Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 mei 2025
»Uwe lordschap duide mij dit niet ten kwade, doch ik geloof, dat eenige geweren in de sloep van veel nut zouden zijn." »Neen, neen, neen geene wapens! Gij zoudt om eene beuzeling aan het vechten raken. Gij hebt uwe bevelen, mijnheer." »Ja," dacht ik, »mijne bevelen heb ik. Als ik slaag, ben ik een roover; en slaag ik niet, dan heb ik kans aan den eersten boom den besten opgeknoopt te worden."
Of hij nu zelf vond, dat dit zeemansachtig stond, dan wel of zijn kleermaker bij het uitknippen zich vergist had of toen ter tijd met veel katoenen stof bezet had gezeten die hij opruimen wilde, weet ik niet; maar hoe breed ook de achterboeg van zijn lordschap was, nog breeder en wijder waren naar evenredigheid de plooien van dit onmisbaar deel van zijn omhulsel.
Ik heb eerbied voor eene kunstenaarsluim!" en hij wilde heengaan. »Dix mille millions d'excuses!" riep nu Pierrotain-Cham, zooals wij hem nu ook maar zullen noemen, in den weg tredende, en zekere verlegenheid onder die exageratie verbergende. »Hoe komt Uwe Lordschap aan deze opvatting?" »Wel, ik heb gehoord van den noodlottigen indruk, dien het zien van mijn kaartje op u heeft gemaakt."
Dit wist ik, dat het sein was om het op eene andere wijze nog eens over te zeggen. »Ik merkte op, mylord, dat het onder uwe vrienden in Engeland veel bevreemding zoude wekken, dat iemand van zoo hooge afkomst als u, zijn leger in eene schuur, ging opslaan. »He?" zeide zijne lordschap. Dat gaat niet, dacht ik bij mijzelf: òf uwe lordschap, òf ikzelf, een van beiden zijn wij erg onbegrijpelijk.
Ik zal het nog eens beproeven, zoo dood van den slaap als ik ben. »Ik zeg, mylord, dat als het volk in Engeland wist, dat gij in uw hart zoo'n zeeman zijt, zij bij geene uwer handelingen gek zouden opkijken; maar die u nu niet zoo goed kennen, zullen het zeer vreemd vinden, dat gij met zulk een kwartier tevreden zijt." »Ah, zoo... o... o!" riep zijn lordschap, zegevierend uit.
Zijn lordschap ving het gesprek aan, toen wij onze nachtkwartieren op het zachte droge hooi betrokken hadden: »Zeg eens," er volgde eene pauze. »Mylord?" »Wat zouden zij in Engeland wel zeggen, als zij ons hier zagen liggen?" »Ik denk mylord, dat zij wat mij betreft er niets in vinden zouden, maar voor u zouden zij het eene al te eenvoudige slaapkamer voor een edelman vinden." »Wat?"
Voor zijn lordschap werd een bed in het huis van den opzichter gereedgemaakt, doch hij verkoos op het hooi in de schuur te slapen.
Zoo althans dacht zijn lordschap, die naar den eersten officier toegaande, zeide: »Mijnheer »Dinges," zoudt gij niet denken, dat gloeiende »hoe heeten zij ook" moeten gegeven worden in de eerste laag aan dien »gij weet wel?"" »Gloeiende kogels, bedoelt gij, mylord?" »Ja," zeide zijn lordschap; »denkt gij niet dat wij hen daarmede zouden klein krijgen?"
»Waar duivel moeten wij die vandaan halen, mylord?" vroeg de eerste officier, die niet dezelfde was, die met mij had willen duëlleeren, omdat ik hem voor een even grooten bol had uitgemaakt als de commandant; laatstbedoelde was door de kuiperijen van den schrijver van boord af gewerkt. »Ja, dat is waar ook," zeide zijn lordschap.
Maar de president van de Rechtbank was in een brommige bui. Hij had den mist in zijn geleerde keel, en zag geen reden tot verdaging. Bovendien was de tegenpartij, die haar voordeel bespeurde, er sterk tegen. De getuigen waren er met groote kosten gebracht; zijn Lordschap was er, de gezworenen waren er; de zaak moest voortgang hebben.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek