Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 mei 2025
Hij beweert gewichtige tijdingen voor den kastelein te brengen." "Wie is hij?" "Hij zegt dat hij Lambrecht Ploegijzer heet en te Bethferkerke woont." "Ha, ik ken hem; het is een van mher Burchards lieden. Doe uwe mannen onder de wapens komen, Landfried; open de poort met voorzichtigheid en geleid den bode tot mij." Landfried ging ter kamer uit.
"Ik had een oogenblik gevreesd", zeide mher Rijkaard tot zijnen toekomenden schoonzoon, "dat gij lust kondet hebben om van het landgoed te Houthem uw zomerverblijf te maken. Het is wel een aanzienlijk eigendom, maar veel minder toch dan Ravenschoot, en het ligt bij Veurne, zoo verre van Brugge!" Robrecht had het hoofd gebogen en scheen in gepeinzen verzonken.
Men voere hem terug naar de gevangenis!" Mher Sneloghe werd ter zaal uitgeleid en door de wapenknechten in den grooten kerker gebracht, waar de andere Kerels, sedert zijn vertrek, niet zonder angstige nieuwsgierigheid zich vroegen wat toch zijn wedervaren voor het gerechtshof zou zijn.
Toen Bandewijn Van Aelst weder aan den voet van den muur stond, riep de proost: "De veldheer houdt eene jonkvrouw gevangen, die Witta Sneloghe heet en mijne nicht is. Neemt gij als voorwaarde onzer overgaaf aan dat zij insgelijks in vrijheid zal worden gesteld?" Mher Baudewijn begon in schijn over deze vraag met zijne ridders te spreken.
"Mher Rijkaard was niet tegenwoordig", antwoordde Robrecht. "Men had het zoo geschikt dat ik mij alleen met jonkver Placida bevond. Zij brak onze huwelijksbelofte, mij beschuldigende haar niet te beminnen en mijn hart eene andere vrouw te hebben geschonken." "Valsche uitvindingen onzer vijanden!" morde de oude Bertulf. "Hoe komt het dat gij dien laster niet oogenblikkelijk hebt vernietigd?"
"Neen; mher Willem van Normandië is een jong vorst, die de eer van het ridderschap zal staande houden. Daarom verwondert het mij des te meer, dat hij nu den poorters der steden eene volledige vrijheid vergunt. Weet hij dan niet, dat onze goede graaf Karel is vermoord geworden, alleenlijk omdat hij de ridderschap wilde verheffen en de onedele menigte in dienstbaarheid houden?
"Ja, mher Vos", antwoordde Gervaas, "het kostte evenwel veel, veel bloed." "Maar zooveel te meer gerucht zal deze overwinning maken, zooveel te grooter zal de roem zijn voor u en uwe ridders, die de sterke stad Brugge hebt gewonnen zonder hulp der Gentenaars." "Het is waar, mher Vos; ik ben u dankbaar en zal mijne belofte jegens u vervullen, wees des zeker."
"Ja, Willem, en tevens hoe Segher Wulf, doodelijk gewond, uit den kamp werd gedragen. Hoe gaat het nu met mher Wulf, weet gij het?" "Gisterennammiddag nog ben ik hem gaan bezoeken. Hij is zes dagen blijven liggen zonder spreken, en schier zonder bewustheid.
"Geen wonder", zeide Witta, "dat wij zoo blijde zijn. De geneesheeren, die tot nu toe achterhoudend bleven en ons geene hoop durfden geven, hebben dezen morgen verklaard dat zij niet twijfelen of mher Wulf zal genezen. Zijne wonde, die nog altijd was ontstoken, is nu gesloten." "God zij geloofd!" riep de jonge ridder, "dit is eene gelukkige tijding."
"Zijn mijne gezellen gewroken, de moord van mijnen armen Eric blijft onbetaald! Hadden wij hier dan slechts iemand van Rambolds maagschap gevonden, iemand dien hij bemint!..." Er naderde een Kerel die, de laatste klacht van Burchard hoorende, hem zeide: "Iemand van Rambolds maagschap? Wees tevreden, mher Burchard: daarbeneden, in den kelder, ligt het lijk zijner zuster." "Het lijk zijner zuster?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek