Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 mei 2025


Hij ging er zich, gelijk den vorigen dag, nederzetten en zag van daar in het verschiet duidelijk den witten hoed, het zwarte kleed en voornamelijk den blauwen glans. Hij bewoog zich niet en ging eerst naar huis, toen de poort van den tuin gesloten werd. Hij zag den heer Leblanc en zijn dochter niet heengaan, en vermoedde dat zij door het hek in de Oosterstraat waren vertrokken.

Onderweg dankte hij de Voorzienigheid: hij overwoog, dat, zoo hij dien morgen zijn laatste vijffrancstuk niet aan de dochter van Jondrette had gegeven, hij de huurkoets van den heer Leblanc zou nagereden zijn, en bijgevolg niets zou vernomen hebben; dat niets dan den aanslag van Jondrette zou hebben verhinderd en de heer Leblanc verloren ware geweest, en waarschijnlijk zijn dochter tevens.

De persoon, die u dit briefje zal ter hand stellen, heeft in last u tot mij te brengen. Ik wacht u. Kom onbevreesd." De heer Leblanc had geschreven. Thénardier hernam: "Wacht! schrap "kom onbevreesd" uit; 't zou kunnen doen vermoeden dat er iets achter schuilt, en wantrouwen inboezemen." De heer Leblanc schrapte de beide woorden uit. "Zet nu uw naam," zeide Thénardier; "hoe heet ge?"

Toen keerde hij zich weder tot den heer Leblanc en hervatte zijn jammerklacht: "Zie, mijnheer, ik heb geen andere kleeding dan een hemd mijner vrouw, een gescheurd hemd! in 't hartje van den winter. Ik kan niet uitgaan, bij gemis van kleeding. Zoo ik slechts eenigszins voegzame kleeding had, ging ik tot mademoiselle Mars, die mij kent en mij zeer genegen is.

Hetgeen vrij vertaald met verlies van de geestige woordspeling wil zeggen: Ter herinnering aan onze reis door het Oosten, waarbij ik je leelijk den voet heb dwars gezet zonder het te willen. Maurice Maeterlinck. Eén mijner belangrijkste en meest succesvolle tournée's is wel die met #Georgette Leblanc# geweest in de bekende stukken van haar beroemden echtgenoot.

Zonderling, hij meende den heer Leblanc te herkennen. 't Was hetzelfde haar, hetzelfde gezicht, zooveel de pet dit vergunde te zien, dezelfde houding; maar treuriger. Maar waarom in deze arbeiderskleeding? Wat beteekende dat? wat beduidde deze vermomming? Marius was zeer verbaasd.

Toen naderde Jondrette de tafel, boog zich met over de borst gekruiste armen over de kaars, bracht zijn hoekige kin dicht bij het bedaarde gezicht van den heer Leblanc, en naderde hem zoo dicht mogelijk, zonder dat de heer Leblanc achteruit week, en in deze houding van een wild dier dat zijn prooi bespringt, riep hij: "Ik heet niet Fabantou, ik heet niet Jondrette, ik heet Thénardier! ik ben de herbergier van Montfermeil! hoort ge wel?

Op dit woord "bandiet", sprong vrouw Thénardier uit het bed, greep Thénardier zijn stoel, als wilde hij dien in zijn hand vermorzelen. "Verroer u niet!" riep hij zijn vrouw toe, en tot den heer Leblanc zeide hij: "Een bandiet! ja, ik weet dat gij, rijke lieden, ons zoo noemt! Ja, 't is waar, ik ben bankroet gegaan, ik verberg mij, ik heb geen brood, geen geld, ik ben een bandiet!

Overigens hoopte hij, dat door deze geweldige ontmoeting van Jondrette en den heer Leblanc eenig licht zou ontstaan omtrent alles wat hij wenschte te weten. Nauwelijks zat de heer Leblanc of hij wendde de oogen naar de ledige kribben. "Hoe gaat het met de kleine gewonde?" vroeg hij. "Slecht," antwoordde Jondrette treurig, met verplichtenden glimlach, "zeer slecht, mijn waarde heer.

Bovendien had hij een onverwacht geluk gehad olie in het vuur, grootere verduistering der oogen. Op een avond had hij in de schemering op de bank, die mijnheer "Leblanc en zijn dochter" zoo even verlaten hadden, een eenvoudigen zakdoek gevonden, zonder borduursel, maar wit en fijn, en die hem onbeschrijfelijke geuren scheen uit te wademen. Hij nam dien met verrukking tot zich.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek