Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 juni 2025
Een huis Zonder den gastheer is maar een leêg ding En loos van eer; een beker zonder wijn, Een scheê die door geen lemmet wordt gestijfd, Een zonverweeûwde tuin en zonder bloemen. Nog eens, wil verontschuldgen, lieve neef. BIANCA: Hij is geen neef van ons en geen verwant. SIMONE: Geen neef, en geen verwant? Gij laat mij schrikken.
Doch zij zien alleen het vage, vale blikkeren van 't donker water in 't kanaal en zij hooren slechts het zuchten van den wind, die zachtjes door het oeverriet suist. Dat duurt zoo, langen, langen tijd. De moeheid van het vruchteloos wachten verslapt weldra de stramheid der overspannen zenuwen en de oogleden vallen van verveling en afmatting dicht. Het zal alweer een loos alarm zijn.
Meer nog dan door haar gezang hebben de Zwaluwen door haar inborst en hare gewoonten de genegenheid van den mensch verworven. Zij zijn vroolijk, gezellig en verdraagzaam, maar ook schrander en loos; behalve stoutmoedigheid, bezitten zij ook moed.
SILVIA. Dit staat aan u; niets anders is mijn wil, Dan dat gij daad'lijk u ter ruste spoedt. Gij loos, meineedig, valsch en trouwloos man! Gelooft gij mij zoo ijdel, zoo onnoozel, Dat mij uw vleitaal ooit verlokken zou, Hoe menigeen uw eeden ook bedrogen? Keer huiswaarts en doe boete aan uw geliefde.
Gebruik nu in zinnen: afkeerig, walgelijk, afschuwelijk, afgrijselijk. Arglistig listig bedriegelijk loos slim sluw. Geneigd of geschikt, om op behendige wijze een ander te misleiden.
Zij hebben natuurlijk een openlijken aanval vermeden, maar het was ons misschien wel gelukt hen te vangen, wanneer wij hen voorzichtig omsingeld hadden, vooral wanneer een uwer hier was achtergebleven en een loos schot had gelost. Dan hadden zij gemeend dat wij allen nog hier waren! En gelooft gij, dat wij hen nu niet meer kunnen inhalen.
Op het plein de trammen, de vigilantes, de sleeperskarren en zware wagens van de Hollandsche Spoor en Van Gend & Loos; en telkens, dof-donderend, een trein, die stil bleef staan, daar boven op het perron, met hijgend gesis. Dan een menschen-stroom uit de duisternis tusschen de grauwe steengevaarten waar de rails op rusten.
"Als er iemand boecken schrijft De leser lacht, de leser kijft De leser prijst, de leser spot En beyde dickmaal sonder slot." "Wat gaet de slimme gast alhier te voorschijn halen Of fabels sonder slot en oude leugen-talen, O, regter! achtet niet al wat de bouve seyt Ten heeft geen ander slot, als slegts een loos beleyt."
Stooten en rammelen! o Dat men in een land als het onze, waar de straatwegen zoo uitmuntend zijn, zulke slechte diligences maakt en gedoogt! Doch hier breng ik u de eer, die u toekomt, edele Van Gend en Loos, Veldhoest en Van Koppen, warme menschenvrienden!
Geen Griek mag ook maar het minste van uw aanslag te weten komen. Waar zal ik een veldheer, een raadsman, een dischgenoot vinden, als hij was? maar ik zie hem nog niet in uwe macht, en gij moogt wel bedenken dat, hoe loos gij als Egyptenaar ook zijn moogt, Phanes als Helleen niet minder slim is. Blijf vooral bij uw eed van alle gedachte aan het bezit van Rhodopis' kleindochter te zullen opgeven.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek