Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 juni 2025


De uitgelaten jool verzwakte en verstomde; allen keken met wantrouwend ongenoegen naar den stoeren kerel, die door zijn enkele verschijning de pret gestoord had; en reeds trad Miel, Rozeke's oudste broeder, ondanks haar smeeken, beslist op hem toe, toen eensklaps, in de verte, in 't onzichtbare van den donkeren nacht, een donderend gedruisch, als van een snel-aanrollenden trein, alle hoofden met verbazing om deed wenden.

"Ik geleuve dat de mirrie t'oud es om nog veulen te krijgen," meende Miel van Dalen. Boer Dons maakte zich kwaad: "Watte! t' oud! Negen joar! Zij-je nie wijs dan, jongen?" "Ge zeg gij wel negen joar, moar ge'n weet gij da meschien zelf op 'n joar of twieë noar niet," glimlachte Miel.

Meteen bedacht ze zich dat het juist kermis was in een naburig dorp en dat La en Dolf, die beiden een verkeering hadden, daar wellicht met hun lief naartoe waren gegaan, terwijl vader en moeder en Miel thuis bleven wachten. Zij keek door 't kleingeruite raampje.

Miel en Dolf, de eerste lang, blond en mager, de tweede kort, donker en dik, met groote, zwarte, te wijd van elkaar staande oogen, kwamen van de zoldertrap, en La en Rozeke verschenen samen uit de kamer rechts. Dáár sliep ze dus, dacht Alfons met kloppend hart; en zijn oogen bleven als betooverd op haar gevestigd.

Het was iets zoo vreemds, dat zij af en toe elkander instinctmatig aankeken, als 't ware om zichzelven te overtuigen dat zij werkelijk levende wezens waren, die werkelijk-reëele gebaren en bewegingen maakten. Een der mannen, Drieske Nijpers, hield even op met rukken en stak de hand uit naar zijn buurman Miel van Dalen, om hem van zich af te duwen, alsof hij hem hinderlijk in den weg stond.

"Zegt dan liever rechtuit dat 'k zot geworden ben, of da 'k ne leugenoar of nen bedrieger ben!" toornde de oude boer. "Joa moar, boer, ge'n meugt ou nie kwoad moaken; 'k en wil ik nie kontroarie zeggen," suste Miel.

"Maar de zake mochte er niet onder lije, en vier dage later zat 'k alweer druk-op in me oplichterije. Zoo gauw ze uit Middelburg maande, seinde 'k: "Spectiereis, geduld" werom ... Binne 'n groote zes weke ha'k ook hier me zestien miel geflescht ...

De jongen stond wel wat verbaasd over zooveel onverschilligheid, maar zei verder niets; en door vader en Miel van Dalen vergezeld, begaf hij zich naar de gendarmerie en vertelde er 't gebeurde. Toen liepen zij met hun drieën en een paar gendarmen een eind weg langs het kanaal, in 't water kijkend. Maar onverrichter zake keerden zij naar de boerderij terug. Rozeke was wat bijgekomen.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek