Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 mei 2025


Nomentum, Nomenton, latijnsche stad ten N.O. van Rome. De poort en de weg, die er heen voerden, heetten porta en via Nomentana. Nominis delatio, de aangifte bij den praetor van den persoon, dien men wenscht aan te klagen, dus: aanklacht. Nominis receptio, het aannemen eener klacht door den praetor. Nomius, Nomios, bijnaam van Apollo, Pan, Hermes en Aristaeus als herdersgoden.

Hij kan hier niet blijven, edele Crispina, zei Plinius. De knaap zal hier sterven. Vergun mij hem naar mijn villa bij Laurentum te voeren.... Maar Cecilianus hoorde hem. Hij begon hevig te kreunen, te snikken, te smeeken, dat hij niet weg woû. Dat hij dicht bij zijn broêrtje woû blijven.... Hij is niet zoo ver weg bij mij, zeide Martialis; in mijn landhuisje bij Nomentum.

De dichter praatte overredend, gemoedelijk, maakte er grapjes door. En Plinius, die toen naderde, zeide: Cecilius, als je met Martialis meê gaat naar Nomentum om te genezen in de frissche buitenlucht, zal ik je geven w

In de municipia stonden meestal twee personen aan het hoofd van het gemeentebestuur met den titel van duumviri iuri dicundo. Evenwel komen enkele afwijkingen voor. Zoo stond b.v. te Lanuvium, Aricia, Caere, Nomentum, Fidenae, Tusculum één persoon aan het hoofd met den titel van dictator. Dicte, Dikte, berg op Creta, waar Zeus geboren was. Bij rom. dichters Dictaeus = cretensisch.

Stond toe?? verbaasden zij allen zich. Ja, edele heeren. Gunst, dien ik vraag, staat de Keizer mij altijd toe. Maar ik vraag bijna nooit, om geen misbruik te maken. Dus mag Cecilius meê? Met mij, ja edele Plinius. Ik wacht hem. Waar breng je hem! Naar Nomentum. Breng hem liever naar Laurentum. Nog beter: laat de knaap met mij naar Laurentum gaan.

Ik zeg hem mijn zoetste epigrammen en hij slikt ze, hij slikt ze en lacht.... O, waarde vrienden, ik ben het maar, om wien een keizerlijke boodschapper, te dravende paard, naar Laurentum kwam, na mij eerst in Nomentum te vergeefs te hebben gezocht.

Meestal zonder geld op zak, woonde hij even buiten Rome.... bij Nomentum, of in het stadshuisje, dat Domitianus hem had geschonken, maar waar hij ver van de waterleiding was.... Zij hadden hem allen wel eens geld gegeven, geleend; hij kwam bij hen allen geregeld middagmalen maar hij had niets van een paraziet, o neen; hij vroeg hen allen weêrom in zijn huisje zijn gast te zijn, aan eenvoudige, gezellige maaltijden, met een goedkoop wijntje, maar bij kout, die schitterde van geest en vernuft; o neen, hij was te veel de Hispaniër gebleven, hij te Bilbilis geboren, om niet zoo gastvrij terug te zijn, als hij kon, mild met zijn enkele duiten, een ham voor zettende, die al een paar maal was voor gezet, en dat in eenvoudig aarden vaatwerk van Aretium, maar met zoo veel gratie en levensblijheid, dat zij er de kostbaarste banketten om hadden in den steek gelaten.

Maar zij vergaten hem te nooden en daarbij, hij werd bij den Keizer verwacht. Naar huis, om zich te verkleeden? Heelemaal naar Nomentum, te voet? Om in plaats van dit eene rare, natte toga-tje, een ander, even raar, hoewel dan toch wat droger, om te doen! Neen, dat zoû hij maar niet.

En toen heb ik maar om jou gevraagd. Hij is een machtig heer, , Plinius; hij kan bijna zoo veel als de Keizer. Hij zeide, dat hij zoû verzoeken aan de Viermannen, dat je naar Nomentum mocht komen.... Heb je koorts, kind?

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek