Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 juli 2025


Blikt zij verstoord, 't is niet, dat zij u haat, Zoo spoort ze u aan, dat gij geen rust haar laat. En kijft zij, daarom zendt zij u niet heen, Een vrouw wordt dol, houdt gij haar neen voor neen. Laat u de deur niet wijzen, wat ze ook zegg', Want zegt zij: "ga!" dan meent zij niet: "ga weg!" Vlei, prijs haar, roem haar gaven; ziet zij zwart, Verklaar toch, dat haar blankheid eng'len tart.

Twee-, driemaal staat hier Proteus' naam; o wind! Wees kalm en blaas geen enkel woordje weg, Totdat ik ieder enkel woord gespeld heb, Mijn naam slechts niet; dien draag een wervelwind Naar een afgrijslijk steile, ruwe klip, En stort' hem in de gramme baren neer! 122 In éénen regel, zie, zijn naam tweemaal; "De mijm'raar Proteus, diep onzaal'ge Proteus, Aan de engel Julia"; dit scheur ik er af; Doch neen, dat niet, daar hij mijn naam zoo aardig Met zijne weeklachtnamen heeft gepaard; Ik wil ze vouwen, de' eenen op den and'ren; Kust nu, omarmt u, kijft, doet wat gij wilt.

Ten overvloede heeft zij boven mannelijk gezelschap dit voor, dat zij u niet de veldflesch helpt ledigen; en boven vrouwelijk, dat zij niet kijft en kakelt langs den weg." »Foei, broeder, foei!" riep Barbara: »Gij, anders zoo galant!" Weer observeerden wij met bezorgdheid die heftige schudding in den zetel van des paters nieren.

Gees is goedhartiger, spraakzamer, en een weinig minder eigenzinnig en bevooroordeeld dan haar man, met wien zij nooit kijft dan in 't geval dat hij den hoogsten prijs niet voor de kaas gemaakt heeft, die haar teedere handen bereid hebben. In haar jonge jaren was zij vrij luidruchtig als ze eenmaal losraakte, maar op den duur zou men het haar niet hebben aangezegd.

ANTIPHOLUS VAN EPHESUS. Vriend Angelo, maak gij het voor ons goed; Als ik niet op mijn tijd pas, kijft mijn vrouw. Zeg, dat ik met u in de werkplaats was, En naar het maken van haar halssnoer keek, En dat gij 't morgen thuis bezorgen zult.

"Als er iemand boecken schrijft De leser lacht, de leser kijft De leser prijst, de leser spot En beyde dickmaal sonder slot." "Wat gaet de slimme gast alhier te voorschijn halen Of fabels sonder slot en oude leugen-talen, O, regter! achtet niet al wat de bouve seyt Ten heeft geen ander slot, als slegts een loos beleyt."

Men schuift door: men dringt, stoot, roept, hemt, duwt, kijft, geeft stoelen aan, zet tafels bij, langt borden aan, laat wijn komen, en begint te eten.

De wilde dansers houden op, en nu gaan zij van aardkluiten en steenen allerlei werken maken, met daken en koepels en zuilen van champignons; zij bouwen, maar komen niet verder, want anderen schoppen er tegen, of trekken een der onderste stutten weg, en dan valt het opeengestapelde weer in, en dan joelt en jankt en kijft het weer onder en door elkander.

Alles loopt en dringt en duwt en woelt en krioelt door elkander; men biedt en looft, men kijft en klapt in de handen: dit alles veroorzaakt een rumoer, waarvan een vreemdeling zich bezwaarlijk een denkbeeld vormen kan.

Zijne loktonen "sjiel sjelm piep" hoort men tot vervelens toe; wanneer de Musschen zich tot een talrijk gezelschap vereenigd hebben, wordt haar gemeenschappelijk geroep van "tell tell sielb dell dieb sjielk" volkomen onverdragelijk. Toch schreeuwt, kijft en zingt de Musch zoo ijverig, alsof zij met de stem van een Nachtegaal begaafd is; reeds in het nest tsjilpen de jongen.

Woord Van De Dag

estes

Anderen Op Zoek