Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 mei 2025
"Ik zal u verzoeken, liever een vaartuig te mijnen koste te nemen," zeide Van Lintz. "Ziedaar een billijk voorstel," zeide ik tegen Heynsz: "gij zijt bovendien afgezonden, om Mijnheer gevangen te nemen, en niet om hem te pijnigen door den aanblik van iemand, die hem met reden hatelijk is."
"Ik heb de eer het gezelschap nederig te groeten, zeide hij, een spottenden blik op Van Lintz werpende; maar de uitdrukking van zijn gelaat veranderde en zijn kleur verschoot, toen hij mij herkende. "Ga zitten, Mijnheer Blaek!" zeide Holmfeld: "waarlijk, wij waren er verre af, van ons op uw bezoek te verwachten: dat is hupsch van u."
Ik wenschte dat die Heer Van Lintz of van Talavera, zooals hij heeten mag, op den heeten rooster zat." "Dat juist niet," zeide ik: "ik ware dubbel tevreden, zoo hij maar Staatsminister in Spanje gebleven ware, zoodat ik nooit van den man gehoord had als uit de couranten.
"O! dat is niets!" zeide Van Lintz, met een glimlach: "de Heer Huyck zal mij niet verklappen: en bovendien, ik heb geene keuze en moet de gelegenheid, nu zij zich voordoet, bij de haren vatten. Er kon voor mij geene gelukkiger ontmoeting zijn dan deze; want ik had al op de middelen gepeinsd om een onderhoud met u te hebben."
De Heer Van Lintz had haar niet bespeurd of er geen acht op geslagen, en zijn dochter was te zeer in haar droevige gepeinzen verdiept, om te letten op iets, wat rondom ons gebeurde. Wat Pulver betreft, hij was juist bezig met vuur te slaan en zijn pijp aan te steken, toen de jol van het jacht afging, en zij had dus ook zijne opmerkzaamheid niet getrokken.
"Ja Mijnheer!" zeide Van Lintz, terwijl hij met den vinger de blanke streep aanwees, die, van Vlieland naar Terschelling loopende, de grenzen tusschen het ruime sop en de binnenzee scheen af te teekenen: daarginds is het open vaarwater en de weg der vrijheid." "Droevig genoeg," zeide ik, "wanneer men dien buiten zijn vaderland moet zoeken."
Het eerste voornemen van den Drost was geweest, Van Lintz in de gewone gevangenis van Terschelling te doen bewaren; maar Heynsz, de middelen van voorzorg en bewaking, die het eiland aan mocht bieden, weinig vertrouwende, had beter geoordeeld, den gevangene zijn woord als edelman af te nemen, dat hij niet ontsnappen zoude, en op deze belofte gerust, hem met zijn dochter logies bezorgd bij een der gegoedste ingezetenen, waar wij nu dien dag gezamenlijk het avondeten gebruikten.
"Ik zal dien afwachten," zeide zij: "maar vooraf moet ik u nog zeggen, dat ik een brief heb van mijn oom Van Lintz, waarin hij mij de aanleiding mededeelt, welke mijn ongelukkigen oom Blaek tot den stap, dien hij deed, bewogen heeft, en mij tevens een stuk zendt, volgens hetwelk ik recht op een aanzienlijk vermogen zou hebben.
"Ik zoude het niet gelooven, veelmin verhalen," ging Van Lintz voort, "indien ik het niet had gezien; maar ik heb zelf, ik durf het thans wel te bekennen, meer dan een dier tochten bijgewoond: ik was toen nog zeer jong, had geen recht besef van het mijn en dijn, en het kwam niet in mij op, dat mijn oom iets onbetamelijke of onwettigs zoude gelasten: te meer daar hij mij dikwijls onderhield over zijn voorvaderen, die, naar hij beweerde, tot de Noordsche zeekoningen hadden behoord, wier leus was, op den Oceaan geen vrienden te kennen."
Kom met mij, naar mijn huis, of...." "Naar uw huis?" herhaalde Van Lintz: "neen dat niet! Het zou wellicht uw zoon niet zeer aangenaam zijn, mij te ontmoeten, na de les, die ik hem gisteravond gegeven heb." "Hoe! wat!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek