zich zijn nare of blijde dromen wil herinneren, stond de ridder met gebogen hoofd voor de Jonkvrouw. Tussen het zacht genoegen dat zijn hart overstroomde, kwam een bange vrees zich mengen, en hij wachtte angstig op het vonnis of het genadewoord der maagd.

Zij antwoordde geheel uit de hoogte door zotheid: Omdat ik geloof, dat er nooit op de wereld zooveel onaangename en vervelende menschen zijn geweest als nu; er is er niet een op straat of die mishaagt mij als de duivel. En ik geloof niet, dat er een vrouw op de wereld is, wien het hinderlijker is al die nare gezichten te zien en om daar niet naar te kijken ben ik naar huis gegaan.

Voortdurend word ik achtervolgd door allerlei nare visioenen, die zich aan mijn oogen voordoen. Al is mijn hoofd sterk genoeg om mij te zeggen, dat dergelijke zaken niets te beteekenen hebben, ze keeren steeds terug." Met verwondering had ik hem aangehoord; ik begreep nu, dat hij ziek was. "Mijnheer," vroeg ik, "kan het misschien ook een gevolg zijn van onvoldoende voeding? U eet zoo weinig."

"Als die goede Kaap niet zooveel behendigheid bij de oefening met dien staak aan den dag had gelegd, dan zou ik niet met een sprong binnen het huis van dien akeligen Moquaddem Sidi Hassan hebben kunnen dringen...." "Schei uit! Je maakt mij inderdaad zeeziek! Je bent een nare kerel! Hoor je?"

Zie, uit dit doodsch vertrek, hemel ja, precies een doodkist: langwerpig, smal, donker, vochtig, bah! uit deze kamer, met een eeuwigdurende ziekenlucht van die nare apotheek, hier heb je 't uitzicht op een touwwinkeltje en een blinden muur aan den overkant, met de passage van zes kippen en wat zieke lui die om een drank komen. Nee, in deze dompige la is 't op den duur niet uit te houden.

Hoe meer ik het betreurde haar niet zóó te kunnen verrassen, hoe opgewekter Lien bij de mededeeling werd. Ze liet echter geen dag voorbij gaan of ze noemde iets, dat ze zoo heel graag gehad zou hebben, als die nare oorlog niet was gekomen. Eenige dagen voor strooiavond kwam Lien uit school vroolijk bij mij binnen springen, uitroepende: "De andere kinderen op school vieren gewoon St.