Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 juli 2025


TITUS. Haar doodde ik, om wier lot ik blind mij kreet. 'k Ben even weevol als Virginius was, En heb wel duizendmaal meer grond dan hij Tot zulk een wandaad; en ze is nu gedaan. SATURNINUS. Wat! werd ze onteerd? O meld mij, wie dit deed! Neem nog wat spijs! TAMORA. Waarom versloegt ge uw een'ge dochter dus?

Op het hooren van dezen kreet kwamen de omstanders weder naar voren; waarop de kokeler terstond overluid deze regels volgen liet: "Il cane la brebis mangea, Mais l'agnel tôt reviendra." "Mensch!" zeide Aylva: "van wien hebt gij deze dingen?" Doch Adeelen was hem reeds voorgetreden. "Elk zijn beurt, vriend Aylva!" zeide hij: "kom, meld mij eens, kokeler! of Friesland nog lang vrede zal hebben.

En als wij in Brandenburg komen, meld u dan bij mij aan." Hij gaf daarop de noodige bevelen en reed met zijne officieren verder. Hendrik kwam nu met zijn wagen naderbij, sprong er af en vroeg: "Fieken, hoe is 't? Maar, wat vraag ik nog lang? Je ziet er immers uit, alsof het hart je op de tong ligt; niet waar, hij heeft je vader vrij gegeven?"

SILVIA. Ga, Ursula, en haal hier mijn portret. Gij, breng dit aan uw heer, doch meld hem dit: Die Julia, die zijn wufte zin vergeet, Zou beter, dan die schim, zijn kamer sieren. JULIA. Wil, jonkvrouw, dezen brief van hem doorlezen. Vergeef mij jonkvrouw, uit verstrooidheid reikte ik U daar een brief, dien ik niet geven mocht; Dit is het schrijven voor uw edelheid.

Caïcara heeft het voorrecht, een commissaris van policie te bezitten; ongelukkig is de man een lomperd. Ik meld mij bij hem aan; ik zeg hem wie ik ben en wat ik verlang: hij verwaardigt zich zelfs niet, mij een stoel aan te bieden, maar verzoekt mij, hem morgen mijne papieren te laten zien.

Als gij dit doet, meld ik u wond're zaken, Waarvan het weten u veel voordeel brengt; Wilt gij dit niet, 'k laat alles mij gevallen, En spreek niets meer; maar wraak verdelge u allen! LUCIUS. Zoo spreek dan; en behaagt mij wat gij zegt, Dan blijft uw kind gespaard, ja, 'k voed het op.

VALENTIJN. Nu, met een ladder, hecht van touw gemaakt, Met een paar haken, die men vast kan werpen, Beklimt men eener tweede Hero toren, Zoo maar Leander stout het wagen durft. HERTOG. Nu, spreek, zoo waar gij aad'lijk bloed bezit, Waar kan ik zulk een ladder mij verschaffen? VALENTIJN. Wanneer behoeft gij die? Meld dit mij, heer.

Die wond is nog niet geheel genezen; maar ik hoop toch, dat ik over een paar dagen mijn hand wel zal kunnen gebruiken om te werken, als u mij eenig werk geven wilt." "Nu, werk kunt gij krijgen, zoodra gij uw hand gebruiken kunt. Blijf dus voorloopig maar hier in de nabijheid; en meld u dan nog maar eens aan, zoodra gij in staat zijt om te werken. Nu kunt gij beiden gaan!"

ÆGEON. 't Is wel het zwaarst, wat gij mij op kunt leggen, Dat ik mijn onuitspreek'lijk leed u meld; Maar opdat elk getuig', dat drang des harten, Niet lage misdaad, schuld is van mijn dood, Wil ik verhalen, wat mijn smart mij toelaat. Ik stam uit Syracuse en was gehuwd; Mijn vrouw zou heel mijn heil en ik het hare Geweest zijn, had niet onheil ons vervolgd.

Toen, August, greep ik zijn hand, en sprak hem van menschen die het goed met hem meenden; van u en den generaal. Wat hij antwoordde meld ik u niet omstandig. Genoeg, hij dacht er niet aan om eenige hulp van u aan te nemen. Liever zou hij doch waartoe meer.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek