Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 17 juni 2025


De wilde ganzen hadden geen lust beschutting in een of andere grot te zoeken, maar stonden boven op den berg te slapen, en de jongen was in het korte, droge gras bij de ganzen gaan liggen. 't Was dien nacht heldere maneschijn, zóó sterk, dat de jongen haast niet slapen kon.

De geliefden hebben samen buiten op de weide of in bosjes geslapen, en worden nu door het gezang der vogels of door de dageraad gewekt; onder hevige klachten en verwensingen over die noodzaak moet de vrouw zelf de man tot haast aanzetten; of wel zij tracht hem nog terug te houden: neen, het is het daglicht niet, maar maneschijn, het is de leeuwerik niet, maar de nachtegaal, zegt zij.

't Was, alsof ze aldoor had verwacht, dat ze iets bizonders zou beleven, terwijl ze daar in den maneschijn buiten haar oude huis liep. "Eigenlijk was ik van plan hier den heelen nacht op 't landgoed te blijven," zei de dwerg. "Als u me maar een veilige slaapplaats wilt wijzen, zou ik liever niet vóór 't aanbreken van den dag naar 't bosch terug willen." "Moet ik je een slaapplaats wijzen?

O, sneef, sneef, sneef, sneef, sneef!" DEMETRIUS. 't Is zonde, zonde, hij kwam juist op dreef. LYSANDER. Zou er geen hoop zijn, dat hij leven bleef? THESEUS. Mijn heelmeester moge hem verplegen; wat de kunst vermag, zal gedaan worden, want er zijn er geen twee zoo in heel Athene. HIPPOLYTA. Hoe komt het, dat Maneschijn is weggegaan, voor Thisbe terugkomt en haar minnaar vindt?

In het Westen gaat de zon onder, de golven stralen in goud, purper en oranje, en de gouden bol daalt langzaam in het water in een apotheose van stralen, een uiteenspatting van vonken. Toen het donker was, daalden wij naar beneden, naar Monchique, nu onder den indruk van het landschap bij maneschijn. Zoo is dat zoo goed als vergeten Algarvië.

En doorgaans was er wel één onder de passagiers die wijs genoeg was dezen filosoof te antwoorden met zijn gansche hart: "ja, dan zou je wat zien, meneer." Het was niet alles rozegeur en maneschijn met den jongen Caddles. Daar hadt je bijvoorbeeld die onaangenaamheden die ontstonden uit de quaestie met de rivier.

O doopt ze in 't bloed; Uw schaar verwoed Doorsneed zijn levensband! O tong, geen woord! O zwaard, ga voort, Doorweek mijn boezem mee; Vaart, vrienden, wel; Thipsy sneeft snel; Atjé, atjé, atjé!" THESEUS. Maneschijn en Leeuw zijn overgebleven om de dooden te begraven. DEMETRIUS. Ja, en Muur ook. Neen, zeker niet; de muur is neergehaald, die hun vaders scheidde.

O, waarom trekt zij mij zoo onweerstaanbaar in deze schittering, klaagde toen zijn lied; was ik, goeie jongen, niet even zalig in den wilden nacht? In mijn eigen kamertje verdoken, lag ik in maneschijn.... droomde daar van volle gulden uren onvermengde vreugd, voor-beseffend had ik reeds haar beeld gevonden, diep in mijne borst....

Ook is de Haas bij maneschijn voorzichtiger; hij loopt minder snel, en dikwijls ziet hij, opgericht op de achterste pooten, angstig den omtrek rond, of hij iets ontdekt, dat voor hem gevaarlijk zou kunnen zijn. Bij duisteren hemel is zijn loop sneller, maar toch alleen, wanneer het pad zoo open is, dat zijn oog zich boven de omringende planten of den grond verheft.

Maar nu en dan sloeg ze haar bruine oogen op en zocht de zijnen. Als ze 's avonds in den maneschijn op de veranda zaten, leunde ze tegen hem aan en hij kuste heur haar zonder dat ze 't merkte. Je ziet wel wat zijn zonde was: hij vergat 't verleden en de toekomst.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek