Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 juni 2025
"Alzoo," zeide Van Lintz, glimlachende: "zoudt gij u van het bewaren van ons geheim ontslagen rekenen, wanneer ik eens van hier ware." "Ongetwijfeld!" antwoordde ik: "dat was immers de afspraak?" "Voorzeker!" zeide Van Lintz: "maar het zou den Heer Blaek wellicht onaangenaam zijn, indien men wist, dat hij eenig aandeel in mijn ontkoming had."
"Ik zal hierover in geen woordentwist treden, die ons te verre zoude leiden," zeide ik, glimlachende over de drogredenen, waarmede Van Lintz zijn handelingen zocht te vergoelijken: "ik acht het met dat al gelukkig, dat niet iedereen zich geroepen voelt, om een dusdanige nieuwe maatschappij te stichten en op roof en doodslag te gronden.
"Wij bidden u, niet te bieden eenige resistentie," zeide Heynsz: want hij was het zelf: "mijn dienaars zijn gewapend en ik heb slechts te vertoonen mijn mandaat, om te verkrijgen de noodige assistentie." "Geef in 's Hemels naam toe," zeide ik tegen Van Lintz: "alle weerstand zou voor het oogenblik nutteloos zijn."
"Het is zoo, Zuster!" zeide mijn vader: "de Baron Van Lintz, dien gij u nog wel herinneren zult, heeft hier gisteren, en zoo ik mij niet bedrieg, ook vroeger nog, zijn intrek gehad." "Nu ja!" zeide Martha, de zwijgende ondervraging van Tantes blik beantwoordende: "hij is hier 'eweest, en zijn dochter ook: en nou binnen zij Goddank weg en vrij ook, naar ik hoop.
"Het is het jacht van Lodewijk Blaek!" riep ik uit, door den kijker ziende, en den groenen voorsteven met verguld beeldwerk herkennende, waar het zilveren schuim tegen opspatte: en vervolgens, Van Lintz ter zijde trekkende: "was hij mede in 't geheim van uw vertrek?" vroeg ik hem.
"Het doet mij leed," zeide ik, "dat gij in uw plan zoo wel geslaagd zijt; de Heer Van Lintz heeft mij het leven gered en het zou, geloof ik, ook mijn vader innig verheugd hebben, indien de man ontkomen ware."
"Hoe zoo?" vroeg Holmfeld: "kennen de vrienden mekaar?" "Dezen Heer ken ik," zeide Van Lintz, met een onveranderd gelaat: en naar mij toetredende, drukte hij mij de hand. "Neen maar...." hernam Pulver: "bij mijn zaligheid zou ik er op durven zweren: en toch is het niet wel mogelijk.
"Neen! dat niet, Jacobus Blaek!" zeide Van Lintz, met een spotachtigen lach: "als ik in veiligheid ben en niet eer zult gij het bekomen en het zelf kunnen verbranden. Ik weet, waaraan ik de hulp, die gij mij bewijzen zult, dank moet weten en ken mijn voordeel te goed om er afstand van te doen, nu het mij dienen kan."
Terwijl men alhier beraadslaagde, kwam de bagage van Van Lintz van het vaartuig terug: en kort daarna meldde zich iemand bij Heynsz aan, dien ik terstond voor een der boden van mijn vader herkende.
"Wees toch bedaard Amelia!" zeide Van Lintz, eenigszins ontevreden over den twijfel, welken zijn dochter over den uitslag van het tweegevecht scheen te voeden: de Heer Blaek verlangt een les: hij heeft die noodig: en ik ben bereid, hem die te geven: zou UEd. de goedheid willen hebben, Kapitein Holmfeld! van de sloep vaardig te doen maken. Ik vlei mij, dat wij niet lang zullen wegblijven."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek