United States or Solomon Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


De beschuldiging die zoo vaak wordt ingebracht tegen den grooten meester die den Waverley schreef, dat hy dikwyls van 't geduld zyner lezers misbruik maakt door te veel bladzyden aan plaatsbeschryving te wyden, komt me ongegrond voor, en ik geloof dat men zich tot het beoordeelen van de juistheid eener zoodanige aanmerking, eenvoudig de vraag hebbe voorteleggen: was deze beschryving noodig tot juist opvatten van den indruk dien de schryver u wilde meedeelen? Zoo ja, men duide dan hèm niet ten-kwade dat hy van u de moeite verwacht te lezen wat hy zich de moeite gaf te schryven. Zoo neen, dan werpe men 't boek weg. Want de schryver die ledig genoeg van hoofd is, om zonder noodzaak topografie te geven voor denkbeelden, zal zelden de moeite van 't lezen waard zyn, ook daar waar ten-laatste zyn plaatsbeschryving een eind neemt. Maar men vergete niet dat het oordeel van den lezer over 't al of niet noodzakelyke eener afwyking, dikwyls valsch is, omdat hy vóór de katastrofe niet weten kan wat al of niet vereischt wordt tot geleidelyke ontwikkeling der toestanden. En wanneer hy n

En zoo ik het der burgerlijke huishoudelijke niet euvel duide, dat zij vrieg in plaats van vroeg zegt, dat zij van profester spreekt, dat zij eindelijk met eigenlijk verwisselt, zoo ik niet van haar eische, dat zij het vervelende "En toen zei ik," het langdradige "Om kort te gaan," het babbelzieke "Onder ons" afleere, mits zij van vliering en zolder naar keuken en kelder dribbele, overal het onordelijke herstellende.

Men duide het Alonzo niet ten kwade, en beschuldige hem niet van kleinmoedigheid, dat hij, weder voortrijdende, zijn pistool uit den holster trok en de oogen steeds naar de rechterzijde gewend hield, want wie toch zou niet, evenals hij te moede zijn, in het nachtelijk duister, op zulk een eenzamen weg, met zulk een doel voor oogen, en, hetzij dan door de verbeelding of wel in de werkelijkheid, aan dergelijke raadselachtige verschijningen overgegeven.

Ik heb niet de eer, dezen menschlievenden superieur van nabij te kennen, en hij duide het mij niet euvel maar ik gevoel vrees voor eene mogelijke kennismaking. Want wat moet men doen in 's hemelsnaam w

»Uwe lordschap duide mij dit niet ten kwade, doch ik geloof, dat eenige geweren in de sloep van veel nut zouden zijn." »Neen, neen, neen geene wapens! Gij zoudt om eene beuzeling aan het vechten raken. Gij hebt uwe bevelen, mijnheer." »Ja," dacht ik, »mijne bevelen heb ik. Als ik slaag, ben ik een roover; en slaag ik niet, dan heb ik kans aan den eersten boom den besten opgeknoopt te worden."

Ten tweede, Combeferre duide het mij niet euvel, is een verleende Charte een slecht middel tot beschaving. Den overgang weg te nemen, te verzachten, den schok te verminderen, de natie allengs uit de monarchie tot de democratie te brengen door de praktijk der constitutioneele fictiën dat alles zijn slechte redenen. Neen! neen! verlichten wij het volk nooit met een valsch licht.