Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 juli 2025


"Ik zou bijkans trek gevoelen om u aan uw woord te houden," zeide Frederik Hendrik: "indien ik niet begreep aan mijn waardigheid te kort te doen, door uw voorstel aan te nemen." "En ik," zeide Ludwig, met een buiging, "zou Uwe Doorl. sterk aanraden zulks te doen. Het zou Uwe Doorl. voor eeuwig van alle vooringenomenheid met de Arminianen genezen."

Het spreekt vanzelf dat ik eerst informatiën nemen zou naar eerlykheid, geloof en fatsoen, want ik neem niemand op 't kantoor, voor ik dáárvan zeker ben. Dit is een vast principe van me. Gy hebt het gezien uit myn brief aan Ludwig Stern. Ik wilde voor Frits niet weten dat ik eenig belang begon te stellen in den inhoud van dat pak, en stuurde hem daarom weg.

Doch eer hij nog een woord tot verklaring van zijn gedrag had kunnen bijvoegen, sloeg Ludwig, dien de vreeselijke blik zoowel als de beweging van den Pater voor een moorddadigen aanval op zijn leven deden vreezen, hem met de wijnkan zoo geweldig in 't gezicht, dat het bloed hem uit neus en mond sprong.

"Die slavernij houdt voortaan op," zeide Eugenio: "eens ons doel bereikt hebbende, wordt gij uw eigen meester, en een ouderdom van weelde en onafhankelijkheid zal u de gehoorzaamheid van jaren vergoeden." "En wie betaalt mij mijn verloren zielsrust?" vroeg Ludwig. "Ik heb u reeds gezegd," hernam Eugenio, "dat uw zonden u vergeven zijn. Wat kan u dan nog kwellen?"

Door de gunst, welke hij tot nog toe aan de verdrukte Remonstranten betoond heeft, door de verkeerde wijze, waarop Ludwig, die hem met open oogen bedriegt, hem de zaken beschouwen laat, door de verwijdering, die tusschen hem en zijn broeder ontstaan is, zijn de oogen van alle misnoegden in Holland op hem gevestigd.

"Van den zwarten vos misschien?" zeide Ludwig, den Jezuïet bedoelende. "Ik geloof van ja," antwoordde de vreemdeling, die in den waan verkeerde, dat de geheimschrijver een der verbannen Predikanten bedoelde. "Ik had mij gevleid," hernam Ludwig, fluisterend, "dat hij zelf hier zou komen snuffelen." "Hij zou er wel op passen," zeide de ander: "hij zou hier slecht ontvangen worden."

Ludwig antwoordde niets; maar een kasboek van de tafel nemende, waarin de geheime uitgaven des Graven stonden uitgedrukt, legde hij hem dit open voor, met den vinger die posten aanwijzende, waar de verborgene giften aan verdrukte Remonstranten waren opgeteekend, giften, die, te zamen gerekend, een vrij aanmerkelijke som beliepen.

"Aha!" zeide Ludwig: "gij komt dus van de Remonstrantsche Heeren? dat verandert de zaak; ofschoon het mij verwondert, dat de kweekeling van Ds. Raesfelt zich met Arminianen ophoudt."

"Zooals gij verkiest," hernam Joan, het pakket weder bij zich stekende: "gij zegt dan, morgenochtend...." "Te negen uren. Vaar intusschen wel, Heer Gezant." "Ik heb de eer u te groeten, Heer Secretaris!" zeide Joan en vertrok. "Morgenochtend te negen uren!" herhaalde Ludwig, zoodra hij alleen was. "Tegen dien tijd zit gij, waar men u zoo licht niet vandaan laat vliegen.

Ik weet, dat gij mij bemint en uw zorg mij nooit hebt onttrokken, ook toen ik in vreemde handen mijn opvoeding genoot en mijn eigen loopbaan volgen moest. Laat ik die tranen afdrogen en herken uwen Ludwig nog." Welke moeder wederstaat de smeekingen van haar zoon, ook op het oogenblik dat hij haar hart verscheurd heeft?

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek