Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juli 2025
Op haar, o God, op Eva, zijn dierbare vrouw! Weg, weg dan met alle zwakheid. Men liegt! Wie is er die geen schulden heeft? Maar de schulden hier, zullen betaald worden; dat is genoeg. Blijf krachtig Helmond, nú vooral. Ellendeling! Wie heeft hem dat woord zoo onverwacht in 't oor geblazen? Helmond beefde. Maar dat duurde slechts een oogenblik.
De Zeelander stiet zijn zetel achteruit, en riep, terwijl hij een zijner handschoenen op de tafel wierp: "Mijne heren, ik zeg dat gij allen liegt! Ik hoon u in het aangezicht. Daar is mijn handschoen, wie begeert, kan dezelve opnemen; ik beroep hem in het strijdperk."
De vijf beschuldigden worden binnen geleid en stellen den rechter hun granaattakje ter hand, die ze nauwkeurig beziet en vervolgens zegt: "Yaya, gij zijt een schurk: gij hebt de koledja gestolen! Gode zij dank; dat is niet waar. Gij liegt; want zie, gij hebt een stuk van uw takje afgesneden, om te beletten dat het langer zou zijn dan de anderen.
Gij liegt, sprak Lamme, niemand heeft het gezien. Neen, niemand, riep Tonia. In 't vuur, met den beul! Alvorens te sterven, wil hij nog een onschuldig slachtoffer maken; in 't vuur, hij betale! Hij heeft gelogen! Belijd niet, Uilenspiegel, al mocht het nog waar zijn. Er zijn geene getuigen. Hij betale met zacht vuur, met gloeiende tangen! Bedreeft gij den moord? vroeg de baljuw tot Uilenspiegel.
Ja zeker," aarzelt hij in hevigen tweestrijd: "dat is onwaar. Zeker Eva, hij liegt!" En dan eensklaps met half angstigen, half vernietigenden nadruk tot Kartenglimp, die reeds de deur was genaderd: "Schuldenaars zijn we allen; maar de een kan zijn schuld vereffenen, en de ander misschien in der eeuwigheid niet!"
"Denk aan uwe zonden, Reginald Front-de-Boeuf, aan oproer, roof en moord! Wie stookte den losbandigen Prins Jan op tot den oorlog tegen zijn grijzen vader en thans tegen zijn grootmoedigen broeder?" vroeg dezelfde grafstem. "Booze geest, priester of duivel, wie gij ook zijn moogt," hernam Front-de-Boeuf, "gij liegt!
"Om 'n zoopie," zeit Kla-as. "Top," zeit Sander, "Dat gaat." "Nou, weet-je wat," zeit Hein: Da-ar moste we 'n grap van hebbe. We zelle, potverdomme, alle vier, zoo as we hier zijn, ijder op zen beurt een leuge vertelle, en de-genige, waarteugen ie zijt, dattiet liegt, die zel van de andere vrij gehoue worde." Nou, dat was goet. We koieren dan met ons viere na-a de freweele kurreketrekker.
"Ach!" zeide de oude Beckman, door de menigte heendringende: "hij liegt, die schelm van een Ludwig! heb ik niet het kind van den Heer Graaf voor mijne augen zien in 't wasser wirfen?" "Wat? wie twijfelt daar aan de waarheid van zijn verhaal?" vroeg de Gravin, angstig en snel opziende: "spreek Ludwig! antwoord op hetgeen de oude man zegt."
Van de scène der ontmoeting werd evenwel de aandacht van het publiek afgetrokken, omdat de tweede afdeeling begonnen was, en de heeren met nieuwen moed aanhieven: "Du taufst das Kind im Traume; Du taufest das Metall; An deines Mantels Saume Liegt friedenreich das All."
Ik herhaal: de echte Dorus Makko is gevonden en..." "Och! wat uwè zeit! Kan hij dat bewijzen? Heeft hij pampieren?" "Neen." "Nou, dan staat het nog te bezien, wie liegt: hij of ik. "Ik zou wel eens willen zien, wie de brutaligheid heeft om te zeggen, dat deze jongen niet Makko's zoon is." "Daar zal ik je dadelijk gelegenheid toe geven."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek