Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juni 2025
Eerlijk gezegd, de man scheen werkelijk zijn plaats te kennen en heel goed te weten, dat het geen benijdbare was, want onder het spreken klapperden zijn tanden in zijn mond. »Je bent bang, Brittles,« zei Mr. Giles. »Dat's niet waar,« zei Brittles. »'t Is wel waar,« zei Giles. »Je bent 'n valschaard, Mr. Giles,« zei Brittles. »Je bent 'n leugenaar, Brittles,« zei Mr. Giles.
»Dit is uw dolk, ellendeling!" brulde hij, en vloog andermaal in woeste drift op. »Heden morgen hebt gij er den ever, dien ik geveld had, den laatsten stoot mede gegeven. Ook gij, Cresus, moet hem kennen, want mijn vader nam hem uit uwe schatkamer te Sardes. Thans zijt gij overtuigd, gij, leugenaar en bedrieger! De Diws hebben geene wapenen van noode en dolken als deze zijn niet overal te vinden.
"Vervloekte, valsche leugenaar!" antwoordde de Tempelier met een schamperen glimlach, en verder gaande, alsof hij zich niet verwaardigde langer met hem te spreken, praatte hij met zijn Turksche slaven in een taal, welke de omstanders niet verstonden.
Hij was aan 't denken geraakt over al den ernst, die eigenlijk aan dezen dag besteed was. Hoe was het nu met hem gegaan? Was hij behoorlijk voorbereid of stond het op zijn voorhoofd geschreven, dat hij een onwaardige was? een huichelaar en leugenaar, zou zijn moeder gezegd hebben.
Maar meneer Rustig heeft zich vermeten mij een bedrieger en een leugenaar te noemen." "Hebt gij die uitdrukkingen gebruikt, meneer Rustig?" "Ja, meneer, dat heeft hij," hernam de onderbetaalmeester; "en hij heeft er nog bijgevoegd, dat ik de manschappen en mijn patroon, den betaalmeester, niet moest bedriegen. Wordt mij op die manier niet een leelijke klad aangewreven, kapitein?
»Wat moet ik hooren!« riep de kleermaker, en hij liep naar den jongen: »jou leugenaar, je hebt haar honger laten lijden!« en in zijn boosheid nam hij de el van den spijker, en joeg den jongen het huis uit. Den volgenden dag was het de beurt van den tweeden zoon; hij zocht een plaats op, waar veel gras en kruiden groeiden, en de geit vrat de heele plek glad af.
„Zoo maar, moeder, voor een aardigheid.” „Leugenaar! ik zie aan je gezicht, dat ’t niet waar is.” „Gerust, moeder, ik heb ze....” „Zwijg! kwaje jongen! Denk je, dat moeder zoo onnoozel en dom is om dat te gelooven? Neen, ik zal het je wel zeggen: je hebt ze weggenomen. Kind! ’t is ijselijk, dat ik dat van je moet beleven: mijn Gerrit een dief....!” „Neen, moeder! ’k ben geen dief!” „Niet?
Zij ging naar de deur. "Wacht! Wacht!" zeide Wronsky. Zijn wenkbrauwen waren donker samengetrokken, als te voren, maar hij nam haar bij de hand. "Waar is het eigenlijk om te doen? Ik heb gezegd, dat wij ons vertrek moeten verschuiven tot den derden dag, en jij hebt daarop geantwoord, dat ik een leugenaar en oneerlijk man ben."
Te midden van het mengelmoes van kreten, die door het gansche gebouw weerklonken, kon hij enkele onderscheiden als: "Welke millioen dollars?" "Welke drie matches?" "Zeg op!" "Ga voort!" Ook was er gesis en gefluit en kreten van: "Smerige leugenaar! Baantjesjager!" "Wilt u hooren?" schreeuwde Glendon. "Bewaar dan de orde." Opnieuw verkreeg hij de indrukwekkende halve minuut van stilte.
Toen werd hij door den baljuw geroepen en terwijl hij uit den boom klom, riep hij mij zachtkens toe, dat hij mij wat wijsgemaakt had, dat van alles niets waar was. Daarom zeg ik, dat hij een leugenaar is, mevrouw, en daar blijf ik bij." "Laat dat maar rusten, Westphalen; hij heeft bij mijn' man ook nog wat in 't zout, hij zal zijn' rechter niet ontkomen."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek