Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 november 2025
Drie mannen stonden naast elkander tegen het licht. De broeder zeide, dat het zijn vrienden waren en noemde hun namen: Simon, Josse, en Baldo die nog zeer jong was. Zij keken haar zwijgend aan. Bij den haard lagen twee katten en een langharige hond met zijn tong uit den bek. Mevena zette zich bij de dieren neder om hen te aaien, en toen liepen de mannen de kamer weêr uit.
Des morgens vroeg zat Mevena nog steeds voor haar venstertje te wachten op Rogier, bij de mannen beneden noemde zij nimmer zijn naam. Tamalone wist wel waar zij altoos in stilte aan dacht, doch het maakte hem niet verdrietig, hij voelde in nederigheid, dat iedere dag al vreugde was en om wat komen zou haalde hij de schouders op.
Langs een nauwe trap droeg hij Mevena in een vertrekje, met houten wanden en een hellende zoldering; daar legde hij haar neder op wat stroo in den hoek en zette het licht op den vloer. Hij ging snel heen en kwam snel weêr terug met wijn en brood. Toen hij haar voorhoofd, waar een streepje bloed op lag, gewasschen had herkreeg zij haar bewustzijn en glimlachte en bij dien glimlach zuchtte hij diep.
Rogier zat in het getemperd licht der tent dicht bij Mevena in dartele blijheid te praten en te vertellen, het kind sliep in een hoekje op het stroo en hoorde hen niet; met de armen om elkander zaten zij, hun oogen waren vol verwachting, zoet vloeiden hun woorden in warmen adem tot zij eindelijk in zwijgen enkel kusten.
Hij lachte en knikte tegen het kleine kindje, zoodat de menschen in de straat bleven staan, elkander wijzend naar den lustigen monnik, en Mevena stillekens voor zich lachte. In den winkel en in de lage achterkamer, voor het venster waarvan nu de wingerd bloeide, was het of de dagen van het vorig jaar weêr beginnen zouden.
Hier wandelde hij dikwijls heen en dacht aan Mevena en aan zijn goeden vriend den monnik. Eens toen hij dien weg besteeg bemerkte hij, dat het zeer donker werd, doch zich omkeerende zag hij beneden in de opening van het loof nog het daglicht. Hij stond een wijle stil. Door het kletterend geruisch hoog boven hem begreep hij, dat er een zware regen viel.
De verschoten hemel was wijkend alom met zijn bloei van kwijnende starren; hier en daar dreven trage dampen over de bergtoppen, waarvan er sommige reeds in dauwig morgenlicht schenen. Tamalone zette zich aan het werk om vuur te maken en terwijl hij op zijn knieën over een stapeltje hout boog ontwaarde hij Mevena, die geruischloos bij hem stond. Zij glimlachte toen hij haar aankeek, en knikte.
En middelerwijl zou hij een boodschapper naar Lugina zenden om hem te vragen vrienden te worden. Hij zwoer haar dat hij nog voor den zomer voorbij was weêr bij haar zou zijn; hij zou een rijk loon krijgen voor wat hij in den oorlog had gedaan, Mevena zou dan gelukkiger zijn in een grooter slot dan Siremonte.
De oogen weêr neêrslaande zag Mevena twee witte vlinders rondom haar dwarrelen, waarvan er één zich lichtkens op haar mouw zette en langzaam hare hand opkroop. Rogier opende toen de oogen en zag het kleine gelaat over hem gebogen in aanvalligen glans van vreugde.
Tamalone wist, dat wat hij had ondervonden en wat hij ooit in verbeelding doorleefd had, niet anders verschilde dan dat hij het eerste vreesde duidelijk bewust thans vreesde en het ander beminde; Mevena was slechts een naam die hem bekoorde, haar gelaat zou wel van lieverlede vager worden en uit zijn stille gedachten vergaan was zelfs zijn jonge vroomheid in de dagen van het klooster niet eveneens verleden en voorbij?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek