Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 mei 2025


Een jongen stapte naar voren, en zei ja. Ik nam mijn tafeltje en zeide: Op wien woudt gij wedden? Op Ben-Hur, den Jood, antwoordde hij. Toen zeide ik: Om hoeveel zullen wij wedden? Hij antwoordde ... hahaha! O, Messala, ik moest zóó lachen, 't was zoo gek, hahaha! Messala keek Cecilius vragend aan, en deze zeide: een sikkel; welke mededeeling een luid en algemeen gelach veroorzaakte.

Voor de wandelaars had hij geen oog; de wonderwerken, die zij voorbijgingen, ontlokten hem geen enkelen uitroep van verbazing. Zwijgend, ja gemelijk vervolgde hij zijnen weg. Die verandering van stemming was aan de onverwachte verschijning van Messala te wijten. Het verledene stond hem op eens zoo levendig voor den geest.

Hij gaf den brief en noodigde hem naast zich op den divan. Daar, zeide hij, lees, en lees overluid. Vertaal het in de taal uwer vaderen. Latijn is mij een gruwel. Ben-Hur gevoelde zich zeer opgewekt en begon zonder erg te lezen: Messala aan Gratus.... Hij hield op. Een bang voorgevoel deed hem koud om 't hart worden. Ilderim merkte zijne ontroering op. Hoe nu? Ik wacht.

Esther wendde den blik naar hen en glimlachte. Ja, wilt gij ze niet zien? Ik zou ze maar verschrikken. Toen kwam zij dichter bij Esther, en daar deze onwillekeurig terugweek, zeide zij : Wees niet bang. Ik heb een boodschap voor uw man. Zeg hem, dat zijn vijand dood is, dat ikzelf hem gedood heb, om de matelooze ellende, die hij over mij gebracht heeft. Zijn vijand? Ja, Messala.

Wat Malluch dus voor een voorbijgaande neerslachtigheid hield, was ernstig overleg wanneer hij zich tegenover Messala zou kunnen stellen en op welke wijze hij die ontmoeting tot een onvergetelijke zou kunnen maken. Na een poosje kwamen zij aan een breede eikenlaan, druk bezocht door groepjes wandelaars, paardrijders, vrouwen in draagstoelen.

Enkele lessen bij mijn ouden leermeester in de rhetorica, vlak bij het Forum, een weinig oefening in de kunst der mysteriën, en Delphi zal in u Apollo zelven zien. Maar alle gekheid ter zijde, in welk opzicht ben ik niet de Messala, die ik was bij mijn vertrek? Ik heb eenmaal onder het gehoor gezeten van den grootsten philosoof onder de zon.

De moeder richtte zich op en antwoordde: Mijn zoon, Messala was als kind door zijnen omgang met u en uwe vriendjes bijna zelf een Jood; was hij hier gebleven, dan zou hij mogelijk een jodengenoot geworden zijn; maar de jaren in Rome doorgebracht hebben hunnen invloed doen gelden.

Om te hooren wat hij nog verder mocht te zeggen hebben, hielden de lieden zich bedaard. Messala gaf zijn metgezel een wenk om den wagen te verwijderen en wendde zich vervolgens vrijmoedig tot het meisje.

En wat zijne dochter betreft, voor haar was het in ieder geval te laat om nog aan ontkomen te denken. Ben-Hur stond er het dichtst bij en riep Messala toe: Halt! Zie dan toch wat gij doet! Terug! Terug! De patriciër lachte hartelijk, en ziende dat hem geen keus bleef sprong Ben-Hur toe, greep de twee bijdehandsche paarden in den teugel, en rukte hem met inspanning van alle krachten op zij.

De telg der Drusussen bloosde tot achter de ooren, maar zijne makkers overschreeuwden zijn antwoord door hun geroep: Messala! Messala! Mannen van den Tiber, zeide hij, een der jongelieden de dobbelsteenen uit de hand nemend, wie is de meest door de goden bevoorrechte? De Romein. Wie stelt den volken de wet? De Romein. Wie is dus rechtens beheerscher der wereld?

Woord Van De Dag

vreugdelooze

Anderen Op Zoek