Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 juni 2025
Voor dat men de "zaal" der restauratie binnentrad, las men dit vers, hetwelk Courfeyrac met krijt op de deur geschreven had: Régale si tu peux et mange si tu l'oses! Men weet dat Laigle de Meaux veeleer bij Joly dan elders te huis was. Hij had een woning, zooals de vogel een tak heeft. De twee vrienden woonden, aten, sliepen samen. Alles hadden zij in gemeenschap, zelfs een weinig Musichetta.
Hier ligt Blondeau, Blondeau nasica, de os der discipline, bos disciplinæ, de rekel der orde, de engel van 't appèl, die recht, vierkant, nauwkeurig, streng, eerlijk en leelijk was. God schrapte hem, zoo als hij mij geschrapt heeft." "'t Doet mij leed," hernam Marius nogmaals. "Jonkman," zei de arend van Meaux, "dat u dit tot een les diene! Wees in 't vervolg wat nauwgezetter."
Op het thema van de misère van het hofleven hadden reeds in de twaalfde eeuw Johannes van Salisbury en Walter Mapes hun tractaten De nugis curialum geschreven. In het veertiendeëeuwsche Frankrijk had het zijn klassieke uitdrukking gekregen in het gedicht van Philippe de Vitri, bisschop van Meaux, musicus en poëet beide, door Petrarca geprezen: Le Dit de Franc Gontier.
Deze stad is het Vaderland van verscheidene groote mannen, als van den welsprekenden Bossuet, Bisschop van Meaux, daar ik in mijnen vorigen reeds melding van maakte; van den Toneeldichter Crébillon, een edelman, die hier een voornamen post bekleedde; hij voerde de Treurspelen van AEschylus op nieuws in Frankrijk ten Tooneele, nadat hij dezelve op eene regelmatige wijze beärbeid had; zijne stukken zijn nog tegenwoordig in veel achting, en sommigen 'er van worden dikwijls gespeeld; hij werd in 1674 geboren, en stierf in 1762.
Een Franschman, Meaux geheeten, heeft denkelik, door zich in Vlaanderen te vestigen, aanleiding gegeven tot het ontstaan van dezen naam, omdat zijn vervlaamschte zoon van zijn vaders franschen naam zich, op nederlandsche wyze, eenen vlaamschen vadersnaam, als toenaam maakte.
't Is als met de kinderen; zij die ze willen, hebben ze niet; zij die ze niet begeeren, krijgen ze. Kortom: ik ben kwaad. Bovendien verdriet mij het gezicht van den arend van Meaux, dien kaalkop. De gedachte, dat ik van denzelfden ouderdom ben als die bloote knie! Overigens critiseer ik, maar beleedig niet. Het heelal is wat het is.
Niet, zoo als deze willen, was Dagobert de aanvallende partij in Friesland, of wilde dit land dadelijk overheeren; maar de Saksen, onder Koning Berthold, wilden niet meer onder der Franken gebied blijven, maar vrij zijn, des zij hunne krijgsboden aan Klotaris zonden, om dien op een barschen toon den wil van hunnen Koning te kennen te geven, hetwelk der Franken Opperhoofd dezen zoo hoog afnam, dat, waren zij niet door de christelijke staatkunde van den Bisschop van Meaux gered, hij hen welligt het hoofd voor de voeten had doen leggen.
"Zijt ge mijnheer Marius Pontmercy?" "Ja gewis." "Ik zocht u," hernam L'aigle de Meaux. "Waarom?" vroeg Marius; want hij was 't werkelijk, die het huis zijns grootvaders verlaten had en nu een gestalte voor zich zag, die hij nog nooit gezien had; "ik ken u niet." "Ik u evenmin," antwoordde L'aigle.
Op een namiddag, die, zooals men zien zal, eenigermate samenhangt met de hiervoor verhaalde gebeurtenissen, stond de "arend van Meaux," behagelijk tegen den deurpost van het café Musain geleund. Hij leek veel op een cariatide die vacantie had; want hij droeg niets dan zijn peinzerijen. Hij keek het plein St. Michel rond.
Door een echt noodweer overvallen, hadden deze niet eens van hun vuurwapen gebruik kunnen maken en waren langs omwegen nu in allerijl naar Parijs op marsch. De weg hierheen stond thans voor de bondgenooten wijd open; de laatste hinderpalen waren gevallen. Napoleon was te ver weg, om hen te kunnen schaden. In drie colonnes over Meaux en Lagny werd de opmarsch begonnen. Nog versaagde Napoleon niet.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek