Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 juni 2025
Wij, u omgevend, vergeten te sterven: Wel is lieflijk de Dood. Maar zachter dan Dood is het leven. Wij zijn wel sterf'lijk, maar zijn toch ook goden, Onschuldige makkers van u, O eeuwige Fuji". Yone Noguchi.
De ijzeren assen draaiden boven, de drijfriemen snelden, de wielen liepen en de houten armen rukten met schokken, dat de spoel klettrend vloog. Maria stil en lieflijk in haar werk, zooals een bloem tusschen het ijzer. En haar handen waren fijn, en hare oogen keken zoo lieflijk als druppelen water.
"Ach!" roept ze, en werpt zich neêr voor 't dierbaar huwlijksbed, Dat Segol in haar schoot zag smelten, eer de woede Des vijands tot den wal van 't lieflijk Bethur spoedde, Maar weduwlijk bewaakt sints de algemeene nood Den krijgsheld in den band der oorlogszorgen sloot.
Even voelde zij verdriet in zich rijzen, doch even slechts, want het zware hoofd in haar schoot was zoo lieflijk onschuldig, dat zij zeker geloofde aan een spoedige verzoening tusschen haar verwanten en hem met wien haar leven nu verder zou gaan. En zij bedacht dat hij gesproken had van rustige dagen op het slot, ongestoord door oorlogsangsten, wanneer hij den heidenkeizer niet meer dienen zoude.
Nu hoort wat laatste eer Amor haar bewees: Over der doode lieflijk beeld gebogen Zag 'k weenen hem in tastbare gedaant', En dikwijls hief hij zijn gelaat, betraand Omhoog, tot waar de ziel reeds was getogen Van haar, wier blijde schoonheid men ééns prees. Dit eerste sonnet bestaat uit drie gedeelten.
Toen ik echter opzag uit mijne bukkende houding, bemerkte ik, dat de boom, waaronder ik geschuild had, geheel ontbladerd was. Een oogenblik daarna streek een vlucht vogels op de kale takken neer en hun lieflijk gezang vervulde mij met nieuwen moed.
Geen oord ter wereld levert in den voorjaarstijd zulk een verscheidenheid en menigte op van lieflijk zingende vogels als Holland, en in Holland is er geene streek, waar zij zich in zulk een aantal ophouden als aan den duinkant: en welke plek ook op aarde schooner en rijker aan prachtige of lieflijke tooneelen wezen moge, geen bestaat er, waar de natuur zich zoo bestendig levendig voordoet.
"Haar stem was altijd zacht, lieflijk zacht, een heerlijk ding bij vrouwen," getuigt Lear van zijn Cordelia. Het einde van dit levenstijdperk, waarin Shakespeare zijn groote treurspelen schiep, mogen wij, zooals boven reeds aangeduid is, met groote waarschijnlijkheid in 1609 stellen. Hij maakte toen ongetwijfeld nog steeds deel uit van het tooneelgezelschap, waartoe hij sinds jaren behoorde.
En Signy weende stil, Toen zij ging van den laatsten der haren; toch weende zij gansch niet meer Als zij was aan het hof van Siggeir, en zoo lieflijk als weleer Scheen haar blik in aller oogen, en niets deed kennen haar rouw, Noch haar vrees, noch eenig begeeren; geen die kon zeggen in trouw, Dat zij ooit sinds dat uur heeft gelachen totdat haar sterfuur kwam. Signy's Zonen.
Ach Heere, ontferm U om Jezus' wille over mijn arme vrouw, over mijn arme kinderen, over mijn ouden vader, over allen, die mij lief en dierbaar zijn! Heere, wees mij genadig en genees mij! Gij hebt mij beloofd, voor mij te zullen zorgen. Gij hebt tot hiertoe deze belofte zoo lieflijk vervuld. Ach, wil Gij nu Uwe weldadigheid en trouw verheerlijken in de zorg voor mijn volkomen genezing!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek