Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 mei 2025
Behalve door twee deuren, die in het volkslogies uitkwamen, en een raam aan den voorkant, dat eenig schemerlicht uit het groot luik zou toegelaten hebben, wanneer het niet gesloten werd gehouden, omdat wij anders voor iedereen der bemanning te kijk waren, ontvingen wij licht en lucht door een koekoek boven onze hoofden.
Op de muren van de straten en stegen van Gent en van Brussel, tot zelfs op de masten van de schepen der Geuzen, zag men toen uitplakken de namen van de legerhoofden en bevelhebbers van versterkte plaatsen, die verraad pleegden: die van den graaf van Liedekerke, dewelke zijn slot niet verdedigde tegen don Juan; van den provoost van Luik, dewelke de stede aan don Juan wilde verkoopen; van de heeren van Aerschot, van Mansfeld, van Berlaymont, van Rennenberg; van den Staatsraad, van George Lalaing, stadhouder van Friesland; van het legerhoofd, den heer van Rossignol, afgezant van don Juan, bemiddelaar tusschen Philippus en Jaureguy, den onbehendige, die moord wilde plegen op den Prins van Oranje; den naam van den aartsbisschop van Kamerijk, die de Spanjaards binnen de stede wilde laten komen; de namen der jezuïeten van Antwerpen, die drie tonnen gouds dat maakt twee millioen gulden boden aan de Staten om het kasteel niet af te breken, om het voor don Juan te behouden; van den bisschop van Luik; van de Roomsche predikanten, die de patriotten belaagden; van den bisschop van Utrecht, door de poorters om zijn verraad uit het Sticht verdreven; van de bedelorden, die te Gent konkelden ten voordeele van don Juan.
In dat geval kwamen zij naar beneden, en ik maakte mij gereed, hen met mijn revolver te ontvangen. Maar hoe scherp ik ook luisterde, ik hoorde op de trap geenerlei geluid. Halef had het luik goed dicht getimmerd! Er verliep heel wat tijd, wel een vol uur. Toen kwam mijn viertal bij mij terug. We zijn klaar, Sihdi! berichtte hij. Wij hebben met inspanning van alle krachten gepompt.
Hij voelde, dat aller oogen op hem gevestigd waren, en verbeeldde zich dat het beter ging. En toch hield het gegiegel aan, ja, het vermeerderde blijkbaar. En daartoe was wel reden. Boven zijn hoofd was een vliering met een luik, en uit dat luik, kwam een kat te voorschijn, welke men een touw om de achterpooten gehecht had.
Een zijner vrienden, een italiaansch bisschop, die juist te Luik vertoefde, gaf hem den raad een kerk te bouwen, om zijne schuld voor God te boeten. Baldric was daartoe aanstonds bereid; de plaats voor het nieuwe heiligdom werd bepaald en de kerk zelve in 1030 gewijd; vervolgens verliepen er nog twee-en-twintig jaren eer de gebouwen der abdij voltooid waren, die weldra rijk en beroemd werd.
Wat heb ik u gedaan, dat gij zoo iets van mij zoudt kunnen denken? Zeg, wat heb ik u gedaan? Niets nietwaar? Welnu, vooruit dan! Alweder waren wij op de groote wegen, maar ditmaal was ik niet vrij om te gaan waar ik wilde en te doen wat ik goedvond. Toch had ik een gevoel van verlichting toen ik Londen verliet. Ik zou De Roode Leeuw niet meer zien en dat luik, dat mij, ondanks mij zelven, aantrok.
Onder dezen, mijne beschermers en ambtgenooten, was de sergeant-majoor Collette, van Brussel, en een sergeant van Luik, met name Deguée, die mij lachende zijnen zoon noemde, en waarlijk uit rechtzinnige goedheid met de sabel het minste ongelijk zou hebben gewroken, dat men mij hadde durven aandoen.
In België vindt men het vaste poppenspel nog te Luik en Brussel, maar vooral te Antwerpen, het "Poesje" waarvan Ary Delen in zijn keurig artikel over het Poppenspel in Vlaanderen in Elsevier's Geïll.
Het luik stond open, ik waagde mij op het plat. De kapitein liep er in ontroering heen en weer. Hij keek naar het schip, dat op vijf of zes kilometer onder den wind van ons afbleef. Hij draaide er als een wild dier omheen, en het oostwaarts achter zich aanlokkend, liet hij zich vervolgen. Evenwel viel hij niet aan; misschien aarzelde hij nog.
Het uiterst kleine "magazijn" is niet anders dan een soort kraampje, van voren open, zelfs bij de felste koude. Een uur voor zonsondergang wordt de bovenhelft van het luik gesloten, dat als het opgezet is, de waren voor zon en regen beschut, terwijl de onderhelft in neergeslagen toestand de toonbank vormt, waarover men heenstappen moet, als men binnen wil komen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek