Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 oktober 2025
»Ook van Vader?" vraagde de jonge Boer, den spreker scherp aanziende. Het meesterke sloeg de oogen neer. »Ik weet het niet," zeide hij langzaam, »maar uw vader heeft het toch in elk geval goedgekeurd; anders was Eliëzer niet gekomen." Frits Jansen keek het meesterke even aan. Hij had toch niet vermoed, dat het meesterke in die zaken nog zooveel gezond verstand bezat.
»Ja, meesterke," antwoordde Frits eenigszins scherp; »ik ga voor een of twee jaren dienst nemen. Daar behoef je nu zoo bedrukt niet voor te kijken, want met zuchten en huilen, zooals jij doet, kunnen we ook niet door de wereld komen." »Over een jaar ben ik misschien al weer terug," zeide hij iets vriendelijker. »Als alles goed gaat," liet hij er op volgen.
Tante Martje ging stil haars weegs, zuchtende en biddende, en het meesterke sneed het door de ziel, dat in de familie, waaraan hij zooveel te danken had, de demon van den tweedracht zijn intrek had genomen. Natuurlijk was deze tweedracht geen geheim gebleven voor den omtrek.
Frits drukte hem de hand. »Gij zijt een goed meesterke," zeide hij vriendelijk, »maar gij hebt in den regel geen courage genoeg." »Ge hebt me dikwijls moeten helpen met die wilde jongens," meende het meesterke. »Dat is waar," antwoordde Frits; »waarom sloegt ge ze niet om de ooren?" »Ik kan het niet," zuchtte het meesterke.
»'t Is niet noodig!" zeide Frits uit de hoogte. »Wilt ge u dan niet verzoenen met uw ouders?" vraagde het meesterke. »Ja," antwoordde de jonge Boer hartstochtelijk, »dat weet ge ook wel!" »Wel nu," meende het meesterke, »Eliëzer komt niet uit eigen beweging ". »Dat is glad genoeg," zeide Frits Jansen koeltjes. »Hij komt als bode van uw moeder," vulde het meesterke aan.
Zoowel Frits Jansen als Jack Williams behoorden tot de patrouille, en heftig en luide klopte het hart van Frits, toen hij den kleinen, muisvalen poney zag grazen, en in het harde, spichtige gras, tegen den stam van een eenzamen wilgeboom, het meesterke gewaar werd. Doch ook het meesterke had, in spijt van diens militaire kleeding, den zoon van baas Jansen herkend.
Eliëzer was bij deze onthulling zichzelve niet, doch over het bleeke gelaat van het meesterke gleed de weerschijn eener groote vreugde. »Nu komt alles terecht," juichte hij, »nu komt alles terecht!" De Zoeloe echter greep een zwaren stok, omklemde de knieën van zijn jongen meester en riep: »Sla mij, Baas, sla mij dood, maar vergeef het mij!"
»Het meesterke noemde zich een verworpeling," steunde hij, »maar de ware verworpeling en verschoppeling ben ik: weggejaagd van mijn vaders drempel als een verrader, gebrandmerkt als een brandstichter een verworpeling en een vervloekte!" Hij keerde zich af van het vuur, stutte het hoofd tusschen de handen, en heete tranen biggelden over zijn wangen.
Doch Frits kwam allengs tot eenige kalmte. »Wie heeft het gezien?" vraagde hij langzaam. »Hector," antwoordde het meesterke. »Zóó die leugenaar!" riep Frits met bittere verachting; »en die wordt geloofd!" »Schaap heeft het ook gezien," zeide het meesterke. »Zóó een tweede exemplaar van hetzelfde soort!" barstte Frits Jansen los met een wilden lach.
»Ik geloof het," zeide de jonge Boer; »er zit geen staal in je bloed, geen merg in je gebeente, meesterke. Ik zou me toch liever dood vechten dan me op mijn kop laten zitten!" »Ik schijn voor het lijden geboren," zeide het meesterke. »Als een verworpeling ben ik op de wereld gekomen, en uit den beker van het lijden heb ik gedronken tot op dezen oogenblik."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek