Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 juni 2025


Sedert het gebeurde in het politiebureau had Javert hem meer dan ooit vermeden en de heer Madeleine had hem niet weder gezien. "Laat hem binnenkomen," zeide hij. Javert trad binnen. De heer Madeleine was bij den haard blijven zitten met een pen in de hand, papieren doorbladerende, waarop hij aanteekeningen maakte, en die processen-verbaal wegens politie-overtredingen bevatten.

De lieve God is goed; mijnheer Madeleine is goed; verbeeldt u, hij is naar Montfermeil gegaan, om mijn Cosette te halen." Zij legde zich neder, hielp de liefdezuster het hoofdkussen verschikken en kuste het zilveren kruisje, dat zij aan den hals droeg, en 't welk zuster Simplicia haar gegeven had. "Mijn kind," zei de zuster, "tracht nu te slapen en spreek niet meer."

De welvaart, die vader Madeleine te M. sur M. had doen ontstaan, had, behalve de zichtbare teekenen welke wij reeds hebben aangewezen, een ander verschijnsel ten gevolge, dat, hoewel niet zichtbaar, daarom niet minder belangrijk was. Het bedriegt nooit.

" Een arrondissement van Pas-de-Calais is het tooneel eener ongewone gebeurtenis geweest. Een vreemdeling in het departement, Madeleine genoemd, had sedert eenige jaren, door een nieuwe wijze van bewerking, een oude plaatselijke industrie, de fabricage van git en zwart glaswerk, uit het verval opgeheven. Hij had er zijn fortuin door gemaakt, en, men mag zeggen, ook dat van het arrondissement.

Slechts een enkel mensch in de stad en het arrondissement onttrok zich geheel aan die vereering, en vader Madeleine mocht doen wat hij wilde, deze man was weerspannig, alsof een soort van onverwinnelijk en onverzetbaar instinct hem bezielde en verontrustte.

Madeleine bleef eenigen tijd bewegingloos voor het bed staan en aanschouwde beurtelings de zieke en het kruisbeeld, evenals hij twee maanden geleden deed, op den dag, toen hij haar voor het eerst in deze wijkplaats bezocht. Beiden bevonden zich daar nu weder in dezelfde houding; zij sliep, hij bad; maar thans, na verloop dezer twee maanden, was Fantine's haar grijs, het zijne wit.

De naaste weg om naar Scaufflaire te gaan, was door een weinig bezochte straat, waar de geestelijke der kerk woonde, waartoe mijnheer Madeleine behoorde. Zoo men zeide, was de pastoor een goed, achtenswaardig mensch, die gaarne goeden raad gaf.

Op zekeren ochtend ging mijnheer Madeleine te M. sur M. door een kleine, ongeplaveide straat: hij hoorde rumoer en zag op eenigen afstand een groep menschen. Hij ging er heen. Een oude man, Fauchelevent geheeten, lag onder zijn kar, waarvan het paard gevallen was. Deze Fauchelevent behoorde tot de weinige vijanden, welke de heer Madeleine te dien tijde nog had.

Eensklaps opende hij zijn jas, nam zijn portefeuille, haalde een potlood voor den dag en scheurde toen een blaadje uit, en schreef daarop bij het licht van den lantaarn: "M. Madeleine, maire van M. sur M.;" toen drong hij met snelle schreden door de menigte, trad recht op den deurwaarder toe, gaf hem het briefje en zeide gebiedend: "Breng dit aan mijnheer den president."

De geneesheer nam zuster Simplicia ter zijde, en deze verhaalde hem, dat mijnheer Madeleine voor een paar dagen afwezend was, dat men gemeend had de zieke in haar waan te moeten laten, als zou mijnheer Madeleine naar Montfermeil zijn gereisd, terwijl 't overigens mogelijk was, dat zij juist geraden had. De geneesheer vond dit goed.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek