Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juli 2025
Toen liep hij eenige passen terug en lei zich weêr neêr om te slapen. Des morgens opende hij zijn oogen en ontwaarde schier naast hem Mevena in zittende houding, alsof ook zij juist was ontwaakt. Haar gelaat, dat zeer bleek was, glimlachte. "Wij zijn laat," zeide ze. Tamalone bloosde en stond bedremmeld op. In blakende zonnewarmte reden zij zwijgend naast elkander den derden dag.
Toen het al laat was ging Mevena, die haar kind hoorde, naar binnen; de mannen zaten nog lang te luisteren naar den monnik, die met een glimlach vertelde van dwazen door wie hij vervolgd was, ofschoon hij nooit iets misdaan had.
Wel hield Tamalone zijn hoofd rechtop, want hij vertrouwde dat in den nood de fortuin hem redden zou, maar nu was het de dag, dat hij Mevena voor 't laatst zou zien, zoodat al meer en meer in zijn hart de donkere weemoed zwol. Maar hij zat bedaard in het zadel. Bij de eerste krijgslieden die zij naderden, hield hij stil en vroeg een hoofdman waar heer Rogier was.
Maar hij hield zijn vreugde in want hij dacht aan Mevena. De brigadier liep hem tegemoet om te zeggen, dat Tamalone niet te vinden was. Mevena, roerloos zittende in de schaduw van den boom, zag hem een breed gebaar maken en haar oogen waren groot open alsof zij vragen wilde wat nieuws hij bracht.
Eindelijk richtte hij zijn hoofd weder op en zat met de armen gekruist; in de lucht dreven langzaam lichte wolkjes, in de duisternis der aarde beneden en in de gedaanten der boomen was een heimelijk levende gloed. Hij stond op, trad met voorzichtige schreden door de struiken, het boschje voorbij, telkens stilstaande, en naderde de plek waar Mevena lag.
Met open mond stond Carolus te luisteren, Walid knikte zijn hoofd verscheiden keeren. Mevena was langzaam beter geworden, maar de monnik vergunde haar nog niet het klein kamertje onder het dak te verlaten. Hij had een peluw voor haar gekocht en een tafel geplaatst voor het raampje, dat uitzag op de kade.
Tamalone kwam dien nacht niet thuis, hij doolde buiten de stad, verwonderd over de ontroeringen die hem hadden vervuld. En toen hij laat den volgenden namiddag aan den winkel kwam vond hij er de gebroeders, die ontsteld en in drukke verwarring vertelden hoe de oudste zoo pas het eten dat nog op de tafel dampte, naar boven had gebracht de kamer was leêg. Mevena was nergens te vinden.
Zijn stem klonk hem zonderling als uit een afstand. Mevena stond met gesloten oogen, het hoofd wat naar achter gebogen; beneden op den grond deed een zachte wind de blaadjes der groenten bewegen. Zij keerden naar huis, maar spraken niet meer. Simon en Josse zaten dien avond alleen en staarden elkander telkens aan, zij hadden gezien dat het lieve meisje in de kamer daarboven haar ongeluk wist.
Bij het maal werd weinig gesproken, alleen de monnik zei nu en dan iets, Mevena gaf den dieren stukjes uit haar bord; soms moest een der mannen opstaan als er een klant aan de voordeur riep. Toen de borden van de tafel waren en de drie mannen de kamer weêr hadden verlaten, lei Mevena haar hand op Tamalones schouder en vroeg vertrouwelijk lachend of zij nu ook naar buiten mocht gaan.
Het waren zonderling prikkelende gedachten, die Walids woorden in hem hadden gewekt. Tamalone voorzag reeds de smarten, die Mevena zou lijden wanneer zij wist, dat zij voor goed was verlaten, hij zag haar betraand gelaat zijn aderen zwollen en zijn hart klopte zwaar door 't valsche onrecht haar aangedaan.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek