United States or Bahamas ? Vote for the TOP Country of the Week !


Vier wel gewapende matrozen brachten hen met hun goed aan boord van de schebek en keerden vervolgens naar het schip terug. De kotter werd nu opgeheschen; daar het anker te zwaar was om te lichten, kapten ze den kabel en gingen onder zeil. De andere schepen volgden hun voorbeeld. Mesty en de matrozen sloegen er begeerige blikken op, maar dat hielp niet.

Dit maakte Mesty terstond aan onzen held verknocht, en hij toonde zijn gehechtheid op alle mogelijke manieren. Ook Jack mocht Mesty goed lijden en praatte graag met hem, zoodat zij, na het gevecht met Vigors, elkaar gewoonlijk iederen avond op den bak ontmoetten om de beginselen van gelijkheid en de rechten van den mensch te bespreken.

Mesty was in zijn eigen land iemand van veel beteekenis geweest; hij had al de ellende van een overtocht op een slavenschip te verduren gehad, was tweemaal als slaaf verkocht, was vervolgens wel ontvlucht maar had toch ondervonden, dat de meening van het gros sterk gekant was tegen zijn huidskleur en dat hij, ofschoon vrij, aan boord van een oorlogsschip tot de nederigste diensten werd gedoemd.

Mesty vatte de aangeboden hand en drukte die zwijgend, want spreken kon hij niet. Toen hij de hand weer losliet, was hij zoo door zijn gevoel overstelpt, dat hij het gesprek niet kon voortzetten en zich in de kajuit afzonderde. Den volgenden morgen kwam Jack op de muiterij terug en vroeg opnieuw aan Mesty wat hij er van dacht.

Hij haastte zich aan dek en vond het roer verlaten; iedereen was dronken en het schip liep op goed geluk af met gebraste ra's voor den wind op. Mesty gromde van nijdigheid, maar er viel geen tijd te verliezen. Enkel de marszeilen waren bijgezet; hij streek ze, duwde het roer aan lij en sjorde het vast, om onzen held te hulp te gaan roepen. Jack sprong met schrik op en snelde naar boven.

De avond viel en nu werd het aan wal een drukte en rumoer van belang; onder zingen en dansen zag men bij het licht van het vuur de wijnkannen zwaaien en toen zij begonnen te razen en te tieren en hoe langer hoe meer beneveld raakten, wendde Mesty zich met een bitteren lach tot Jack en zei enkel; "Wacht maar eens."

"Ik zie geen uitkomst," zei Don Philip met een zucht. "Wat te doen?" "Ik weet 't niet," antwoordde Jack. "Als we nog maar touwen hadden." "Is 't zeker, Massa Rustig, dat al die boeven beneden weg zijn?" vroeg Mesty. "Ja," antwoordde Rustig, "kijk maar; ze liggen daar allen gekneveld onder bewaking der soldaten." "Dan is 't hoog tijd dat we wegkomen." "Dat vind ik ook, Mesty; maar hoe?" "Hoe?

Jack zat voor op den bak met Mesty te praten, die een groote vriendschap voor hem had opgevat. Ofschoon onze held nog slechts drie weken aan boord was, zou Mesty toch alles voor hem gedaan hebben, en bij nader inzien is dit toch eigenlijk licht verklaarbaar.

Strak hield hij den blik gericht op het onheilspellende gelaat van Mesty, die slechts op een wenk scheen te wachten. "De zaak is nu bijna gezond," zei Mesty. "We moeten nu naar beneden en de overige manschappen inrekenen." Dit voorstel werd door onzen held goedgekeurd.

Erken en steun je mijn wijsbegeerte niet langer?" "We zullen daar morgen eens uitvoerig over praten, vader, voor het oogenblik verlang ik naar wat eten," en Jack gaf driftig een ruk aan de schel. Op die laatste aanmaning verscheen de bottelier, gevolgd door Mesty, die er van kwaadheid als een duivel uitzag. "Lieve hemel, wat is er dat voor een?"