Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 november 2025


Hij wist niet wat er gebeurde, maar een poosje later voelde hij, dat hij een slappen arm vastklemde, zijn andere hand was nat. Het water ruischte koel in de kloof beneden, het stroomde voortdurend, in de verte klonk hetzelfde gezang van daareven. En daarginds zag hij nog Mevena in donker loopen. Tamalone stond op en ging voorzichtig terug vanwaar hij gekomen was.

Mevena dacht aan den minnaar en aan de naderende stad; de monnik keek haar dikwijls van ter zijde aan, verontrust over de bleekheid van haar gezicht. Hij vroeg met lieven aandrang soms of zij rusten wilde, doch zij antwoordde ongeduldig dat zij niet moede was, en beiden reden door, het snuiven en kleppen der goede paarden was het eenig geluid.

Maar wanneer hij bedacht wat hij doen zou als hij het verlof niet kreeg, zuchtte hij en herinnerde zich Walid, die gezegd had, dat de bloedsteen hem leed zou brengen. En des nachts werd hij somtijds wakker en zag in zijn verbeelding Mevena die schreide.

Bij het kozijn geleund, starende naar de oosterlucht die ijler werd, herinnerde hij zich wat Walid bedoeld had met den wensch voor zijn geluk, en langen tijd bleef hij staren naar de lucht en de straat, waar de gesloten huizen, ordeloos tusschen boomen verspreid, verschenen uit den vroegen schemer, tot het kraaien van een haan hem stoorde in zijn rust en hij zich bezon, dat Mevena hem niet beminde.

Toen zij ontwaakten was het een schoone dag, de warme zon scheen aan den hemel en in de witte meiboomen, die voor het landhuis stonden, kweelden vele vogelen. Mevena wachtte buiten reeds vroeg op haar vriend om naar het kamp te rijden, doch hij scheen verstrooid van zin, hij draalde zoo lang en antwoordde zelden.

En toen hij een eind verder weder naar de starren zag was hij ten zeerste verbaasd over hun talrijkheid eens, vroeger, had hij den hemel zoo weeldrig gezien, eens maar; nu was het evenzoo, er moest wel iets bijzonders wezen, de hemel was niet zonder reden zoo wonderbaarlijk verlicht, het was om Mevena voorzeker... En plotseling stond hij stil met zijn handen opgeheven, hij dacht of hij zinneloos was geworden en sloot zijn oogen in kille vrees.

Hij had toen een droom waarin hij overvloedig weende en verbaasde vreugde voelde om twee schoone oogen. De rest van den nacht, waarvan hij het einde wakend verbeidde, lag hij te mijmeren of hij ooit door een toeval Mevena weder zou zien. Dagen lang kwam hij in de woning van Marco slapen, overdag was hij altijd uit.

Vóór hem zoowel als achter hem van waar hij gekomen was rees de weg; hij liep een eind weegs vooruit, omziende en weder omziende; dan ging hij weêr terug, de plaats voorbij waar de paardensporen in 't hout verdwenen. Toen hij zijn hoofd weêr omwendde zag hij tegen 't avondlicht een kleine gedaante die den weg afdaalde hij wist in eens, dat het Mevena was en beefde.

Mevena reed nu met opgericht lijf, de monnik zag haar oogen groot en strak geopend, zij had de lippen vastgeklemd; de avondbries, van regen en zeelucht vochtig, deed de wijde mouwen van haar pij zachtjes fladderen. Toen zij de poort bereikten, waar bij een lantaarn twee wachters soezend zaten te mompelen, was de nacht drukkend van duisternis.

Doch de mannen verzwegen dit antwoord voor Mevena. Eindelijk op een kouden nacht werd het kind geboren. Tamalone, die de vrouw was gaan roepen bleef buiten op de kade heen en weder loopen, de sneeuw viel gedurig in dichte vlokken, zoodat hij bij poozen moest stilstaan om zich de kleederen af te schudden.

Woord Van De Dag

t'ie

Anderen Op Zoek