Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 juni 2025
Het was nog zomer, September, en Plinius toefde nog in Toscane, maar Hermes had, op bevel van zijn meester, den dominus en wie van zijne caterva over waren, huisvesting aangeboden in de villa aan zee, bij Laurentum.
Hij kan hier niet blijven, edele Crispina, zei Plinius. De knaap zal hier sterven. Vergun mij hem naar mijn villa bij Laurentum te voeren.... Maar Cecilianus hoorde hem. Hij begon hevig te kreunen, te snikken, te smeeken, dat hij niet weg woû. Dat hij dicht bij zijn broêrtje woû blijven.... Hij is niet zoo ver weg bij mij, zeide Martialis; in mijn landhuisje bij Nomentum.
Plinius zelve was, op aandrang ook zijner vrienden, naar zijn prachtige villa in Toskane, waar zijn zieke vrouw meestal verblijf hield: zonder te vluchten, was deze tijdelijke afwezigheid van een plaats zoo dicht bij Rome als Laurentum was, verstandig in deze dagen, dat de Keizer, waarom wist niemand, op Plinius gebeten scheen.... Maar de jongens mochten in Laurentum blijven en ze hadden er een leven als prinsen.
De jonge komediant zag bleek, vermagerd, in zijn lange, zijden tuniek; dof stonden zijn donkere oogen. Plinius ging Earinus te gemoet. Earinus.... Edele Plinius.... Cecilius is vrij.... Carpoforus heeft het gevraagd en de Keizer heeft hem toe gestaan, wat hij zelfs Martialis niet toe stond.... Cecilius, je gaat met mij meê. Naar Laurentum. En gauw zal je Cecilianus terug zien.
Cecilius dan en Cecilianus, hernam Plinius de Jongere, als hij in onderscheid van zijn overleden oom, den grooten natuurkenner genoemd werd; kunnen jullie, lieve knapen, meê komen naar onze villa bij Laurentum, om ons gastmaal met zang, dans en voordracht op te vroolijken? Cecilius en Cecilianus, zeer verrast, raadpleegden elkander, hooge kleur, stralende oogen.
Toch, reden om veel te klagen had hij niet: vele zijner komedianten bleef hij verhuren; de knechten bij den voller; de meer geletterde bij de boekhandelaren als kopiïsten; de adulescens.... nu, die bleef altijd gezocht en vele patricische vrouwen bespraken hem voor een paar weekjes; het was altijd aangenaam, des zomers, als de Theaters waren gesloten, een komediant van talent thuis te hebben.... En de tweelingen, ja, die waren nog steeds bij Plinius, die zelfs vergoeding voor ze betaalde, hoewel de dominus Plinius bezworen had als een cliënt zijn patroon dit toch niet te doen en dat alleen reeds het verblijf der jongens te Laurentum groot, onberekenbaar groot voordeel was.
Cecilianus Martialis voerde den knaap naar binnen; kijk, het is hier niet zoo weelderig als bij je.... ik meen als bij de edele Crispina.... Het is hier niet zoo benauwd, glimlachte de zieke knaap, die wel merkte, dat Martialis zich bijna versproken had. En het is hier héel dicht bij Rome.... Niet zoo ver als Laurentum.... zei de dominus. Cecilianus keek om zich rond.
Wij zijn er, zeide Plinius en hij opende de oogen; Martialis ook; en Cecilius schudde Cecilianus wakker.... In de villa van Laurentum wachtten zijne gasten Plinius af.
De senex bromde wat: eigenlijk gaf hij de voorkeur aan zijn rol in de Bacchides. .... En, pochte Cecilius, herademend, tot den dominus; we hebben in de villa bij Laurentum den edelen Quintilianus ontmoet en die heeft ons ondervraagd in de rhetorica.... Ja, in de rhetorica, riep Cecilianus. Omdat die niet geloofde.... .... niet gelooven wìlde.... .... dat we wisten wat een soloecismus....
Ik zeg hem mijn zoetste epigrammen en hij slikt ze, hij slikt ze en lacht.... O, waarde vrienden, ik ben het maar, om wien een keizerlijke boodschapper, te dravende paard, naar Laurentum kwam, na mij eerst in Nomentum te vergeefs te hebben gezocht.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek